Vergoedingenbesluit Kamer voor de Binnenvisserij 1975

Geraadpleegd op 22-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 04-06-2003 en zichtdatum 01-05-2024.
Geldend van 04-06-2003 t/m 31-12-2006

Besluit van 26 september 1975, tot vaststelling van het Vergoedingenbesluit Kamer voor de Binnenvisserij 1975

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 19 augustus 1975, No. J 1815, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Gelet op artikel 53, tweede lid, van de Visserijwet 1963;

De Raad van State gehoord (advies van 3 september 1975, no. 19);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 22 september 1975, no. J 2007, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Voor het leiden van zittingen of andere bijeenkomsten van de Kamer voor de Binnenvisserij wordt aan de plaatsvervangende voorzitter een vergoeding toegekend van € 90,76 per dag.

Artikel 2

Voor het bijwonen van zittingen of andere bijeenkomsten van de Kamer voor de Binnenvisserij wordt aan de leden een vergoeding toegekend van € 90,76 per dag.

Artikel 3

Voor het houden van besprekingen, welke buiten de zittingen en andere bijeenkomsten van de Kamer voor de Binnenvisserij op voorstel van de voorzitter elders plaatsvinden, wordt aan de leden een vergoeding toegekend van € 20,42 per uur met een maximum van € 45,38 per dag.

Artikel 4

De in de voorgaande artikelen bedoelde vergoedingen worden niet toegekend, indien de aldaar genoemde personen bij het Rijk een bezoldigd ambt bekleden, voor zover Onze Minister van Landbouw en Visserij niet anders bepaalt.

Artikel 5

  • 1 De plaatsvervangende voorzitter en de leden van de Kamer voor de Binnenvisserij genieten in verband met de in de vorige artikelen genoemde werkzaamheden een vergoeding voor reis- en verblijfkosten op de voet van het bepaalde in het Reisbesluit 1971 en de Reisbeschikking Nederland.

  • 2 De plaatsvervangende voorzitter wordt ingedeeld in categorie A van de Reisbeschikking Nederland; de leden worden ingedeeld in categorie B van deze beschikking.

Artikel 7

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Vergoedingenbesluit Kamer voor de Binnenvisserij 1975.

  • 2 Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad.

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 26 september 1975

Juliana

De Minister van Landbouw en Visserij,

Van der Stee

Uitgegeven de vierde november 1975

De Minister van Justitie,

Van Agt

Naar boven