Aanwijzing laboratoria voor onderzoek van monsters van waren

[Regeling vervallen per 28-08-2004.]
Geraadpleegd op 27-07-2024.
Geldend van 11-03-1987 t/m 27-08-2004

Aanwijzing laboratoria voor onderzoek van monsters van waren

De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,

Gelet op artikel 23, eerste lid, van de Warenwet (Stb. 1935, 793), zoals sindsdien gewijzigd, laatstelijk bij de Wet van 21 december 1972 (Stb. 730).

Besluit:

1.

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De volgende laboratoria worden aangewezen als in het bijzonder toegerust voor de daarbij vermelde onderzoeken:

  • 1. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Enschede voor het onderzoek van:

    • a. monsters van cosmetica;

    • b. monsters van waren vallende onder het Vulselbesluit (Warenwet);

  • 2. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Utrecht voor het onderzoek van:

    • a. monsters van artikelen, bestemd of gebruikt voor verpakking van eet- en drinkwaren en van gebruiksartikelen, die worden gebezigd voor de bereiding, de vervaardiging, de samenstelling of de bewaring van eet- of drinkwaren, een en ander voor wat betreft het onderzoek van de samenstelling van die artikelen op organische bestanddelen en het onderzoek naar de migratie van organische bestanddelen uit die artikelen;

    • b. monsters van voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong op residuen van bestrijdingsmiddelen voor directe toepassing op dieren, veevoeder-additieven en diergeneesmiddelen;

  • 3. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Amsterdam voor het onderzoek van:

    • a. monsters van geur- en smaakstoffen, bestemd voor de bereiding of de samenstelling van eet- en drinkwaren en van monsters van eet- en drinkwaren op de aanwezigheid van geur- en smaakstoffen in die eet- en drinkwaren;

    • b. monsters van vruchtensappen, vruchtendranken, vruchtenlimonades, jam en geconserveerde vruchtenprodukten, alsmede van monsters van wijnen en wijndestillaten een en ander voor wat betreft het echtheidsonderzoek;

    • c. organische milieucontaminanten in eet- en drinkwaren.

  • 4. het laboratorium van de keuringsdienst van waren te Dordrecht voor het onderzoek van:

    • a. monsters van drukverpakkingen op haar deugdelijkheid;

    • b. monsters van aërosolen met betrekking tot de voorschriften gesteld in het Aërosolenbesluit (Warenwet);

  • 5. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Leeuwarden voor het onderzoek van monsters van eet- en drinkwaren op zware metalen;

  • 6. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Haarlem voor het onderzoek van:

    • a. monsters van artikelen, bestemd of gebruikt voor verpakking van eet- en drinkwaren en van gebruiksartikelen, die worden gebezigd voor de bereiding, de vervaardiging, de samenstelling of de bewaring van eet- of drinkwaren, één en ander voor wat betreft het onderzoek van de samenstelling van die artikelen op anorganische bestanddelen en het onderzoek naar de migratie van anorganische bestanddelen uit die artikelen;

    • b. monsters van speelgoed;

    • c. monsters van vuurwerk;

    • d. monsters van waren als bedoeld in het Besluit draagbaar klimmaterieel (Warenwet) (Stb. 1986, 86);

  • 7. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Maastricht voor het onderzoek van monsters van eet- en drinkwaren op vitamines en op voor de voeding belangrijke sporenelementen;

  • 8. het Laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Nijmegen voor het onderzoek van:

    • a. monsters van eet- en drinkwaren op de aard en samenstelling van het daarin aanwezige vet;

    • b. monsters van waren in de zin van artikel 1 van de Warenwet, op het aanwezig zijn van radionucliden.

  • 9. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Rotterdam voor het onderzoek van:

    • a. monsters van kleurstoffen, bestemd voor de bereiding, de vervaardiging of de samenstelling van eet- en drinkwaren en van monsters van eet- en drinkwaren op de aanwezigheid van kleurstoffen in of op die eet- en drinkwaren;

    • b. monsters van eet- en drinkwaren, of van grondstoffen daarvoor, op de aanwezigheid van mycotoxinen;

  • 10. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Goes voor het onderzoek van:

    • a. monsters van waren, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Emulgatorenbesluit (Warenwet);

    • b. monsters van eet- en drinkwaren op de in artikel 1 van het Emulgatorenbesluit (Warenwet) bedoelde stoffen;

  • 11. het laboratorium van de Rijkskeuringsdienst van Waren te 's-Hertogenbosch voor het onderzoek van:

    • a. monsters van suikervervangende en kunstmatige zoetstoffen;

    • b. monsters van eet- en drinkwaren op suikervervangende en kunstmatige zoetstoffen.

  • 12. het laboratorium van de Rijkskeuringsdienst van Waren te Zutphen voor het onderzoek van:

    • a. monsters van specerijen en daarenboven van andere hulpstoffen gebruikt bij de bereiding van vlees en vleeswaren;

    • b. monsters van eet- en drinkwaren op aard en samenstelling van hun eiwitbestanddeel.

  • 13. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Alkmaar voor het onderzoek van:

    • a. monsters van tabak en produkten op basis van tabak, met dien verstande dat de Hoofdgroep Maatschappelijke Technologie van het TNO te Delft vooralsnog het onderzoek van sigaretten op teer en nicotine zal verrichten;

    • b. monsters van waren als bedoeld in het Textielartikelenbesluit (Warenwet);

  • 14. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Groningen voor het onderzoek van:

    • a. monsters van was- en reinigingsmiddelen;

    • b. monsters van kinderveilige verpakkingen.

  • 15. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te Assen voor het onderzoek van monsters van redding-en zwemvesten ,met dien verstande dat het Kunststoffen en rubber instituut van T.N.O. te Delft zulks op aanwijzing en ter beoordeling van de directeur van eerdergenoemde dienst, vooralsnog het onderzoek van reddingen zwemvesten zal verrichten;

  • 16. het laboratorium van de Keuringsdienst van Waren te 's-Gravenhage voor onderzoek van:

    • a. monsters van asbesthoudende artikelen;

    • b. monsters van graan, meel, brood en bakkerijprodukten;

    • c. monsters van spaanplaat en spaanplaatbevattende artikelen;

  • 17. het laboratorium van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne voor het onderzoek van monsters van waren op het gehalte aan N-nitrosaminen.

  • 18. De laboratoria van de Rijkskeuringsdiensten van Waren te Haarlem, 's-Hertogenbosch en Leeuwarden voor fysisch-mechanisch onderzoek van monsters van niet-eet- en drinkwaren voor zover op specifieke terreinen andere laboratoria van de Rijkskeuringsdienst van Waren daarvoor niet zijn aangewezen.

2.

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De beschikking van de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 20 april 1972, nr. 102 613 (Stcrt. 85), laatstelijk gewijzigd bij de beschikking van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 24 februari 1976, nr. 171 101 (Stcrt. 47), wordt ingetrokken.

3.

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking van deze beschikking in de Staatscourant.

Leidschendam, 21 september 1976

De Staatssecretaris voornoemd,

J. P. M. Hendriks.

Naar boven