Artikel I
[Regeling vervallen per 23-12-2004]
Vastgesteld wordt het Reglement voor de Commissies van Advies van Rijks middelbare
agrarische scholen, hetwelk luidt als volgt:
‘Reglement voor de Commissies van Advies van Rijks middelbare agrarische scholen’
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
-
Minister:
-
Minister van Landbouw en Visserij;
-
school:
-
Rijks middelbare landbouwschool, Rijks middelbare tuinbouwschool en Rijks middelbare
school voor de levensmiddelentechnologie dan wel een combinatie van deze scholen;
-
inspecteur:
-
de met het toezicht op de school belaste inspecteur van het landbouwonderwijs;
-
commissie:
-
de commissie van advies, bedoeld in artikel 2.
Artikel 2
Aan een school is een commissie van advies verbonden.
Artikel 3
-
1 De commissie heeft tot taak ter behartiging van de belangen van de school in de ruimste
zin de Minister, de directeur van het Landbouwonderwijs, de inspecteur en de directeur
van de school, al dan niet gevraagd, van advies te dienen.
Artikel 4
-
3 De benoeming van ten minste de helft van het in het eerste lid bedoelde aantal leden
geschiedt op aanbeveling van door de Minister aan te wijzen landbouworganisaties,
organisaties van werknemers in de agrarische sector en andere organisaties of instellingen,
die blijkens hun doelstelling mede belang hebben bij de bevordering van het middelbaar
agrarisch onderwijs. Bij die aanwijzing geeft de Minister tevens aan voor hoeveel
leden van de commissie de organisatie of instelling, dan wel de organisaties of instellingen
gezamenlijk een aanbeveling kan, resp. kunnen doen.
-
6 Op aanbeveling van reeds benoemde leden van de commissie kunnen binnen het in het
eerste lid vermelde maximum aantal ten hoogste drie leden worden benoemd, die ouder
of verzorger zijn van een leerling van de school. De leden die ingevolge het bepaalde
in de vorige volzin zijn benoemd, zijn niet herbenoembaar.
Artikel 5
-
2 De directeur van de school woont de vergaderingen van de commissie bij, tenzij de
commissie beslist in diens afwezigheid te willen vergaderen. Wanneer de directeur
van de school de vergadering bijwoont, heeft hij daarin een adviserende stem. Bij
ontstentenis van de directeur is het in dit lid bepaalde van toepassing op diens plaatsvervanger.
Artikel 6
-
2 Een van de in het eerste lid bedoelde vergaderingen besteedt de commissie geheel of
ten dele aan een gezamenlijke bijeenkomst met de directie, de leraren en, voor zover
dit gewenst wordt geacht, met het overige personeel van de school ter onderlinge uitwisseling
van gedachten en standpunten en ter bevordering van een goede onderlinge verstandhouding,
zulks in aanwezigheid van de inspecteur.
Artikel 7
De leden van de commissie ontvangen ter zake van hun werkzaamheden als zodanig een
vergoeding van de noodzakelijke reis- en verblijfkosten overeenkomstig de uitgangspunten
en normen van het Reisbesluit (categorie B).
Artikel 8
Desgewenst kan de commissie de frequentie van haar bijeenkomsten, de wijze van vergaderen,
de voorbereiding en totstandkoming van haar besluiten, de voorziening in het secretariaat,
de vertegenwoordiging van de commissie en al datgene wat strekt tot een zo goed mogelijke
vervulling van haar taak en functie, in een afzonderlijk huishoudelijk reglement vastleggen.
Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met dit
reglement en het behoeft, alvorens van kracht te zijn, de goedkeuring van de Minister.