Besluit van 26 oktober 1978, houdende regelen inzake chloorfluormethanen bevattende
spuitbussen
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 23 mei
1978, DGMH/L, nr. 152544, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische
Zaken en van Landbouw en Visserij;
Overwegende dat het wenselijk is dat, in verband met de mogelijke vermindering van
de ozon in de stratosfeer door inwerking van dichloordifluormethaan en trichloorfluormethaan
en de nadelige gevolgen daarvan voor de gezondheid van de mens, de luchtverontreiniging
door gebruik van spuitbussen die deze stoffen bevatten, wordt beperkt, en dat als
eerste stap daartoe wordt voorgeschreven dat de gebruiker van spuitbussen met het
oog op deze effecten wordt gewaarschuwd;
Gelet op de artikelen 13, 15 en 88 van de Wet inzake de luchtverontreiniging (Stb. 1970, 580);
Gezien het advies van de Raad inzake de luchtverontreiniging van 8 december 1977;
De Raad van State gehoord (advies van 5 juli 1978, nr. 20);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van
25 oktober 1978, DGMH/L, nr. 160121, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister
van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: