4. Meetomstandigheden
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
4.1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Tijdens de metingen moet het A-gewogen geluidsniveau van andere geluidsbronnen dan
die van de beproefde bromfiets, waaronder die ten gevolge van de wind, minstens 10
dB lager zijn dan het door de bromfiets geproduceerde geluidsniveau. Dit wordt gecontroleerd
door de vaststelling van het achtergrondgeluidsniveau voor en na de meting. De microfoon
mag worden voorzien van een geschikte windkap, mits rekening wordt gehouden met de
invloed daarvan op de gevoeligheid en de richtkarakteristieken van de microfoon.
4.2. Metingen aan een rijdende bromfiets
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Het proefterrein moet bestaan uit een parcours dat is omgeven door een nagenoeg vlak
terrein. Het proefparcours moet nagenoeg waterpas zijn en de rijbaan droog, terwijl
deze zodanig moet zijn aangelegd dat bij het rijden de banden weinig geluid maken.
Het proefterrein mag tussen de geluidsbron en de microfoon tot 1dB afwijken van de
voor een vrij geluidveld geldende voorwaarden. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan,
wanneer zich binnen een straal van 50 m rond het middelpunt van het proefparcours
geen grote geluidreflecterende vlakken bevinden, zoals omheiningen, rotsen, bruggen
of gebouwen. De bodem van het terrein moet binnen een straal van ten minste 10 m rond
het middelpunt van het parcours bestaan uit hard materiaal, zoals beton, asfalt of
iedere andere materiaalsoort met gelijkwaardige geluideigenschappen.
Het oppervlak mag niet bedekt zijn met poedersneeuw, hoog gras, mulle grond of as.
Er mag zich geen enkel obstakel in de buurt van de microfoon bevinden, dat het geluidveld
kan beïnvloeden, en er mag zich niemand tussen de microfoon en de geluidbron opstellen.
De persoon die de meetapparatuur afleest moet zich zodanig opstellen dat hij op geen
enkele wijze afwijkingen in de aanwijzing van het meetapparaat veroorzaakt.
4.3. Metingen aan een stilstaande bromfiets
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De meting geschiedt in een omgeving zonder storende reflecties. Aan deze eis wordt
geacht te zijn voldaan wanneer zich binnen een straal van twee meter van de microfoon
geen voor de metingen niet noodzakelijke personen of voorwerpen bevinden. De bromfiets
moet staan op een bodem die uit hard materiaal bestaat, zoals beton, asfalt of tegels.