Besluit afgifte bewijzen van betrouwbaarheid ex artikel 37 Eerste richtlijn van de Raad voor de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1979

Geraadpleegd op 01-12-2024.
Geldend van 01-04-2004 t/m heden

Besluit afgifte bewijzen van betrouwbaarheid ex artikel 37 Eerste richtlijn van de Raad voor de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1979

De Minister van Justitie, a.i.,

Gelet op het bepaalde in artikel 37 van de Eerste richtlijn van de Raad voor de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1979 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe levensverzekeringsbedrijf, en de uitoefening daarvan (nr. 79/267/EEG, Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 1979, nr. L 63, blz. 1, van 13 maart 1979).

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt onder ‘Richtlijn’ verstaan: de Eerste richtlijn van de Raad voor de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1979 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe levensverzekeringsbedrijf, en de uitoefening daarvan (nr. 79/267/EEG, Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 1979, nr. L63, blz. 1, van 13 maart 1979).

Artikel 2

De burgemeester wordt aangewezen als de instantie die bevoegd is tot afgifte van een bewijs van betrouwbaarheid als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Richtlijn. Als bewijs van betrouwbaarheid dient de verklaring omtrent het gedrag, afgegeven overeenkomstig de bepalingen van de Wet justitiële gegevens.

Artikel 3

Ter vervanging van in artikel 37, eerste lid bedoelde document dat geen faillissement heeft plaatsgehad, wordt aangewezen een door een notaris afgegeven afschrift van een authentieke akte, waar in het afleggen van een verklaring als bedoeld in het tweede lid van voornoemd artikel is geconstateerd.

's-Gravenhage , 31 juli 1979

De

Minister

voornoemd,

A. Pais

, a.i