Besluit van 6 juni 1972, houdende bepaling van de afstand uit de kust waarbinnen geen
afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in het water van de volle zee
gebracht mogen worden
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 23 februari 1972,
no. RWS/A 12639, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht,
mede namens zijn ambtgenoot van Justitie;
Gelet op artikel 1, vierde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1969, 536);
De Raad van State gehoord (advies van 15 maart 1972, no. 4);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 mei 1972,
no. RWS 29801, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht, mede
namens zijn ambtgenoot van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan: