1 Onverminderd het bepaalde in het derde lid van dit artikel en het bepaalde in artikel 107 van dit besluit, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder:
wet: de Schepenwet;
Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
kapitein: elke gezagvoerder van een schip of die deze vervangt;
schepelingen: allen die zich als scheepsofficieren of scheepsgezellen aan boord bevinden of zich
als zodanig hebben verbonden; scheepsofficieren zijn de schepelingen aan wie de monsterrol
de rang van officier toekent, scheepsgezellen zijn alle overige schepelingen;
gediplomeerden: zij die in het bezit zijn van een diploma bedoeld in de Wet op de zeevaartdiploma's
(Stb. 1935, 456);
Radioreglement: het Radioreglement (Trb. 1981, 78), behorende bij het op 6 november 1982 te Nairobi
tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende de Telecommunicatie (Trb. 1983,
164);
ISM-code: de internationale veiligheidscode voor de scheepvaart en ter voorkoming van verontreiniging
(International Safety Management Code), vastgesteld bij resolutie A.741(18) van 4
november 1993 door de Algemene Vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie;
passagiers: alle personen aan boord, met uitzondering van:
-
1e. de kapitein en de schepelingen;
-
2e. andere personen die, in welke hoedanigheid ook, aan boord ten behoeve van het schip
in dienst of tewerkgesteld zijn;
-
3e. kinderen die op de dag van inscheping de leeftijd van één jaar nog niet hebben bereikt;
passagiersregistratiebeambte: de verantwoordelijke persoon aan de wal die door de eigenaar van een passagiersschip
is aangewezen om aan de verplichtingen van de ISM-code te voldoen of een persoon aan
de wal die door de eigenaar verantwoordelijk is gemaakt voor het bijhouden van de
gegevens van personen die aan boord zijn gegaan van een passagiersschip;
aangewezen instantie: de bevoegde instantie van een staat die verantwoordelijk is voor de opsporings- en
reddingsoperaties of de afwikkeling van de gevolgen van een ongeluk.
stoom- of motorschip: een schip, geen zeilschip zijnde, met middelen tot werktuiglijke voortstuwing van
een voldoend vermogen, te beoordelen naar normen die in verband met de vorm en de
afmetingen van het schip, door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie worden vastgesteld;
zeilschip: een schip, al dan niet voorzien van middelen tot werktuiglijke voortstuwing, voldoende
zeilen voerend om alleen daarmede veilig te kunnen varen, te beoordelen naar normen
die in verband met de vorm en de afmetingen van het schip door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie
worden vastgesteld;
passagiersschip: elk schip dat door de eigenaar is bestemd om meer dan twaalf passagiers te vervoeren,
dan wel een schip, dat meer dan twaalf passagiers vervoert;
vrachtschip: elk schip geen passagiersschip of vissersvaartuig zijnde;
tankschip: een vrachtschip dat is gebouwd of is aangepast voor het vervoer in bulk van vloeibare
lading van ontvlambare aard;
chemicaliëntankschip: een vrachtschip dat is gebouwd of is aangepast en wordt gebruikt voor het vervoer
in bulk van vloeibare lading zoals vermeld in de opsomming van minimumeisen per stof,
behorende bij de door Onze Minister voor een zodanig schip gestelde aanvullende eisen,
bedoeld in artikel 130g;
gastankschip: een vrachtschip dat is gebouwd of is aangepast en wordt gebruikt voor het vervoer
in bulk van lading bestaande uit vloeibaar gemaakt gas of andere stoffen zoals vermeld
in de opsomming van minimumeisen, behorende bij de door Onze Minister voor een zodanig
schip gestelde aanvullende eisen, bedoeld in artikel 130g;
combinatietankschip: een schip ingericht voor het vervoer van afwisselend olie en stortladingen;
olietankschip: een schip dat is gebouwd voor of aangepast aan voornamelijk het vervoer van olie
in bulk in zijn laadruimten, daaronder begrepen combinatietankschepen en elk chemicaliëntankschip
indien dit schip een gehele of gedeeltelijke lading olie in bulk vervoert;
bulkcarrier: een schip dat in het algemeen is gebouwd met een enkel dek, top-zijtanks en hopper-zijtanks
in de vrachtruimen en dat is bestemd voor het vervoer van stortlading, waaronder worden
begrepen ertsschepen en combinatietankschepen;
hogesnelheidsvaartuig: een vaartuig dat een maximum snelheid in meters per seconde kan ontwikkelen gelijk
aan of groter dan 3,7 ▿0,1667, waarin ▿ = waterverplaatsing gemeten op de ontwerp-waterlijn (m3);
klein vaartuig: elk schip, dat
-
a. minder dan 500 ton meet;
-
b. een lengte, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van bijlage I bij dit besluit, heeft van minder dan 24 meter;
-
c. gebruikt wordt of bestemd is voor gebruik in een beperkt vaargebied van ten hoogste
30 zeemijlen uit de kust;
-
d. niet is een passagiersschip dat internationale reizen maakt; en
-
e. niet is een passagiersschip dat is ingericht om meerdaagse reizen te maken;
vissersvaartuig: elk vaartuig dat wordt gebezigd voor het vangen van vis, walvissen, zeehonden, walrussen
of andere levende rijkdommen van de zee;
baggermaterieel: elk schip dat door bouw en inrichting uitsluitend is aangewezen voor het verrichten
van of voor het gebruik ten dienste van aannemerswerken van waterbouwkundige aard;
internationale reis: een reis tussen twee verschillende landen, waarbij een gebied voor welks buitenlandse
betrekkingen een buiten dat gebied zetelende regering verantwoordelijk is of waarvan
de Verenigde Naties het besturend lichaam zijn, mede als een afzonderlijk land wordt
aangemerkt;
korte internationale reis: een internationale reis gedurende welke het schip zich niet meer dan 200 zeemijlen
verwijdert van een haven of een plaats waar passagiers en bemanning veilig kunnen
worden geland en waarbij noch de afstand tussen de laatste aanloophaven in het land
waar de reis aanvangt en de uiteindelijke haven van bestemming, noch de terugreis
600 zeemijlen overschrijden. Hierbij is de uiteindelijke haven van bestemming de laatste
aanloophaven van de vastgestelde reis, waarvandaan het schip de terugreis onderneemt
naar het land waar de reis aanving;
ton: registerton van 1/0,353 kubieke meter;
waar in dit besluit de grootte van een schip in deze eenheid wordt uitgedrukt, wordt
daaronder verstaan de bruto-inhoud van het schip als vastgesteld volgens de bepalingen
krachtens de Meetbrievenwet 1948;
indien de grootte van een schip is vastgesteld volgens de bepalingen krachtens de
Meetbrievenwet 1981 en derhalve wordt aangegeven als bruto-tonnage, heeft deze term dezelfde betekenis
als de term bruto-inhoud uitgedrukt in registerton;
lastlijn: de waterlijn bij de grootste geoorloofde inzinking in zeewater;
vrijboord: de in het midscheepse vlak vertikaal gemeten afstand van de bovenkant van de deklijn,
als aangegeven in artikel 3 van bijlage I van dit besluit, tot de bovenkant van de van toepassing zijnde lijn van het uitwateringsmerk, als
aangegeven in artikel 5 van genoemde bijlage ;
indompelingsgrenslijn: een lijn, gedacht op het scheepsboord, evenwijdig aan en op een afstand van 76 millimeter
onder de aansnijding van de bovenzijde van het schottendek met dit boord;
voortstuwingsvermogen:
-
a. het maximale vermogen, uitgedrukt in kiloWatt (kW), dat door de voortstuwingsmachine(s)
zonder overbelasting gedurende onbeperkte tijdsduur kan worden geleverd, zoals dit
vermogen, op grond van door de fabrikant verstrekte gegevens, door het Hoofd van de
Scheepvaartinspectie wordt vastgesteld, of
-
b. een door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie vastgesteld lager vermogen, indien
te zijnen genoegen wordt aangetoond dat slechts dit lagere vermogen ten behoeve van
de voortstuwing kan worden gebruikt; dit vermogen mag niet worden vastgesteld op een
waarde lager dan 75 percent van het maximale vermogen;
vlampunt: de laagste temperatuur van een vloeistof waarbij deze voldoende damp aan de lucht
afgeeft om een ontplofbaar mengsel van damp en lucht te doen ontstaan. Het vlampunt
moet worden bepaald volgens de gesloten-kroes-methode van Abel, Abel-Pensky of Pensky-Martens
en gecorrigeerd voor een barometerstand van 760 millimeter kwikkolom;
goedgekeurd: goedgekeurd door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie;
leeftijd van een schip: de tijd verlopen sedert het bouwjaar zoals aangegeven op het certificaat van deugdelijkheid
van het betreffende schip;
klassebureau: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, aangewezen krachtens artikel 6, tweede
lid, van de wet en krachtens artikel 6 van dit besluit;
verjaardatum: de datum van afgifte van de eerste certificaten voor een bepaald schip, in elk kalenderjaar,
volgend op het jaar waarin de eerste certificaten zijn afgegeven;
een schip gebouwd: een schip waarvan:
-
a. de kiel is gelegd, of
-
b.
-
1°. de aanbouw, herkenbaar als behorend tot een bepaald schip, is aangevangen, en
-
2°. is aangevangen met de samenbouw die ten minste 50 000 kg moet omvatten of één percent
van de geschatte massa van al het bouwmateriaal, welke van deze twee waarden de laagste
is;
belangrijke verbouwing: de verbouwing van een schip:
-
a. waardoor de afmetingen, het laadvermogen of de passagierscapaciteit van het schip
in belangrijke mate wordt gewijzigd;
-
b. waardoor het scheepstype wordt gewijzigd; of
-
c. die naar het oordeel van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie voornamelijk is gericht
op het verlengen van de levensduur van het schip.