§ 2. Beperking van het beëindigen en aangaan van rechtsbetrekkingen
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald, dat het geneeskundigen in het algemeen, dan wel dat het geneeskundigen, behorende tot bij de regeling aangewezen categorieën, verboden is zonder vergunning van het bevoegd gezag een rechtsbetrekking, strekkende tot de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden in dienst van of voor een ander:
a. te beëindigen;
b. aan te gaan.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
Indien een rechtsbetrekking door één der partijen is beëindigd in strijd met een krachtens artikel 9, eerste lid, onder a, gesteld verbod of met een voorschrift, verbonden aan een krachtens dat lid verleende vergunning, kan de wederpartij gedurende zes maanden de nietigheid der beëindiging inroepen.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Het is zowel de geneeskundige als de wederpartij verboden een rechtsbetrekking, aangegaan in strijd met een krachtens artikel 9, eerste lid, onder b, gesteld verbod of met een voorschrift, verbonden aan een krachtens dat lid verleende vergunning, te laten voortduren.
3 De persoon, die zodanige rechtsbetrekking met de geneeskundige heeft aangegaan, is verplicht van de beëindiging van de rechtsbetrekking onverwijld aan het bevoegd gezag schriftelijk mededeling te doen.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
3 Bij een algemene maatregel van bestuur als in het tweede lid bedoeld kunnen omtrent het vragen van voorziening tegen beschikkingen, krachtens die maatregelen genomen, en de rechtsgang ter zake, regelen worden gesteld in afwijking van hoofdstuk IV.
§ 3. Opleggen van verplichtingen
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Het bevoegd gezag kan aan geneeskundigen, die Nederlander dan wel inwoner van Nederland zijn, met uitzondering van de Nederlanders, woonachtig in de Nederlandse Antillen of Aruba, de verplichting opleggen:
a. in een daartoe aangewezen gebied, al dan niet van een bepaalde plaats uit, de praktijk uit te oefenen;
b. bij ontstentenis of afwezigheid van een geneeskundige diens praktijk, geheel of voor een deel en al dan niet van een bepaalde plaats uit, waar te nemen;
c. anderszins alle of een deel van zijn beroepswerkzaamheden, al dan niet van een bepaalde plaats uit en al dan niet in dienst van of voor een ander, te verrichten;
d. daartoe aangewezen werkzaamheden, welke niet behoren tot de beroepswerkzaamheden van een geneeskundige, in het belang van de geneeskundige, tandheelkundige, verloskundige of farmaceutische voorziening, al dan niet in dienst van of voor een ander, te verrichten;
e. daartoe aangewezen werkzaamheden, bestaande in het volgen van een opleiding op geneeskundig, tandheelkundig, verloskundig of farmaceutisch gebied, bij een ander te verrichten.
3 Een beschikking krachtens het eerste lid bevat een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de opgelegde verplichting, alsmede van de plaats en tijd van aanvang en, indien mogelijk, van de waarschijnlijke duur van de werkzaamheden, welke uit de opgelegde verplichting voortvloeien. In voorkomend geval wijst zij voorts de natuurlijke of rechtspersoon aan, in wiens dienst dan wel voor of bij wie de werkzaamheden moeten worden verricht, en geeft zij daarbij aan in welke verhouding de geneeskundige tot die persoon zal staan.
5 De geneeskundige, die ten tijde van de oplegging der verplichting een rechtsbetrekking heeft, strekkende tot de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheden in dienst van of voor een ander of tot het verrichten van andere werkzaamheden dan de beroepswerkzaamheden van een geneeskundige in dienst van een ander, is verplicht binnen driemaal vierentwintig uur aan zijn wederpartij mededeling te doen van de hem opgelegde verplichting.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
De verplichtingen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, kunnen niet worden opgelegd aan geneeskundigen, die:
a. ingevolge een overeenkomst met een andere mogendheid of met een volkenrechtelijke organisatie van oplegging van zodanige verplichtingen uitgesloten zijn, of
b. behoren tot bij algemene maatregel van bestuur daartoe aangewezen categorieën of krachtens zodanige maatregel daartoe zijn aangewezen.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
De overeenkomstig artikel 13, derde lid, aangewezen persoon is verplicht de geneeskundige de werkzaamheden, welke uit de opgelegde verplichting voortvloeien, te laten verrichten.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Te rekenen van de dag, waarop een geneeskundige, aan wie krachtens artikel 13, eerste lid, de verplichting is opgelegd werkzaamheden als bedoeld in dat lid te verrichten in dienst van dan wel voor of bij een ander, deze werkzaamheden verricht, bestaat tussen die geneeskundige en degene, in wiens dienst dan wel voor of bij wie de werkzaamheden moeten worden verricht een rechtsbetrekking, die voor de toepassing van wettelijke voorschriften geacht wordt een rechtsbetrekking te zijn uit een ter zake van een verhouding als aangegeven krachtens artikel 13, derde lid, aangegane overeenkomst.
3 De rechtsbetrekking kan door partijen niet worden bëeindigd. Zij neemt van rechtswege een einde, zodra de geneeskundige van de opgelegde verplichting is ontslagen, of gaat behoren tot een der in artikel 14 bedoelde categorieën.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Zolang een geneeskundige door het voldoen aan een hem krachtens artikel 13, eerste lid, opgelegde verplichting verhinderd is te voldoen aan de verplichtingen, welke op hem krachtens een bestaande rechtsbetrekking als bedoeld in artikel 13, vijfde lid, rusten, is deze rechtsbetrekking geschorst, doch kan zij door partijen niet worden beëindigd zonder vergunning van het bevoegd gezag.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Aan een geneeskundige, als bedoeld in artikel 12, eerste lid, wordt voor de tijd, gedurende welke hij door het voldoen aan een hem krachtens artikel 13, eerste lid, opgelegde verplichting verhinderd is zijn bestaande dienstbetrekking te vervullen, in die dienstbetrekking verlof verleend. Bij algemene maatregel van bestuur worden hieromtrent nadere regelen gesteld.
2 De voordracht tot een algemene maatregel van bestuur als in het eerste lid bedoeld wordt Ons gedaan door Onze Minister van Binnenlandse Zaken, tezamen met Onze Minister en met Onze Ministers, wie het mede aangaat.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Het bevoegd gezag kan een geneeskundige van een hem krachtens artikel 13, eerste lid, opgelegde verplichting te allen tijde, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de geneeskundige of van de overeenkomstig het derde lid van dat artikel aangewezen persoon, ontslaan.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
1 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald, dat het geneeskundigen, aan wie ingevolge artikel 13, eerste lid, een verplichting kan worden opgelegd, verboden is het land te verlaten zonder door hem verleende vergunning.