Wet van 27 september 1961, houdende uitvoering van het op 20 juni 1956 te New York
gesloten Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, voorzieningen te treffen
tot uitvoering van het op 20 juni 1956 te New York gesloten Verdrag inzake het verhaal
in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud (Trb. 1957, 121);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: