Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 augustus 1974, no. RXW 57136, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht;
Gelet op de Wegenverkeerswet;
De Raad van State gehoord (advies van 11 september 1974, no. 6);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 24 september 1974, no. RXW 65254, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht;
Hebben goedgevonden en verstaan: