Hoofdstuk V. Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden
De op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, voor een overgaand gebied geldende gemeentelijke voorschriften behouden gedurende twee jaren na die datum voor dat gebied hun rechtskracht, voor zover het bevoegde orgaan van de gemeente waaraan dat gebied is toegevoegd, deze voorschriften niet eerder vervallen verklaart.
1 De op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, in een gemeente van kracht zijnde gemeentelijke voorschriften gelden gedurende twee jaren na die datum niet voor aan die gemeente toegevoegd gebied, voor zover het bevoegde orgaan van die gemeente deze voorschriften niet eerder voor dat gebied geldend verklaart.
De op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, geldende besluiten tot instelling van commissies als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet van gemeenten waarin een raadsverkiezing als bedoeld in artikel 52 is gehouden, vervallen met ingang van die datum. Zij kunnen binnen een maand na die datum door het op grond van dat hoofdstuk bevoegde orgaan tot instelling van de commissies geheel of ten dele wederom geldend worden verklaard.
1 De artikelen 28 tot en met 30 zijn niet van toepassing op belastingverordeningen op de voet van artikel 220 van de Gemeentewet. Ten aanzien van overgaand gebied houden deze verordeningen op te gelden met ingang van de datum van herindeling, doch zij behouden, onverminderd artikel 39, hun rechtskracht voor de belastingjaren welke vóór die datum zijn aangevangen.
3 Voor gebied dat overgaat naar een andere dan een nieuwe gemeente is met ingang van de datum van herindeling van toepassing de verordening van de gemeente waaraan dat gebied is toegevoegd. Voor zover de herindeling zulks noodzakelijk maakt, is de raad van de gemeente waaraan het gebied is toegevoegd, bevoegd binnen drie maanden na de datum van herindeling te besluiten tot aanpassing van de verordening. De aangepaste verordening geldt met ingang van genoemde datum voor het gehele gebied der gemeente.
Artikel 32a
[Vervallen per 01-01-2001]
De artikelen 28 tot en met 30 en 32 zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van belastingverordeningen die zijn genomen vóór de datum van herindeling en die op of na die datum in werking treden.
1 In afwijking van artikel 28 worden vóór de datum van herindeling vastgestelde structuurvisies, bestemmingsplannen, beheersverordeningen en exploitatieplannen als bedoeld in respectievelijk artikel 2.1, 3.1, 3.38 en 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening en besluiten waarbij gronden worden aangewezen tot gebied waarop een voorkeursrecht rust als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet voorkeursrecht gemeenten, met betrekking tot overgaand gebied geacht te zijn vastgesteld door het bevoegde orgaan van de gemeente waaraan dat gebied is toegevoegd en behouden zij hun rechtskracht zolang het bevoegde orgaan niet anders bepaalt.
Bij wijziging van een provinciegrens zijn de artikelen 28 en 30 van overeenkomstige toepassing op provinciale voorschriften en het bevoegde orgaan van de betrokken provincies.
Met ingang van de datum van herindeling en zolang de in artikel 28 bedoelde voorschriften blijven gelden, oefenen in toegevoegd gebied de in de gemeente waarnaar dat gebied is overgegaan, bevoegde organen en ambtenaren de bevoegdheden uit welke bij die voorschriften aan overeenkomstige organen en ambtenaren zijn toegekend.
2 In afwijking van het eerste lid wordt het toezicht op de bij de wijziging van de provinciale grens betrokken waterschappen uitgeoefend door de organen die daarmede op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, belast waren, totdat bij reglementswijziging in de gevolgen van de betrokken herindelingsregeling is voorzien. Indien tussen de betrokken gedeputeerde staten niet binnen een jaar omtrent de reglementswijziging overeenstemming is bereikt, is artikel 4 van de Waterstaatswet 1900 van toepassing.
1 Gemeenschappelijke regelingen waaraan uitsluitend wordt deelgenomen door gemeenten waarvan het gebied in zijn geheel tot een en dezelfde gemeente komt te behoren, vervallen met ingang van de datum van herindeling. Burgemeester en wethouders van die gemeente treffen in verband hiermee de nodige voorzieningen.
3 De overige gemeenschappelijke regelingen waaraan bij een wijziging van de gemeentelijke indeling betrokken gemeenten deelnemen, blijven ongewijzigd van kracht, met dien verstande dat de betrokken herindelingsregeling de gemeente of gemeenten aanwijst die, zolang nog geen uitvoering is gegeven aan het vierde of vijfde lid van dit artikel, voor de toepassing van de regeling in de plaats treedt onderscheidenlijk treden van op te heffen gemeenten.
4 De deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in het derde lid treffen, voor zoveel nodig, binnen zes maanden na de datum van herindeling met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen de uit de gewijzigde gemeentelijke indeling voortvloeiende voorzieningen. Zij kunnen daarbij afwijken van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot wijziging en opheffing van de regeling en het toe- en uittreden van deelnemers. De in de eerste volzin genoemde termijn kan door gedeputeerde staten van de betrokken provincie of, zo de regeling uitsluitend tussen burgemeesters is aangegaan, door de commissaris van de Koning in die provincie met ten hoogste zes maanden worden verlengd.
5 Indien de voorzieningen, bedoeld in het vierde lid, niet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn getroffen, kan dit geschieden door gedeputeerde staten of, zo de regeling uitsluitend tussen burgemeesters is aangegaan, door de commissaris van de Koning.
6 De leden van bij gemeenschappelijke regeling ingestelde organen, aangewezen door de vóór de datum van herindeling bevoegde gemeentebesturen, blijven in deze organen zitting hebben totdat de na de datum van herindeling bevoegde gemeentebesturen, zo nodig met afwijking van hetgeen in de gemeenschappelijke regeling ten aanzien van de zittingsduur is bepaald, in de aanwijzing hebben voorzien.
Artikel 42
[Vervallen per 01-01-2006]
Voor zover aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in artikel 41, derde lid, wordt deelgenomen door een provincie en die regeling mede betrekking heeft op gebied dat ingevolge een herindelingsregeling naar een andere provincie overgaat, is artikel 41, derde, vierde, zesde en zevende lid, van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de betrokken provincies.
Hoofdstuk IX. Voorzieningen in verband met de toepassing van enkele wetten
Zij die op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, ingeschreven zijn als leerling van een gemeentelijke school, gevestigd in een bij een wijziging van de gemeentelijke indeling betrokken gemeente, worden van genoemde datum af tot die school toegelaten op dezelfde voorwaarden als voordien golden.
1 Voor zover ten aanzien van de in overgaand gebied gevestigde basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en scholen of instellingen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs op de datum van herindeling voor enig op die datum verstreken kalenderjaar artikel 144, eerste, zesde en zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs onderscheidenlijk artikel 138, eerste, zesde en zevende lid, van de Wet op de expertisecentra nog niet zijn toegepast, geschiedt dit door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd.
1 Ter bepaling van de uitkering krachtens artikel 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt voor het op de datum van herindeling lopende vijfjarige tijdvak, bedoeld in artikel 88, tweede lid, van die wet het overschrijdingsbedrag per leerling over enig op die datum verstreken of het lopende kalenderjaar berekend als had geen herindeling plaatsgevonden, en over de overige jaren van dat tijdvak naar de toestand na laatstbedoeld kalenderjaar.
1 Onverminderd het tweede lid en artikel 71 gaan op de datum van herindeling de archiefbescheiden van een gemeente die wordt opgeheven, over naar de gemeente waaraan het gebied van de op te heffen gemeente wordt toegevoegd, dan wel, wanneer dat gebied aan meer dan één gemeente wordt toegevoegd, naar de in de betrokken herindelingsregeling aan te wijzen gemeente.
2 Eveneens onverminderd artikel 71 gaan op de datum van herindeling alle gemeentelijke archiefbescheiden, uitsluitend betrekking hebbend op overgaand gebied, over naar de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd, met dien verstande dat de overbrenging, bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, ten aanzien van deze bescheiden geschiedt als had geen herindeling plaatsgevonden. Van de overgang wordt een verklaring opgemaakt volgens de krachtens artikel 9 van genoemde wet voor vervreemding van archiefbescheiden gestelde regels.
3 De gemeenteraad en burgemeester en wethouders van de gemeente waaraan gebied is toegevoegd, hebben met ingang van de datum van herindeling het recht te allen tijde kosteloos inzage te nemen van de archiefbescheiden der gemeente waartoe dat gebied voor die datum behoorde, dan wel der gemeente waarnaar die archiefbescheiden krachtens het eerste lid zijn overgegaan, en op kosten van zijn gemeente afschriften van of uittreksels uit die archiefbescheiden te vorderen, voor zover deze mede betrekking hebben op het toegevoegde gebied.
1 Met betrekking tot personen met een adres in overgaand gebied, wordt door burgemeester en wethouders van de gemeente waaraan het gebied wordt toegevoegd, het adres gewijzigd in de basisregistratie personen.
Het persoonsregister, waarvoor burgemeester en wethouders van een gemeente die wordt opgeheven zorg dragen ter uitvoering van de Wet basisregistratie personen, wordt door burgemeester en wethouders van deze gemeente overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waaraan het gebied van de op te heffen gemeente wordt toegevoegd, dan wel, indien dat gebied aan meer dan één gemeente wordt toegevoegd, aan de in de betrokken herindelingsregeling aan te wijzen gemeente.
Kosten van bijstand als bedoeld in de artikelen 40 en 42 van de Wet werk en bijstand en kosten van ondersteuning bij arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 10 van die wet ten behoeve van personen die op of voor de datum van herindeling woonachtig zijn of geweest zijn in overgaand gebied, komen met ingang van bedoelde datum ten laste van de gemeente waaraan dat gebied is toegevoegd.
Met betrekking tot zaken, de dienstplicht, met inbegrip van de mobilisatie-uitkeringen, alsmede de noodwachtplicht betreffende, vinden de voorschriften, door of namens Onze Minister van Defensie onderscheidenlijk bij koninklijk besluit dan wel door of namens Onze Minister gegeven ter zake van verhuizing, overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen die krachtens een herindelingsregeling van een gemeente naar een andere gemeente overgaan.
1 Van de wegen onderscheidenlijk gedeelten van wegen, gelegen in aan een nieuwe gemeente toegevoegd gebied, wordt een nieuwe wegenlegger opgemaakt met inachtneming van de artikelen 34 tot en met 38 van de Wegenwet, met dien verstande dat het ontwerp van de legger ook kan worden opgemaakt door gedeputeerde staten van de betrokken provincie. Zolang deze nieuwe legger niet is vastgesteld, blijven de bestaande wegenleggers van kracht.
2 Voor zover het niet aan een nieuwe gemeente toegevoegd gebied betreft, voeren gedeputeerde staten de daarvoor in aanmerking komende wegen af van de wegenlegger der gemeente waartoe het betrokken gebied voor de datum van herindeling behoorde, en brengen zij die over naar de wegenlegger der gemeente waaraan dat gebied is toegevoegd, een en ander met toepassing, voor zoveel nodig, van de artikelen 39 tot en met 42 van de Wegenwet.
3 In geval van een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie levert de desbetreffende provincie binnen twee maanden na inwerkingtreding van de herindelingsregeling aan Onze Minister van Financiën de relevante basisgegevens, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet herverdeling wegenbeheer.
4 Indien een gemeente wordt opgeheven en als gevolg daarvan de uitkering, bedoeld in artikel 32, tweede lid, van de Wet herverdeling wegenbeheer niet meer kan verstrekken aan andere onderhoudsplichtigen, wordt in de herindelingsregeling een andere gemeente in dit verband als rechtsopvolger aangewezen.
Een herindelingsregeling is niet van invloed op de bevoegdheid van de rechter of op die van partijen met betrekking tot zaken, op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, voor enig gerecht aanhangig.
Een herindelingsregeling heeft geen beperking ten gevolge van het gebied waarbinnen vóór de datum van herindeling benoemde notarissen hun ambtsbediening uitoefenen.
Artikel 77
[Vervallen per 21-02-2001]
Artikel 78
[Vervallen per 21-02-2001]