-
1°. van:
-
a. de Koning;
-
b. de vermoedelijke opvolger van de Koning;
-
c. de Koning die afstand van het koningschap heeft gedaan;
-
d. de echtgenoot of echtgenote van de Koning, de echtgenoot of echtgenote van de vermoedelijke
opvolger van de Koning of de echtgenoot of echtgenote van de Koning die afstand van
het koningschap heeft gedaan;
uit hoofde van hun functie en hoedanigheid;
-
2°. door de Staat, of van de Staat, een provincie, de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba of gemeente;
-
3°. door een provincie of gemeente in Nederland, zonder bijzondere opdracht of met een
opdracht, indien en voor zover deze opdracht aan de schenking niet het karakter ontneemt
van te zijn geschied in het algemeen belang;
-
4°. door een algemeen nut beogende instelling, voor zover aan de verkrijging niet een
opdracht is verbonden, welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn
geschied in het algemeen belang;
-
5°. door een kind van de ouders, tot een bedrag van € 5.677, met dien verstande dat dit
bedrag voor een kind tussen 18 en 40 jaar voor één kalenderjaar wordt verhoogd, mits
op deze verhoogde vrijstelling in de aangifte een beroep wordt gedaan, tot een bedrag
van:
-
a. € 27.231;
-
b. € 56.724, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, indien het bedrag
is bestemd voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep
ten behoeve van dat kind en deze kosten aanzienlijk hoger zijn dan gebruikelijk, of;
-
c. € 106.671, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, indien het bedrag
een schenking ten behoeve van een eigen woning betreft;
-
6°.
[Red: vervallen;]
-
7°. in alle andere gevallen: € 2.274, met dien verstande dat dit bedrag voor iemand tussen
18 en 40 jaar voor één kalenderjaar, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden,
wordt verhoogd tot een bedrag van € 106.671 indien het een schenking ten behoeve van
een eigen woning betreft en mits op deze vrijstelling in de aangifte een beroep wordt
gedaan;
-
8°. door iemand, die niet in staat is zijn schulden te betalen, indien en voor zover het
verkregene strekt om de begiftigde daartoe in staat te stellen;
-
9°. door iemand te wiens laste over die verkrijging inkomstenbelasting of een voorheffing
van die belasting wordt geheven;
-
10°. van een algemeen nut beogende instelling, voor zover de uitkeringen geheel of nagenoeg
geheel het karakter hebben van te zijn geschied in het algemeen belang;
-
11°. door een rechtspersoon, welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel heeft de
bevordering van de materiële en geestelijke belangen van de werknemers in het bedrijf
van de schenker, dan wel in de bedrijven van de schenker en anderen, of van de nabestaanden
van die werknemers;
-
12° indien en voor zover de schenking heeft gestrekt tot voldoening aan een natuurlijke
verbintenis als is bedoeld in artikel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Voor zover een ingevolge deze bepaling van schenkbelasting vrijgestelde verkrijging
haar grond vindt in de voldoening aan een natuurlijke verbintenis als is bedoeld in
de vorige volzin tot verzorging na het overlijden van de schuldenaar - de omzetting
van zodanige verbintenis in een rechtens afdwingbare daaronder begrepen - wordt zij
geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen. Voor zover een schenking
van een periodieke uitkering door een werkgever of zijn echtgenoot of door een pensioenfonds
aan een nabestaande van een werknemer ingevolge deze bepaling is vrijgesteld van schenkbelasting,
wordt zij, voor de toepassing van deze wet, beschouwd als een aan de werknemer toe
te rekenen bevoordeling krachtens een ten behoeve van de verkrijger gemaakt beding;
-
13°. door een sociaal belang behartigende instelling, voor zover aan de verkrijging niet
een opdracht is verbonden welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn
geschied in het sociaal belang;
-
14°. door een steunstichting SBBI, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden
welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn bestemd voor de realisatie
van de doelstelling van de steunstichting.