Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 14 november 1974, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 523/674;
Overwegende, dat het wenselijk is, ter uitvoering van artikel 77, tweede lid, van de Grondwet, de regels voor de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om gratie
te herzien en voorschriften vast te stellen omtrent de verlening van gratie onder
voorwaarden;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 15 januari 1975, nr. 1);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en de Staatssecretaris van
Justitie van 2 juni 1976, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 126/676;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Dit besluit verstaat onder:
"Onze Minister": Onze Minister van Justitie;
"openbaar ministerie": het openbaar ministerie dat is belast met de tenuitvoerlegging
van het vonnis of arrest, dan wel sententie, waarop het verzoekschrift om gratie betrekking
heeft.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Omtrent verzoekschriften, overeenkomstig de wettelijke voorschriften ingediend, om
vermindering, verandering of kwijtschelding van straffen, door vonnis, arrest of sententie
van een Nederlandse rechter opgelegd, wordt door Onze Minister, voordat daarop wordt
beschikt, het advies ingewonnen van de rechter die de straf heeft opgelegd. Verzoekschriften
die niet bij Ons zijn ingediend worden, voordat het advies van de rechter wordt ingewonnen,
aan Ons voorgelegd.
-
3 De voorgaande leden blijven buiten toepassing indien het verzoekschrift is voorafgegaan
door een eerder verzoekschrift om gratie van dezelfde straf, waarop binnen één jaar
voor de indiening van het tweede verzoekschrift is beschikt, tenzij in het latere
verzoekschrift nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Indien het gerecht waarvan het vonnis, arrest of de sententie afkomstig is, ontbonden
of opgeheven is, wordt het advies ingewonnen van de rechter aan wie de rechtsmacht
is opgedragen, tevoren door dat gerecht uitgeoefend.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 De krachtens de voorgaande artikelen aangewezen rechter, aan wie een verzoekschrift
om gratie door tussenkomst van Onze Minister is toegezonden, stelt het onverwijld
in handen van het openbaar ministerie, ten einde daarover verslag te doen en een oordeel
te geven over de beslissing die op het verzoekschrift ware te nemen.
-
2 Het openbaar ministerie draagt zorg dat de tenuitvoerlegging van de straf waarvan
gratie is verzocht, wordt of blijft opgeschort, overeenkomstig de te dien aanzien
geldende wettelijke voorschriften.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
De rechter zendt zijn advies, met daarbij gevoegd het verslag van het openbaar ministerie,
aan Onze Minister.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
2 Zo het rechterlijk advies niet met eenparigheid van stemmen is vastgesteld, wordt
het gevoelen van de minderheid met de daarvoor aangevoerde gronden en de verhouding
der stemmen in het advies medegedeeld, indien het college dit in het belang van de
zaak nuttig acht, een lid van de minderheid dit verlangt of daartoe van Onzentwege
het verzoek is gedaan.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
2 Het eerste lid, aanhef en onder a, blijft buiten toepassing, indien het verzoekschrift een of meer vrijheidsstraffen
betreft met een gezamenlijke duur van zes jaar of langer dan wel indien gebleken is
dat het rechterlijk advies niet met eenparigheid van stemmen is vastgesteld. Het bepaalde
in het eerste lid blijft tevens buiten toepassing, indien overeenkomstig artikel 10, eerste volzin, het gevoelen van een andere Minister is ingewonnen, en deze blijk geeft van een
van Onze Minister afwijkend gevoelen over de op het verzoekschrift te nemen beschikking.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Onze Minister zendt de verzoekschriften die niet overeenkomstig het vorige artikel
zijn afgedaan aan Ons toe met zijn voordracht omtrent het op het verzoek te nemen
besluit. Bijgevoegd wordt het rechterlijk advies en het verslag van het openbaar ministerie
met de daarbij behorende bescheiden en opgaven.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Indien het wenselijk is dat enige andere Minister wordt gehoord, voordat op het verzoekschrift
wordt beschikt, wint Onze Minister diens gevoelen in. De ambtsbrief van die Minister
wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, bij de aan Ons toe te zenden stukken
gevoegd, ofwel wordt door Onze Minister en die Minister aan Ons een gemeenschappelijke
voordracht gedaan.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Indien Wij of Onze Minister dit wenselijk achten, wordt, behalve het advies van de
in artikel 2 onderscheidenlijk artikel 3 aangewezen rechter, ook het advies ingewonnen van de Kamer voor strafzaken van de
Hoge Raad der Nederlanden. Dit advies wordt bij de in artikel 9 bedoelde stukken gevoegd.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Naar aanleiding van een verzoekschrift om gratie kan zowel Onze Minister als de rechter
en het openbaar ministerie omtrent de veroordeelde inlichtingen inwinnen bij de daarvoor
in aanmerking komende autoriteiten, instellingen en personen. Indien de ontvangen
inlichtingen daartoe naar het oordeel van Onze Minister aanleiding geven, kan hij
nader advies inwinnen van de rechter die de straf heeft opgelegd. De artikelen 4-7 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
3 Bij de toepassing van het vorige lid bepaalt Onze Minister de plaats waar en de termijn
waarbinnen de geldsom moet worden betaald, onderscheidenlijk de schade moet worden
vergoed. Hij kan betaling in termijnen toestaan. Hij kan de gestelde termijn of termijnen
verlengen met dien verstande dat de totale tijdsduur een tijdvak van twee jaar niet
mag overschrijden. De termijn of eerste termijn vangt aan zodra de in artikel 18, derde lid, bedoelde betekening is geschied.
-
4 Voor zover dit bij het besluit waarbij gratie is verleend is bepaald, houdt het openbaar
ministerie onderscheidenlijk - indien het vonnis is uitgesproken met toepassing van
de bijzondere strafbepalingen voor minderjarigen - de raad voor de kinderbescherming
toezicht op de naleving van de gestelde voorwaarden.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Tenzij geen andere voorwaarden zijn gesteld dan die bedoeld in artikel 13, tweede lid, zijn de voorwaarden van kracht gedurende een door Onze Minister te bepalen proeftijd.
Onze Minister kan deze proeftijd verkorten of verlengen. Deze proeftijd bedraagt bij
veroordelingen wegens misdrijf ten hoogste drie jaren en overigens ten hoogste twee
jaren. Is de veroordeling uitgesproken met toepassing van de bijzondere strafbepalingen
voor minderjarigen, dan bedraagt de proeftijd ten hoogste twee jaren en eindigt hij
van rechtswege wanneer de veroordeelde meerderjarig wordt.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Onze Minister kan aan een vereniging of stichting als bedoeld in artikel 4 van de Reclasseringsregeling 1970 dan wel aan bijzondere, door hem aangewezen, ambtenaren opdracht geven de veroordeelde
bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen. Een dergelijke opdracht
kan, indien de veroordeling is uitgesproken met toepassing van de bijzondere strafbepalingen
voor minderjarigen, ook worden gegeven aan een rechtspersoon als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Wij kunnen, op voorstel van Onze Minister, de voorwaarden, gedurende de proeftijd
of gedurende de tijd dat deze is geschorst, aanvullen, wijzigen of opheffen.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Indien de voorwaarden niet worden nageleefd, kunnen Wij op voorstel van Onze Minister
het besluit waarbij gratie is verleend herroepen. Deze herroeping vindt niet plaats
dan nadat de veroordeelde, alsmede, zo deze nog minderjarig is en de veroordeling
is uitgesproken met toepassing van de bijzondere strafbepalingen voor minderjarigen,
degenen die het gezag over hem uitoefenen, zo enigszins mogelijk, door het openbaar
ministerie zijn gehoord en het van dat verhoor opgemaakte proces-verbaal aan Ons is
overgelegd.
-
2 De herroeping kan niet meer plaatshebben, wanneer sedert het einde van de proeftijd
een termijn van drie maanden is verstreken, tenzij de veroordeelde vóór de afloop
daarvan ter zake van een gedurende de proeftijd begaan strafbaar feit is vervolgd
en de vervolging met een onherroepelijke strafbaarverklaring eindigt. Alsdan kan nog
ter zake van het begaan van dat feit binnen drie maanden, nadat de strafbaarverklaring
onherroepelijk is geworden, de herroeping geschieden.
-
3 In geval van herroeping wordt de geldsom teruggegeven, die ter voldoening aan een
bij het herroepen besluit gestelde voorwaarde aan de Staat was betaald. Indien gedeeltelijke
betaling heeft plaatsgehad, kan nochtans bij de herroeping worden bepaald dat het
gestorte bedrag niet wordt teruggegeven, onder vermindering van de duur van de te
ondergane vrijheidsstraf naar evenredigheid.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Wanneer Wij gunstig op een verzoekschrift om gratie hebben beschikt, wordt afschrift
van Ons besluit aan de veroordeelde uitgereikt en de verzoeker, zo deze een ander
is, van de gratieverlening in kennis gesteld.
-
3 Wanneer gratie is verleend onder voorwaarden, wordt de inhoud van die voorwaarden
betekend aan de veroordeelde en aan degene die met het verlenen van hulp en steun
is belast. Indien de voorwaardelijke gratieverlening een veroordeling betreft welke
is uitgesproken met toepassing van de bijzondere strafbepalingen voor minderjarigen,
geschiedt de betekening tevens aan degenen die het gezag over de minderjarigen uitoefenen.
Van iedere aanvulling, wijziging of opheffing van de voorwaarden, dan wel van de herroeping
van een besluit waarbij gratie is verleend, wordt eveneens op deze wijze kennis gegeven.
De betekening geschiedt aan de veroordeelde in persoon.
Artikel 19
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Indien bijzondere omstandigheden Onze Minister aanleiding geven om, zonder dat een
daartoe strekkend verzoekschrift is ingediend, een voorstel tot gratieverlening in
overweging te nemen, wordt het advies ingewonnen van de in artikel 2 onderscheidenlijk artikel 3 aangewezen rechter. Tenzij, met Onze machtiging, Onze Minister anders bepaalt, zijn
de artikelen 4-7, 9-12 en 20 bij het inwinnen van het advies van toepassing.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1 Indien een verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van gratie van de doodstraf, opgelegd
door vonnis of sententie van de militaire rechter, wordt daarop, behalve de in artikel 2 onderscheidenlijk artikel 3 aangewezen rechter, gehoord de Hoge Raad, die zijn advies in een algemene vergadering
vaststelt.
-
2 Strekt het verzoekschrift tot het verkrijgen van gratie van de doodstraf, opgelegd
door een vonnis van een krachtens de Wet Oorlogsstrafrecht aangewezen bijzondere rechtbank, dan wordt, behalve het advies van die rechtbank,
het advies ingewonnen van het Bijzondere Hooggerechtshof.
Artikel 21
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
De artikelen 1-19 blijven van toepassing, indien een door de rechter opgelegde straf bij wege van gratie
is verminderd, dan wel veranderd in een andere straf, en daarvan alsnog vermindering
of kwijtschelding wordt verzocht.
Artikel 22
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
2 Op het tijdstip waarop dit besluit in werking treedt vervalt het Koninklijk besluit
van 13 december 1887, Stb. 215 "Gratiebesluit", alsmede het Koninklijk besluit van 21 oktober 1856, nr. 82,
houdende eene Instructie voor het Departement van Justitie nopens de afwijzing van
sommige verzoeken om gratie.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
In gevallen waarin, op het tijdstip waarop dit besluit in werking treedt, nog moet
worden beslist op een vóór dat tijdstip ingediend verzoekschrift om gratie, blijven
de op dat tijdstip vervallende bepalingen van toepassing op de te volgen procedure.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Dit besluit kan worden aangehaald als "Gratieregeling 1976".