Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 12 februari 1982, DGMH/G, nr. 155879, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Economische Zaken;
Gelet op de artikelen 47, eerste lid, 49, 50, eerste lid, 66, eerste lid, en 68, eerste en tweede lid, van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99);
De Raad van State gehoord (advies van 23 juni 1982, no. 2084/19/8223);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 19 juli 1982, DGMH/G, nr. 160663, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: