Beschikking regeling toezicht op experimenten en samenwerkingsprojecten

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 11-12-2024.
Geldend van 08-05-1972 t/m 30-12-2004

Beschikking regeling toezicht op experimenten en samenwerkingsprojecten

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

Overwegende, dat er voor de desbetreffende taken van de daarbij betrokken sectoren van het rijksschooltoezicht behoefte is aan landelijke coördinatie van de onderwijskundige vernieuwingsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van het participatie-onderwijs, bekostigd krachtens de Experimentenwet onderwijs dan wel krachtens de geldende wettelijke voorschriften;

Dat het in verband met die coördinatie wenselijk is voor de leden van de daarvoor in aanmerking komende inspectiesectoren bindende aanwijzigingen te geven met betrekking tot de binnen het kader van de experimenten te verrichten werkzaamheden,

Besluit:

I. Met betrekking tot het toezicht op de experimenten, zijnde onderwijskundige vernieuwingsactiviteiten, bekostigd krachtens de Experimentenwet onderwijs

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het toezicht op de experimenten op scholen of instituten, aangeduid als streekcentra, wordt als een bijzondere taak opgedragen aan één of meer daartoe door de Minister aangewezen inspecteurs. In het geval meer inspecteurs daartoe worden aangewezen wordt een regionale werkverdeling getroffen.

  • 2 de inspecteurs zien toe, dat de in het kader van de uitvoering van de experimenten van toepassing zijnde wettelijke voorschriften worden nageleefd.

  • 3

    • a. De inspecteurs zorgen door bezoek ter plaatse voortdurend bekend te blijven met de toestand van de uitgevoerde experimenten.

    • b. Zij trachten, mede door overleg met het bevoegd gezag, het personeel van de inrichtingen van voortgezet onderwijs en van de organen van het leerlingwezen en met de patroons-voor zover zij bij de experimenten zijn betrokken- de ontwikkeling van de experimenten te bevorderen.

    • c. Zij doen de Minister alle voorstellen, die zij in het belang van de experimenten nodig achten.

  • 4 De inspecteurs, bedoeld in het eerste lid, onderhouden nauwe contacten met de andere inspecteurs in wier ambtsgebied de experimenten plaatsvinden alsmede met de inspecteurs die belast zijn met het onderhouden van contacten met de landelijke opleidingsorganen van het leerlingwezen, een en ander ter bevordering van een zo effectief mogelijk toezicht. Zij zijn tevens belast met de coördinatie van de door deze andere inspecteurs uit te brengen specifiek deskundige adviezen.

II. Met betrekking tot het toezicht op de samenwerkingsprojecten, zijnde onderwijskundige vernieuwingsactiviteiten, bekostigd krachtens de geldende voorschriften

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het toezicht op de samenwerkingsprojecten berust bij de inspecteurs, die bij die projecten betrokken zijn op grond van de op die projecten van toepassing blijvende wettelijke voorschriften en voor zover die projecten in hun ambtsgebieden vallen.

  • 2

    • a. De inspecteurs onderhouden, voor zover zij werkzaam zijn in hetzelfde rayon, met het oog op een efficiënte uitoefening van het toezicht en ter bevordering van een goede coördinatie met betrekking tot de door hen uit te brengen adviezen, nauw onderling contact.

    • b. Zij doen aan de inspecteurs aan wie de opdracht als bedoeld onder I-1 is verstrekt alle afschriften van stukken en alle informaties met betrekking tot de onder hun competentie vallende samenwerkingsprojecten toekomen.

  • 3 De coördinerende inspecteurs geven leiding aan het overleg tussen de bij de samenwerkingsprojecten betrokken rayoninspecteurs, overleggroepen, instituten, e.d. in samenwerking met de onder I-1 bedoelde inspecteurs.

III. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en kan worden aangehaald als 'Beschikking regeling toezicht op experimenten en samenwerkingsprojecten'.

De

Minister

van Onderwijs en Wetenschappen

C. van Veen