Besluit ex artikel 1, vierde lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren

[Regeling vervallen per 22-12-2009.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 20-07-1972 t/m 21-12-2009

Besluit van 6 juni 1972, houdende bepaling van de afstand uit de kust waarbinnen geen afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in het water van de volle zee gebracht mogen worden

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 23 februari 1972, no. RWS/A 12639, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht, mede namens zijn ambtgenoot van Justitie;

Gelet op artikel 1, vierde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1969, 536);

De Raad van State gehoord (advies van 15 maart 1972, no. 4);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 mei 1972, no. RWS 29801, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht, mede namens zijn ambtgenoot van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

art 1

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De afstand uit de kust waarbinnen zonder vergunning van of vanwege Onze Minister van Verkeer en Waterstaat geen afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, die vanuit of over het grondgebied van Nederland daartoe zijn aangevoerd, in het water van de volle zee gebracht mogen worden, wordt bepaald door de navolgende grenzen:

  • I. in het noorden: de parallel van de 61ste breedtegraad;

  • II. in het oosten en zuiden:

    • 1°. de kust van Noorwegen en Zweden ten zuiden van de 61ste breedtegraad tot het punt waar de rechte lijn, getrokken van de vuurtoren van Skagen over de vuurtoren van Hamnskär, de Zweedse kust snijdt;

    • 2°. de rechte lijn getrokken van de vuurtoren van Skagen over de vuurtoren van Hamnskär tot het punt waar deze de Zweedse kust snijdt;

    • 3°. de kust van Denemarken ten westen van het punt waar de onder 2° genoemde lijn deze kust snijdt;

    • 4°. de kust van de Bondsrepubliek Duitsland, Nederland, België en Frankrijk tot het punt waar de parallel van de vuurtoren van Ouessant de Franse kust snijdt;

    • 5°. de parallel van de vuurtoren van Quessant vanaf het punt waar deze de Franse kust snijdt tot het punt waar deze de onder 6° genoemde lijn snijdt;

    • 6°. de rechte lijn, getrokken op vijftig zeemijlen ten westen van de rechte lijn die de vuurtoren van Bishop Rock op de Scilly eilanden verbindt met de vuurtoren van Quessant, tot het punt waar deze de parallel van de vuurtoren van Quessant en de onder 7° genoemde lijn snijdt;

    • 7°. de rechte lijn, getrokken van de vuurtoren van Landsend over de vuurtoren van Bishop Rock op de Scilly eilanden tot het punt waar die de onder 6° genoemde lijn snijdt;

  • III. in het westen:

    • 1°. de zuidelijke en oostelijke kusten van Groot-Brittannië ten oosten van het punt waar de onder II, 7° genoemde lijn deze kust snijdt;

    • 2°. de meridiaan van de vuurtoren van Duncansby Head tot aan de parallel van de 61ste breedtegraad.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 6 juni 1972.

JULIANA.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

W. DREES.

De Minister van Justitie,

VAN AGT.

Uitgegeven achttiende juli 1972.

De Minister van Justitie,

VAN AGT.

Naar boven