Instelling Commissie Overleg Scholenbouwplan

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 07-12-2023.
Geldend van 28-08-1975 t/m 30-12-2004

Instelling Commissie Overleg Scholenbouwplan

De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen,

Overwegende, dat het voor het te voeren scholenbouwbeleid van belang is te kunnen beschikken over adviezen met betrekking tot het jaarlijks vast te stellen scholenbouwplan;

dat daartoe overleg met de onderwijsorganisaties, alsmede met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wenselijk is,

Besluit:

met ingang van de datum van deze beschikking:

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • I in te stellen de Commissie Overleg Scholenbouwplan voortgezet onderwijs, verder te noemen de commissie:

    Taak

    De commissie beraadt zich over het in het desbetreffende jaar voorliggende conceptscholenbouwplan, dat betrekking heeft op de voorbereiding en realisering van schoolgebouwen in de sector van het voortgezet onderwijs voor de komende vier jaren. Ook toekomstige plannen kunnen in het overleg worden betrokken, evenals een verdere harmonisering en eventuele bijstelling van het systeem van de urgentie-criteria. Ten slotte kan de commissie al datgene in de beraadslaging betrekken, wat ter zake van de voorbereiding van de onderwerpelijke beleidsbeslissing dienstig wordt geacht.

    Lid

    Namens het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen:

    • -

      M. H. C. Fakkert, directeur van de directie Bouwzaken Onderwijs, tevens voorzitter;

    • -

      drs. A Sierat, plaatsvervangend directeur voor economische zaken van de directie Bouwzaken Onderwijs, tevens vice-voorzitter;

    • -

      drs. A. C. J. Janssen, van de directie Bouwzaken Onderwijs, secretaris;

    • -

      C. J. M. van Eijk, vertegenwoordigende de directie Kleuter- en basisonderwijs;

    • -

      W. C. J. de Haas, vertegenwoordigende de directie Algemeen voortgezet en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs;

    • -

      J. C. Dunn, vertegenwoordigende de directie Technisch beroepsonderwijs;

    • -

      Mr. J. Meyer, vertegenwoordigende de directie Beroepsgericht voortgezet onderwijs;

    • -

      J. Hoefnagel, vertegenwoordigende de directie Onderwijs en vorming werkende jongeren;

    • -

      drs. H. W. A. van de Ven, vertegenwoordigende de directie Opleiding docenten;

    • -

      drs. F. Th. Swarte, vertegenwoordigende de directie Onderwijsvernieuwing en planning:

    Namens de Vereniging Nederlandse Katholieke Schoolraad (N.K.S.R.):

    • -

      nader aan te wijzen;

    • -

      nader aan te wijzen;

    Namens de Stichting Besturenraad Prof. Chr. Onderwijs:

    • -

      drs. W. J. Deetman;

    • -

      G. H. Voortman:

    Namens de Stichting Algemene Bonden van Scholen (A.B.S.):

    • -

      A. P. Oosthoek;

    • -

      W. Middelbos;

    Namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten:

    • -

      mr. J. Knottnerus;

    • -

      A. A. J. M. van Lier;

    Namens de Landelijke Organisatie Vormingswerk werkende jongeren:

    • -

      drs. J. Stikkers;

    Namens de Landelijke Organisatie voor Christelijk Vormingswerk:

    • -

      J. Rep.

    De leden kunnen zich – in geval van verhindering – laten vervangen door een plaatsvervanger.

    Werkwijze

    De commissie komt ten minste eenmaal per jaar in voltallige vergadering bijeen. De commissie kan zich door derdendeskundigen doen bijstaan.

    De commissie kan een of meer subcommissies vormen.

    Verantwoording

    De commissie brengt zijn bevindingen c.q. voorstellen schriftelijk ter kennis van de Staatssecretaris (S.O.).

  • II te bepalen dat aan de commissie en de derden-deskundigen uit 's Rijks kas vergoeding voor reis- en verblijfkosten wordt verleend volgens de regelen welke voor de Rijksdienst gelden. Voor de niet-ambtelijke leden is ter zake van toepassing categorie A van het Reisbesluit 1971.

Deze beschikking zal worden geplaatst in de Nederlandse Staatscourant.

, 31 juli 1975

Naar boven