Besluit van 19 augustus 1961, tot instelling van een bedrijfschap voor het bakkersbedrijf
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretarissen van Algemene Zaken, van Economische Zaken
en van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Onze Minister van Landbouw en Visserij,
van 21 juni 1961, nr. U 5984, ministerie van Algemene Zaken, afdeling Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie;
Overwegende, dat het wenselijk is, overeenkomstig het door de Sociaal-Economische
Raad op 24 februari 1961 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte en op 28 april 1961
aangevulde advies over te gaan tot instelling van een bedrijfschap voor het bakkersbedrijf;
Gelet op de Wet op de Bedrijforganisatie;
De Raad van State gehoord (advies van 19 juli 1961, nr. 32);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretarissen van Algemene Zaken en van Sociale
Zaken en Volksgezondheid en van Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw
en Visserij, van 1 augustus 1961, nr. U 6176, ministerie van Algemene Zaken, afdeling
Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie;
Hebben goedgevonden en verstaan: