Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen met
betrekking tot het gebruik van havens in geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan
verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet wordt verstaan onder:
-
a. "Onze Minister": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
-
b. "haven": elk wateroppervlak, bestemd of geschikt om door schepen voor het laden en
lossen van goederen of het in- en ontschepen van personen te worden benut, alsmede
de kaden, steigers, wallen, beschoeiingen, terreinen, opstallen, werktuigen en bijbehorende
uitrusting, bestemd of geschikt om te worden gebruikt ten dienste van het laden, lossen,
in- en ontschepen, voor de opslag van geloste of in te laden goederen of voor de expeditie,
reparatie en verdere behandeling van schepen;
-
c. "schip": elk vaartuig, hoe ook genaamd en van welke aard ook;
-
d. "kapitein": degeen, die rechtens dan wel feitelijk het gezag aan boord van een schip
uitoefent.
-
3 Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk
besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het
eerste lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.
-
4 Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, worden bepalingen
die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, buiten werking gesteld, zodra
de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.
-
5 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen
wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.
-
6 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst
in het Staatsblad.
-
3 Indien krachtens artikel 14, eerste lid, een vergoeding wordt toegekend vanwege de uitoefening van bevoegdheden ter uitvoering
van de militaire taak, dan komt deze voor rekening van Onze Minister van Defensie.
Artikel 4
[Vervallen per 16-03-2005]
Artikel 5
[Vervallen per 16-03-2005]
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden
dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President,
dit artikel in werking treden.]
-
2 Zodanige aanwijzingen kunnen worden gegeven aan de autoriteiten, lichamen of personen,
welke zijn belast met het bestuur of het beheer van de haven, dan wel tot het gebruik
daarvan gerechtigd zijn, alsmede aan kapiteins van schepen en bestuurders van vervoermiddelen
te land; deze zijn verplicht aan de aanwijzingen gevolg te geven. Aanwijzingen kunnen
zonodig worden gegeven door openbare bekendmaking ter plaatse in de haven op de wijze
door Onze Minister te bepalen.
[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden
dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President,
dit artikel in werking treden.]
Onze Minister is bevoegd de toegang tot-, het verkeer binnen- en het verlaten van
havens te regelen, te beperken of te verbieden; hij kan hiervan mandaat verlenen.
Artikel 9
[Vervallen per 16-03-2005]
Artikel 10
[Vervallen per 16-03-2005]
Artikel 11
[Vervallen per 16-03-2005]
De in het tweede lid van artikel 6 bedoelde autoriteiten, lichamen en personen, alsmede kapiteins van schepen en bestuurders
van vervoermiddelen te land zijn verplicht aan Onze Minister de inlichtingen te verstrekken,
welke door dezen voor de uitvoering van deze wet van hen worden verlangd en tot het
verschaffen waarvan zij feitelijk in staat zijn.
-
1 Hij, aan wie door een ander diensten zijn verleend ingevolge een aanwijzing, als bedoeld
in artikel 6, is aan die ander een vergoeding verschuldigd naar de voor soortgelijke diensten
ter plaatse rechtens geldende dan wel gebruikelijke tarieven en voorwaarden; bij gebreke
zowel van gebruikelijke als van rechtens geldende tarieven en voorwaarden gelden de
tarieven en voorwaarden, vastgesteld door Onze Minister.
-
3 Bij algemene maatregel van bestuur regelen Wij de uitkering alsmede de vergoeding
wegens genees- en heelkundige behandeling in daarbij te bepalen gevallen terzake van
tijdelijke of blijvende vermindering van arbeidsgeschiktheid of overlijden als gevolg
van het opvolgen of de medewerking aan het opvolgen van aanwijzingen krachtens artikel 6 van deze wet, indien en voor zover niet uit anderen hoofde aanspraak op een dergelijke uitkering
of vergoeding bestaat.
Artikel 15
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 18
[Vervallen per 01-09-1976]
-
1 Met de opsporing van de bij deze wet strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd
artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door Onze Minister aangewezen buitengewone opsporingsambtenaren.
Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld
in de artikelen 179 tot en met 182 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een bevel, vordering of handeling, gedaan
of ondernomen door henzelf.
-
1 Op voordracht van Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Defensie worden
bij algemene maatregel van bestuur de autoriteiten aangewezen die krachtens algemeen
mandaat of krachtens mandaat voor een bepaald geval en met inachtneming van de bij
die maatregel gestelde regelen, in enig gebied de in de artikelen 6, 7, 8, en 13 omschreven bevoegdheden uitoefenen namens Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat
en van Defensie.
-
3 Een mandaat voor een bepaald geval als bedoeld in het eerste lid bevat tenminste de
naam of de functie van de mandataris, de bevoegdheid die wordt gemandateerd, de periode
waarin het mandaat geldt en het geval waarin de bevoegdheid kan worden uitgeoefend.
-
2 Een bij of krachtens deze wet opgelegde verplichting die niet voortvloeit uit de uitoefening
van buitengewone bevoegdheden ten behoeve van de uitvoering van de militaire taak,
vervalt eveneens van rechtswege voorzover het voldoen hieraan zou meebrengen dat niet
kan worden voldaan aan een verplichting die bij of krachtens deze of een andere wet
is opgelegd in het belang van de bestrijding van een ramp, een zwaar ongeval of van
een verstoring van de openbare orde of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan.
Deze wet kan worden aangehaald als Havennoodwet. Zij treedt in werking met ingang
van de dag, na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.