Wet van 20 februari 1986, houdende tijdelijke verlaging van de verschuldigde pensioenbijdrage
als bedoeld in de Algemene burgerlijke pensioenwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat als gevolg van de aanpassing van de pensioenen
krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet met ingang van 1 januari 1984 een extra
balansoverschot per ultimo 1984 zal ontstaan op de jaarrekening van het Algemeen burgerlijk
pensioenfonds dat kan terugvloeien naar de lichamen in de zin van genoemde wet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: