Paragraaf 1. Algemene bepalingen inzake werk- en rusttijden
Artikel 54. Betekenis van uitdrukkingen
[Vervallen per 25-07-2001]
Artikel 54a. Begripsbepalingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. militair:
de militair in werkelijke dienst;
b. diensten:
activiteiten die zijn vereist voor het functioneren van de militaire organisatie, voor zover deze zijn ingesteld door de bevelhebber;
c. werkzaamheden:
activiteiten die voortvloeien uit de door de militair vervulde functie, alsmede andere opgedragen activiteiten die om redenen van dienst of in het algemeen belang noodzakelijk zijn, doch die niet kunnen worden aangemerkt als diensten;
d. werktijd:
het totaal van de in kloktijden aangegeven perioden gedurende welke een militair de hem opgedragen werkzaamheden of diensten moet verrichten;
e. rooster:
een voor een periode van tenminste een week opgesteld en van tevoren schriftelijk bekendgemaakt schema van aanvang en einde van de dagelijkse werk- en rusttijden, eventueel afzonderlijk vastgesteld voor werkzaamheden en voor diensten;
f. arbeidsduur:
de tijdsduur, uitgedrukt in een aantal uren per dag of per week, gedurende welke een militair werkzaamheden of diensten verricht;
g. nachtdienst:
een werkdag waarin de uren tussen 00.00 uur en 06.00 uur geheel of gedeeltelijk zijn begrepen;
h. werkdag:
een aaneengesloten tijdruimte waarin werkzaamheden of diensten worden verricht en die is gelegen tussen twee voorgeschreven opeenvolgende onafgebroken rusttijden;
i. pauze:
een tijdruimte van ten minste 15 achtereenvolgende minuten, waarmee de werkzaamheden of diensten tijdens de werkdag worden onderbroken en de militair geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen werkzaamheden of diensten;
j. consignatie:
een tijdruimte tussen twee elkaar opeenvolgende werkdagen of tijdens een pauze, waarin die militair uitsluitend verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen werkzaamheden of diensten te verrichten;
k. aanwezigheidsdienst:
een aaneengesloten tijdruimte van ten hoogste 24 uren, waarin de militair, zo nodig naast het verrichten van de bedongen werkzaamheden of diensten, consignatie wordt opgelegd waarbij die militair verplicht is op de werkplek aanwezig te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen werkzaamheden of diensten te verrichten;
l. piket:
een periode waarin de militair, zo nodig naast het verrichten van de bedongen werkzaamheden of diensten, consignatie wordt opgelegd waarbij de militair verplicht is om in verband met zijn bereikbaarheid op de werkplek aanwezig te zijn;
m. oefening:
elk door defensiepersoneel in de praktijk brengen van onderwezen bekwaamheden teneinde aldus de bedrevenheid in het uitvoeren van aan de krijgsmacht opgedragen operationele taken te verwerven, te vergroten of te onderhouden.
Artikel 54b. Vaststelling werk- en rusttijden
2 De werk- en rusttijden van de militair worden met inachtneming van de bepalingen in dit hoofdstuk, en nadat hierover overeenkomstig het Besluit medezeggenschap defensie overeenstemming is bereikt met de betrokken medezeggenschapscommissie, vastgesteld door de commandant en schriftelijk vastgelegd in roosters.
5 Door Onze Minister kunnen functies worden aangewezen waarbij het reizen, naar en vanaf de plaats waar de militair werkzaamheden of diensten moet verrichten, een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van de functie. Bij die functies wordt de reisduur buiten de voor de militair geldende werktijd als arbeidsduur aangemerkt.
Artikel 54c. Bekendstelling werk- en rusttijden
2 Indien de aard van de werkzaamheden of diensten toepassing van het eerste lid onmogelijk maakt, stelt de commandant ten minste 28 dagen van tevoren aan de militair bekend op welke dag de rusttijd, bedoeld in de artikelen 56e en 57a, eerste lid, aanvangt. Tevens maakt hij aan de militair ten minste 4 dagen van tevoren de tijdstippen bekend waarop hij werkzaamheden of diensten moet verrichten.
Artikel 54d. Tijdelijke verlenging van de arbeidsduur
1 De militair die voor onbepaalde tijd is aangesteld bij het beroepspersoneel, alsmede de militair die voor bepaalde tijd is aangesteld bij het beroepspersoneel en de leeftijd van dertig jaar heeft bereikt, en van wie het rooster is gebaseerd op een arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week, kan bij de commandant een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur tijdelijk gedurende een kalenderjaar met 2 uren per week te verlengen. Voor de militair die in verband met deeltijdverlof een arbeidsduur heeft van gemiddeld minder dan 38 uur per week wordt de ingevolge de vorige volzin geldende aanspraak vastgesteld op een evenredig deel van de aanspraak bij een arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week.
3 De commandant wijst een aanvraag als bedoeld in het eerste en het vierde lid toe, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet. In ieder geval wordt de aanvraag afgewezen indien de tijdelijke verlenging van de arbeidsduur geen effect heeft op de formatie, onder door de bevelhebber nader vast te stellen voorwaarden.
5 Voor het deel dat de arbeidsduur wordt verlengd ontvangt de militair een maandelijkse toeslag. Deze toeslag bedraagt 12 maal 1/165 deel van het voor de betrokken militair geldende maandsalaris, of een evenredig deel daarvan voor de militair die in verband met deeltijdverlof een arbeidsduur heeft van gemiddeld minder dan 38 uur per week.
Artikel 54e. Tijdelijke verkorting van de arbeidsduur
1 De militair die voor onbepaalde tijd is aangesteld bij het beroepspersoneel, alsmede de militair die voor bepaalde tijd is aangesteld bij het beroepspersoneel en de leeftijd van dertig jaar heeft bereikt, en van wie het rooster is gebaseerd op een arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week, kan bij de commandant een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur tijdelijk gedurende een kalenderjaar met 2 uren per week te verkorten. Voor de militair die in verband met deeltijdverlof een arbeidsduur heeft van gemiddeld minder dan 38 uur per week wordt de ingevolge de vorige volzin geldende aanspraak vastgesteld op een evenredig deel van de aanspraak bij een arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week.
7 Voor het deel dat de arbeidsduur wordt verkort, wordt maandelijks een inhouding op de inkomsten van de militair toegepast. Deze inhouding bedraagt 2 maal 1/165 deel van het voor de betrokken militair geldende maandsalaris, of een evenredig deel daarvan voor de militair die in verband met deeltijdverlof een arbeidsduur heeft van gemiddeld minder dan 38 uur per week.
Artikel 54f. Opname van spaaruren
1 De spaaruren, bedoeld in artikel 54e, tweede lid, worden geheel of gedeeltelijk in een aaneengesloten periode van ten minste 288 spaaruren en ten hoogste 960 spaaruren opgenomen. Voor de militair die in verband met deeltijdverlof een arbeidsduur heeft van gemiddeld minder dan 38 uur per week wordt de in de vorige volzin genoemde verplichting vastgesteld op een aaneengesloten periode van een evenredig aantal spaaruren van het aantal dat geldt voor een militair met een arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week.
4 Indien de militair van functie wisselt kan de bevelhebber op aanvraag van de militair afwijken van het minimum aantal op te nemen spaaruren. Indien de militair wordt verplaatst kan de bevelhebber op aanvraag van de militair afwijken van het gestelde in het eerste lid dat de spaaruren in een aaneengesloten periode van ten minste 288 spaaruren worden opgenomen. Indien met een dergelijke aanvraag wordt ingestemd, dan wordt het gehele tegoed aan spaaruren opgenomen bij functiewisseling, voorafgaand aan de datum van plaatsing op de nieuwe functie.
7 Indien vanwege dienstbelang dan wel persoonlijke omstandigheden de militair gedurende de periode van 10 jaar bedoeld in het zesde lid niet in de gelegenheid is gesteld de spaaruren op te nemen, maakt de bevelhebber in afwijking van het zesde lid met de militair afspraken over de opname van de spaaruren binnen de 2 daaropvolgende kalenderjaren.
Artikel 54g. Spaaruren en ontslag
Indien de militair op de datum dat hij de werkelijke dienst verlaat nog een tegoed aan spaaruren heeft, dan wordt voor elk spaaruur een vergoeding toegekend van 1/165 deel van het voor de betrokken militair geldende maandsalaris, zoals dit gold direct voorafgaande aan het verlaten van de werkelijke dienst.
Artikel 54h. Registratie werk- en rusttijden
Artikel 54i. Gelijkstelling met arbeidsduur
Voor de toepassing van de bepalingen in dit hoofdstuk, ten aanzien van de arbeidsduur, wordt voor het bepalen van het aantal uren dat werkzaamheden of diensten worden verricht, meegeteld de uren waarop de militair de werkzaamheden of diensten zou hebben verricht, maar deze uren in het kader van de medezeggenschap als bedoeld in artikel 17 van het Besluit medezeggenschap defensie, ziekte, verlof als bedoeld in artikel 61, tweede lid, met uitzondering van buitengewoon verlof in verband met deeltijdarbeid, of de vervulling van door wet of overheid opgelegde verplichting welke niet in zijn vrije tijd kon geschieden, niet heeft verricht.
Artikel 54j. Gelijkstelling met de zondag
Voor de toepassing van de bepalingen in dit hoofdstuk ten aanzien van de zondag, vindt voor de militair, die in verband met zijn godsdienstige of levensbeschouwelijke opvatting, de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag viert, overeenkomstige toepassing ten aanzien van die dag in plaats van ten aanzien van de zondag, indien die militair dit schriftelijk verzoekt.
Artikel 54k. Gezondheidsproblemen bij nachtdiensten
1 Indien uit arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt, dat de gezondheidsproblemen van een militair voortvloeien uit het verrichten van nachtdiensten, dan worden de werkzaamheden of diensten van die militair binnen redelijke termijn zodanig ingericht, dat hij werkzaamheden of diensten verricht anders dan in nachtdienst.
Paragraaf 2. Toepassingsbereik
Artikel 55. Algemene bepalingen
[Vervallen per 25-07-2001]
Artikel 55a. Algemene uitzonderingsbepalingen
Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van de paragrafen 2 en 12, niet van toepassing op verrichtingen van de militair die een opleiding volgt als bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15.
Artikel 55c. Inzet brandweer
Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn van toepassing op werkzaamheden of diensten verricht door militair brandweerpersoneel, tenzij dit personeel repressief optreedt bij brand en ongevallen.
Artikel 55d. Leidinggevenden en hoger personeel
Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van de paragrafen 2, 11 en 12, en de artikelen 54a, 54b, derde tot en met vijfde lid, 54d, 54e, 54f, 54g, 54k en 57a, niet van toepassing op werkzaamheden of diensten verricht door:
a. de militair van 18 jaar en ouder met de rang van luitenant ter zee der 1e klasse dan wel majoor of een hogere rang die uitsluitend of in hoofdzaak leiding geeft;
b. de militair van 18 jaar en ouder met de rang van kapitein-luitenant ter zee dan wel luitenant-kolonel of met een hogere rang, tenzij hij werkzaamheden of diensten pleegt te verrichten in nachtdienst dan wel werkzaamheden of diensten verricht waaraan of in rechtstreeks verband waarmee ernstige gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van personen zijn verbonden.
Artikel 55e. Internationaal tewerkgesteld
Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van de paragrafen 2, 11 en 12, en de artikelen 54a, 54b, vierde lid, 54d, 54e, 54f, 54g, 54k en 57a, eerste en tweede lid, niet van toepassing op werkzaamheden of diensten verricht door de militair, bedoeld in artikel 2, tweede lid, voor zover hij is tewerkgesteld buiten Nederland.
Artikel 55f. Medisch specialisten
Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van de paragrafen 2, 11 en 12, en de artikelen 54a, 54b, derde tot en met vijfde lid, 54d, 54e, 54f, 54g, 54k en 57a, niet van toepassing op werkzaamheden of diensten verricht door de militair van 18 jaar en ouder die werkzaam is als medisch specialist, als huisarts of als sociaal geneeskundige en als zodanig staat geregistreerd in één van de registers van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, dan wel als tandheelkundig specialist en als zodanig staat ingeschreven in het specialistenregister van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde.
Paragraaf 3. Arbeidsduur en verlengde arbeidsduur
Artikel 56. Werk- en rusttijden op bepaalde dagen
[Vervallen per 25-07-2001]
3 Indien het eerste en tweede lid niet wordt toegepast, dan bedraagt de arbeidsduur ten hoogste 9 uren per werkdag, ten hoogste 45 uren per week en ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken.
Artikel 56b. Verlengde arbeidsduur
1 Van de in artikel 56a genoemde arbeidsduur kan worden afgeweken indien zich een onvoorziene wijziging van omstandigheden, incidenteel en niet periodiek, voordoet, of de aard van de werkzaamheden of diensten, incidenteel en voor korte tijd, dergelijke afwijkingen noodzakelijk maakt.
3 Op de afwijking, bedoeld in het eerste lid, is artikel 56p, vierde lid, onderdelen b en c, en het zesde lid, niet van toepassing.
4 Indien als gevolg van de toepassing van het eerste lid werkzaamheden of diensten worden verricht in nachtdienst, welke werkzaamheden of diensten eindigen vóór of op 02.00 uur, dan zijn hierop de in paragraaf 5 opgenomen bepalingen ten aanzien van het verrichten van werkzaamheden of diensten in nachtdienst niet van toepassing.
Artikel 56c. Arbeidsduur jeugdige militair
In afwijking van artikel 56a, eerste lid, artikel 56b, tweede lid, artikel 58b, vijfde lid, artikel 58c, derde lid, onderdeel b, en artikel 58d, vierde lid, bedraagt de arbeidsduur van de militair die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken.
Paragraaf 12. Overige bepalingen
Artikel 60. Toepasselijkheid verlofbepalingen
[Vervallen per 25-07-2001]
Artikel 60a. Herleiding werktijd
Indien de aard van de te verrichten diensten daartoe aanleiding geeft, kan Onze Minister bij ministeriële regeling bepalen dat de tijd, gedurende welke deze diensten worden verricht slechts voor een deel tot de arbeidsduur wordt gerekend.
Artikel 60b. Beperking van de bewegingsvrijheid
Door de bevelhebber kan aan de militair de verplichting worden opgelegd buiten de voor hem vastgestelde werktijden met het oog op eventuele dienstverrichting:
Artikel 60c. Vergoeding van extra beslaglegging
Artikel 60d. Toepasselijkheid verlofbepalingen
Indien de overschrijding van de arbeidsduur, bedoeld in artikel 54b, vierde lid, wordt vergoed in tijd, zijn op deze tijd de artikelen 63 tot en met 67 van overeenkomstige toepassing.