Overgangsbeschikking omzetbelasting 1978

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-1979 t/m heden

Overgangsbeschikking omzetbelasting 1978

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel II van de wet van 28 december 1978 (Stb. 677).

Besluit:

Artikel 2

  • 2 Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde goederen blijft tot het einde van de termijn waarin de aftrek wordt herzien, van toepassing artikel 11, letters a en r, van de wet, zoals die bepalingen luidden vóór 1 januari 1979.

Artikel 3

Ten aanzien van de verhuur van parkeerruimte voor voertuigen en de verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen vindt de uitzondering op de vrijstelling van omzetbelasting voor de verhuur van onroerend goed, vervat in artikel 11, eerste lid, letter b, 3°, van de wet, geen toepassing, ingeval deze verhuur betrekking heeft op een periode welke niet langer is dan één jaar en aanvangt vóór of op 1 januari 1979.

Artikel 4

Ingeval de termijn gedurende welke de ondernemer op zijn verzoek ter zake van de verhuur van onroerend goed omzetbelasting is verschuldigd, is aangevangen vóór 1 januari 1979, behoeft het verzoek voor de toepassing van artikel 11, eerste lid, letter b, 5°, van de wet niet mede door de huurder te zijn gedaan.

Artikel 5

Voor het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneelvoorstellingen (opera's, operettes, dansen, pantomimes, revues en cabarets daaronder begrepen) welke plaatsvinden vóór 1 januari 1980, bedraagt de omzetbelasting 4 percent, ingeval vóór 1 januari 1979 een factuur is uitgereikt of de vergoeding is ontvangen.

Artikel 6

  • 1 Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 1979.

  • 2 Deze beschikking kan worden aangehaald als Overgangsbeschikking omzetbelasting 1978.

's-Gravenhage, 29 december 1978

De

Staatssecretaris

van Financiën,

A. Nooteboom

Naar boven