Besluit ex artikel 4 Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945

Geraadpleegd op 03-10-2024.
Geldend van 09-05-1992 t/m heden

Besluit van 7 juli 1978, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 16 mei 1978, Hoofdafdeling Verzetsdeelnemers en Vervolgden, nr. 59556;

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1977, 494);

Gezien de adviezen van de Uitkeringsraad, alsmede van de Stichting Joods Maatschappelijk Werk, de Stichting Pelita en de Stichting 1940-1945;

De Raad van State gehoord (advies van 14 juni 1978, nr. 16);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 5 juli 1978, Hoofdafdeling Verzetsdeelnemers en Vervolgden, nr. 63705;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het bepaalde in artikel 4, eerste lid, onder b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1986, 386) is niet van toepassing op:

Artikel 2

Het bepaalde in artikel 4, eerste lid, onder b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 is mede niet van toepassing op degene, die niet behoort tot de in artikel I genoemde groepen van personen, doch aan wie vóór 1 januari 1978 rechten waren toegekend ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en die tevens aanspraken ontleende aan de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 dan wel aan de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers.

Artikel 3

Artikel 4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 is, voor zover het betreft de kosten van bijzondere voorzieningen als bedoeld in de artikelen 20, 21 en 21a van die wet, welke noodzakelijk zijn gemaakt wegens ziekten en gebreken, als bedoeld in artikel 7 van die wet, niet van toepassing op de vervolgde die recht heeft op een buitengewoon pensioen krachtens artikel 6 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, dat is berekend naar een invaliditeitspercentage van 80 of meer.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 1978.

Lasten en bevelen, dat dit besluit en de bijbehorende Nota van toelichting in het Staatsblad zullen worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 7 juli 1978

Juliana

De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,

J. G. Kraaijeveld-Wouters

Uitgegeven de zeventiende augustus 1978

De Minister van Justitie,

J. de Ruiter