Hoofdstuk V. Slotbepalingen
Waar in deze wet bepalingen van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing zijn verklaard zijn deze bepalingen, voor zover zij
betrekking hebben op de verdachte, van overeenkomstige toepassing op de veroordeelde.
Krachtens deze wet gegeven bevelen tot inverzekeringstelling, bewaring of gevangenneming,
dan wel tot verlenging van een termijn van vrijheidsbeneming, worden gedagtekend en
ondertekend. De grond voor uitvaardiging wordt in het bevel vermeld. Aan de veroordeelde
op wie het bevel betrekking heeft, wordt onverwijld een afschrift daarvan uitgereikt.
Veroordeelden die overeenkomstig deze wet in verzekering of in bewaring zijn gesteld,
of wier gevangenneming of gevangenhouding is bevolen, worden behandeld als verdachten
die krachtens het Wetboek van Strafvordering aan een overeenkomstige maatregel zijn onderworpen.
-
3 Indien een persoon die geen raadsman heeft overeenkomstig deze wet zijn vrijheid wordt
benomen – anders dan uit kracht van een bevel tot aanhouding, dan wel tot inverzekeringstelling
of tot verlenging van de termijn daarvan – wijst het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,
na mededeling van de vrijheidsbeneming door het openbaar ministerie, een raadsman
aan.
-
3 De termijn, genoemd in artikel 11, tweede lid, onder b, loopt niet gedurende de tijd dat de veroordeelde zich aan de verdere tenuitvoerlegging
van de gelaste bewaring heeft onttrokken.
In gevallen waarin onherroepelijk is vastgesteld dat tenuitvoerlegging van een buitenlandse
rechterlijke beslissing in Nederland niet behoort plaats te vinden kan de rechtbank,
die de zaak heeft behandeld, op verzoek van de veroordeelde hem een vergoeding ten
laste van de staat toekennen voor schade die hij heeft geleden en kosten die hij heeft
gemaakt ten gevolge van voorlopige vrijheidsbeneming bevolen krachtens deze wet. Onder
schade is begrepen het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat.
De artikelen 533, derde, vierde en zesde lid, 529, 530, 534 tot en met 536 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.
Op verzoeken om doorvoer over Nederlands grondgebied van personen die ten behoeve
van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing door de autoriteiten van
een vreemde staat ter beschikking van de autoriteiten van een andere staat worden
gesteld, zijn de artikelen 48 en 50 van de Uitleveringswet van overeenkomstige toepassing.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]