Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 14 april 1964, Directie van de Arbeid, Hoofdafd. Wetgevingsbeleid, No. 5663, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw en Visserij;
Gelet op de artikelen 13, eerste lid, 14 en 15 der Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stb. 1962, 288);
Gezien het advies van de Bestrijdingsmiddelencommissie;
De Raad van State gehoord (advies van 17 juni 1964, No. 81);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 juli 1964, Directie van de Arbeid, Hoofdafd. Wetgevingsbeleid, No. 6283 en van Onze Minister van Landbouw en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 2
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 3
[Vervallen per 17-10-2007]
Het is verboden bestrijdingsmiddelen, waarvan de verpakking ingevolge de voorschriften, gegeven krachtens de artikelen 3, tweede lid, onder b, 5, derde lid, en 9, derde lid, van de wet, voorzien moet zijn van de afbeelding van een doodshoofd of van een Andreaskruis, af te leveren door middel van personeel beneden de leeftijd van achttien jaar.
Artikel 4
[Vervallen per 17-10-2007]
2 Degene, die bestrijdingsmiddelen vervoert, is verplicht daarbij zodanige zorgvuldigheid te betrachten als redelijkerwijs mag worden gevergd om te voorkomen, dat de verpakking verloren gaat of beschadigd wordt of de bestrijdingsmiddelen in handen raken van niet bij het vervoer betrokken personen.
Artikel 5
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Het is verboden bestrijdingsmiddelen, waarvan de verpakking ingevolge de voorschriften, gegeven krachtens de artikelen 3, tweede lid, onder b, 5, derde lid, en 9, derde lid, van de wet, voorzien moet zijn van de afbeelding van een doodshoofd, van een Andreaskruis of van inwerkend zuur, te gebruiken door middel van personeel beneden de leeftijd van achttien jaar.
Artikel 5a
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Het is verboden bestrijdingsmiddelen waarvan de verpakking ingevolge de voorschriften, gegeven krachtens de artikelen 3, tweede lid, onder b, 5, derde lid , en 9, derde lid, van de wet, voorzien moet zijn van een afbeelding van een doodshoofd, te gebruiken in volkstuinen en particuliere tuinen, wegbermen, kampeerplaatsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Kampeerwet (Stb. 1981, 372), voor het publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken en plantsoenen, alsmede andere plaatsen waar derden ongewild met deze middelen in aanraking kunnen komen.
Artikel 6
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Degene, bij wie bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, is verplicht zorg te dragen, dat ten behoeve van de daarbij werkzame personen een doelmatige wasplaats met water, zeep en een handdoek aanwezig is.
2 Degene, die bestrijdingsmiddelen, welke gevaar opleveren voor vergiftiging of huidaandoening, gebruikt, is verplicht zorg te dragen, dat ten behoeve van de daarbij werkzame personen doelmatige handschoenen, laarzen, kledingstukken, hoofd- en gelaatbedekking en ademhalingsbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn en gedurende het verrichten van de betrokken werkzaamheden door hen worden gedragen.
3 Degene, die werkzaam is bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen, welke gevaar opleveren voor vergiftiging of huidaandoening, is verplicht gedurende het verrichten van de betrokken werkzaamheden doelmatige handschoenen, laarzen, kledingstukken, hoofd- en gelaatbedekking en een ademhalingsbeschermingsmiddel te dragen.
4 Degene, die bestrijdingsmiddelen gebruikt, welke zich in reservoirs, toestellen of leidingen bevinden, is verplicht zorg te dragen, dat deze reservoirs, toestellen of leidingen zodanig zijn ingericht, dat zij geen gevaar kunnen opleveren en dat zij in verband hiermede zijn voorzien van de nodige controle- en veiligheidsinrichtingen.
5 Degene, die bestrijdingsmiddelen bedoeld in artikel 5, eerste lid, gebruikt, is verplicht zorg te dragen, dat geschikte middelen tot het verlenen van eerste hulp bij ongevallen en de op de verpakking van het bestrijdingsmiddel vermelde middelen ten dienste van de behandelende arts in voldoende hoeveelheid en in goede staat van onderhoud aanwezig zijn. Deze middelen moeten zodanig worden bewaard, dat zij tegen verontreiniging zijn beschut en dat er te allen tijde over kan worden beschikt. Onze betrokken Minister kan ter zake nadere voorschriften geven.
Artikel 7
[Vervallen per 17-10-2007]
Het in de artikelen 5 en 6 met betrekking tot het gebruiken van bestrijdingsmiddelen bepaalde is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het verwijderen en vernietigen van gebruikte verpakkingen en resten van bestrijdingsmiddelen.
Artikel 8
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Het is verboden bestrijdingsmiddelen voorhanden of in voorraad te hebben dan wel resten van bestrijdingsmiddelen of ongereinigde verpakkingen te bewaren anders dan in een uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaats, welke voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 9, en, zo het een betreedbare bewaarplaats betreft, tevens aan de eisen, gesteld in artikel 10.
2 Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor het voorhanden of in voorraad hebben in winkels, op markten of enige andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaats van andere bestrijdingsmiddelen dan die bedoeld in artikel 3, mits zij zijn bestemd voor gebruik door particulieren en buiten het bereik van kinderen wordt bewaard.
Artikel 9
[Vervallen per 17-10-2007]
1 De toegang tot de bewaarplaats moet buiten de tijd gedurende welke de beheerder onmiddellijk toezicht uitoefent met een deugdelijk slot afgesloten zijn en aan de buitenzijde voorzien zijn van een deugdelijk en op doelmatige wijze aangebracht waarschuwingssignaal betreffende giftige stoffen, dat is vervaardigd overeenkomstig een door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij regeling vast te stellen model, met daaronder een duidelijk leesbaar opschrift luidende: "Bestrijdingsmiddelen".
Artikel 10
[Vervallen per 17-10-2007]
4 In de bewaarplaats moet, indien daarin een hoeveelheid van 400 of meer kilogram bestrijdingsmiddelen aanwezig is of pleegt te zijn, een door het bevoegde districtshoofd der Arbeidsinspectie goedgekeurde instructie, vermeldende wat in het belang der veiligheid moet worden gedaan of nagelaten, opgehangen zijn. De instructie moet duidelijk zichtbaar en leesbaar zijn.
5 De bewaarplaats moet, indien daarin een hoeveelheid van meer dan 400 kilogram brandgevaarlijke bestrijdingsmiddelen aanwezig is of pleegt te zijn, van brandwerende constructie zijn of doelmatig met brandwerend materiaal bekleed zijn.
6 De deur van de bewaarplaats moet voorzien zijn van een deugdelijk en op doelmatige wijze aangebracht verbodssignaal betreffende vuur, open vlam en roken verboden, dat is vervaardigd overeenkomstig een door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij regeling vast te stellen model, alsmede van een duidelijk leesbaar opschrift luidende: "Verboden toegang voor onbevoegden".
Artikel 11
[Vervallen per 17-10-2007]
Degene, die bestrijdingsmiddelen voorhanden of in voorraad heeft in een betreedbare bewaarplaats, is verplicht ervoor zorg te dragen, dat in die bewaarplaats niet wordt gerookt en geen open vuur wordt gebezigd.
Artikel 12
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Degene, die bestrijdingsmiddelen voorhanden of in voorraad heeft, is verplicht deze ordelijk op te slaan en bij het bewaren zodanige zorgvuldigheid te betrachten als redelijkerwijs mag worden gevergd om te voorkomen, dat de verpakking wordt beschadigd of de bestrijdingsmiddelen zich onderling vermengen.
2 Degene, die bestrijdingsmiddelen voorhanden of in voorraad heeft in een besloten ruimte, is verplicht deze droog, koel en zonder dat zij aan bestraling van de zon worden blootgesteld, op te slaan.
Artikel 13
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 14
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Degene, die een besloten ruimte, de zich daarin bevindende voorwerpen of produkten of de zich daaronder bevindende grond behandelt met cyaanwaterstof, giftige cyaanverbindingen, bestrijdingsmiddelen die giftige cyaanverbindingen kunnen opleveren, ethyleenoxyde, mengsels waarin ethyleenoxyde aanwezig is, methylbromide, fosforwaterstof of bestrijdingsmiddelen die fosforwaterstof kunnen opleveren, is verplicht ervoor zorg te dragen, dat gedurende deze behandeling, alsmede gedurende de inwerking van de daarbij opgekomen gassen of dampen en gedurende de ontgassing, aan de buitenzijde van deze ruimte op alle plaatsen, die daartoe toegang verlenen, een waarschuwingssignaal betreffende giftige stoffen en een duidelijk leesbaar opschrift zijn aangebracht overeenkomstig een door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij regeling vast te stellen model. Hij is voorts verplicht zorg te dragen, dat tijdens de in de vorige volzin bedoelde behandeling en inwerking verspreiding dezer middelen buiten de ruimte of grond, waarin deze behandeling plaatsvindt, zoveel mogelijk wordt voorkomen.
2 Degene, bij wie een behandeling als in het eerste lid bedoeld wordt verricht, is verplicht ervoor zorg te dragen, dat de ruimte gedurende de in dat lid bedoelde tijd ontoegankelijk is voor onbevoegden en dat het in dat lid bedoelde opschrift na de ontgassing wordt verwijderd.
3 Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan bij regeling de voorgaande leden met betrekking tot bij zijn regeling daartoe aangewezen andere bestrijdingsmiddelen van overeenkomstige toepassing verklaren, indien zulks naar zijn oordeel geboden is vanwege de gevaren, welke het gebruik van die middelen medebrengt.
Artikel 14a
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Het is verboden bestrijdingsmiddelen, genoemd in artikel 14, eerste lid, met uitzondering van bestrijdingsmiddelen bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten die de werkzame stof fosforwaterstof bevatten of kunnen opleveren of aangewezen krachtens het derde lid van dat artikel, te gebruiken, indien de betrokken werkzaamheden niet worden verricht door of onder toezicht van een deskundige. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan ten aanzien van door hem aan te geven werkwijzen voorschrijven dat de in de vorige volzin bedoelde werkzaamheden slechts door een deskundige mogen worden verricht.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als deskundige aangemerkt een persoon die in het bezit is van een door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten hoogste vijf jaren tevoren afgegeven bewijs dat aangeeft:
a. dat hij voldoende op de hoogte is wanneer en onder welke omstandigheden het gebruik van de daar bedoelde bestrijdingsmiddelen verantwoord is en
b. dat hij voldoende op de hoogte is van de gevaren welke het gebruik met zich brengt en van de wijze waarop deze gevaren kunnen worden voorkomen.
Indien het bewijs slechts betrekking heeft op bepaalde bestrijdingsmiddelen of op bepaalde toepassingen dan wel op de behandeling van bepaalde ruimten of terreinen, wordt de betrokkene slechts te dien aanzien als deskundige aangemerkt.
4 Degene die bestrijdingsmiddelen, als bedoeld in het eerste lid, gebruikt, is verplicht ervoor zorg te dragen dat de in dat lid bedoelde deskundige zo nodig beschikt over hulpmiddelen waarmee de aanwezigheid of de concentratie van het toegepaste bestrijdingsmiddel kan worden vastgesteld.
Artikel 14b
[Vervallen per 17-10-2007]
Een bestrijdingsmiddel, genoemd in artikel 14, eerste lid, of aangewezen krachtens het derde lid van dat artikel, mag slechts worden afgeleverd aan een persoon die aantoont dat hij de handel in bestrijdingsmiddelen uitoefent alsmede aan een persoon:
a. die in het bezit is van een voor dat middel geldend bewijs als bedoeld in artikel 14a, tweede lid, of
b. die beschikt over een door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten hoogste vijf jaren tevoren afgegeven verklaring waaruit blijkt dat hij een persoon in dienst heeft, die in het bezit is van een voor dat middel geldend bewijs als bedoeld in artikel 14a, tweede lid;
c. die in het bezit is van een door het bevoegde districtshoofd van de Arbeidsinspectie afgegeven vergunning voor éénmalige aankoop, of
d. die in bezit is van een vergunning mollen en woelratten bestrijding afgegeven op grond van het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen.
Artikel 14c
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Het is verboden een bestrijdingsmiddel met als werkzame stof methylbromide, aluminimumfosfide of magnesiumfosfide anders dan voor toepassingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, sub 3 en onderdeel h, van de wet en anders dan in een speciale installatie waarvoor ingevolge de Wet milieubeheer een vergunning is afgegeven voor uitsluitend het gebruik van gasvormende en gasvormige bestrijdingsmiddelen, toe te passen zonder dat hierover van tevoren een kennisgeving heeft plaatsgevonden aan de regio-directeur van de Inspectiedienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid binnen wiens ambtsgebied het betrokken middel wordt toegepast.
2 Degene die een bestrijdingsmiddel als bedoeld in het eerste lid heeft toegepast is verplicht, zodra het behandelde object in aanmerking komt om gasvrij verklaard te worden, hiervan een verklaring aan de opdrachtgever te verstrekken.
3 Onze betrokken Minister stelt nadere regels omtrent de inhoud van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving, alsmede omtrent de inhoud van de in het tweede lid bedoelde gasvrijverklaring en de omstandigheden waaronder een zodanige verklaring afgegeven kan worden. Daarbij wordt tevens bepaald op welke wijze vorengenoemde kennisgeving en verklaring moet worden verricht.
Artikel 15
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Ieder, die bedrijfsmatig bestrijdingsmiddelen, genoemd in artikel 14, eerste lid, aflevert of hiermede bij anderen ontsmettingen of andere bestrijdingen uitvoert, is verplicht:
a. onverwijld de volgende gegevens in een door hem aan te houden overzichtelijk ingericht register te boeken:
1e. de benaming en hoeveelheid van het ingekochte, afgeleverde, onderscheidenlijk gebruikte bestrijdingsmiddel;
2e. de naam en het adres van de leverancier alsmede van de afnemer dan wel van degene, bij wie het middel is gebruikt;
3e. de datum, waarop de onder 1e bedoelde handeling heeft plaatsgehad;
b. het onder a bedoelde register ten minste gedurende één jaar, te rekenen van de datum, waarop hierin voor het laatst een boeking is verricht, te bewaren.
Artikel 16
[Vervallen per 17-10-2007]
De artikelen 4, eerste lid, 5, 8, 12 en 13, eerste lid, gelden niet ten aanzien van handelingen als daar bedoeld voor zover deze worden verricht door een particulier persoon in of ten behoeve van het gebruik in een door hem bewoonde ruimte.
Artikel 17
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Het bevoegde districtshoofd der Arbeidsinspectie kan van het in de artikelen 3, 4, eerste lid, 5 en 8 bepaalde op aanvrage ontheffing verlenen.
3 Een ontheffing kan te allen tijde worden ingetrokken, indien een der criteria, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de wet, zulks vereist of de reden, waarom de ontheffing is verleend, is vervallen dan wel een aan de ontheffing verbonden voorschrift niet wordt nageleefd.
Artikel 18
[Vervallen per 17-10-2007]
2 Voorzover bij een ontheffing, als bedoeld in het voorgaande lid, niet anders is bepaald, is de houder van de ontheffing, indien bij de beproeving eet- of drinkwaren, genotmiddelen of voor de voortbrenging daarvan bestemde gewassen dan wel voor de productie daarvan bestemde delen van gewassen betrokken zijn, verplicht vóór een in de ontheffing aangegeven tijdstip aan de Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, belast met het toezicht op levensmiddelen, kennis te geven van de beproeving met gebruikmaking van een daartoe door die hoofdinspecteur verkrijgbaar te stellen formulier.
Artikel 18a
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Door het college kan ten aanzien van bestrijdingsmiddelen, als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet op aanvrage geheel of gedeeltelijk ontheffing worden verleend van de in de artikelen 2 en 10 van de wet gestelde verboden.
Artikel 19
[Vervallen per 17-10-2007]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 20
[Vervallen per 17-10-2007]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 21
[Vervallen per 17-10-2007]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 22
[Vervallen per 17-10-2007]
Het Bestrijdingsmiddelenbesluit 1948 (Stb. I 368) wordt ingetrokken.
Artikel 23
[Vervallen per 17-10-2007]
Dit besluit kan worden aangehaald als: Bestrijdingsmiddelenbesluit.
Artikel 24
[Vervallen per 17-10-2007]
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip, waarop de artikelen 13-15 van de wet in werking treden.