Besluit ex artikel 13 Instellingswet Productschap voor Groenten en Fruit

Geraadpleegd op 03-10-2024.
Geldend van 01-01-1956 t/m heden

Besluit van 18 juni 1955, houdende uitvoering van artikel 13 van de Instellingswet Productschap voor Groenten en Fruit

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie van 24 Maart 1955, no. B. 2496, Dir. W.J.A., van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van 24 Maart 1955, no. J. 1085, Afd. W.J.Z. en van Economische Zaken van 24 Maart 1955, no. 23479, Dir. W.J.A.;

Overwegende, dat het wenselijk is te bepalen in welke gevallen Onze Minister van Economische Zaken voor de toepassing van de Instellingswet Productschap voor Groenten en Fruit (Stb. 1954, 446) en van de artikelen 94, 100, derde lid, en 104, tweede lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22) ten aanzien van het Productschap voor Groenten en Fruit mede als betrokken Minister wordt aangemerkt;

Gelet op artikel 13 van eerstgenoemde wet;

De Raad van State gehoord (advies van 19 April 1955, no. 49);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers onderscheidenlijk van 13 Juni 1955, no. B. 2638, Dir. W.J.A., van 13 Juni 1955, no. J. 1086, Afd. W.J.Z. en van 13 Juni 1955, no. 23480, Dir. W.J.A.;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Voor de toepassing van de Instellingswet Productschap voor Groenten en Fruit (Stb. 1954, 446) en van de artikelen 94, 100, derde lid, en 104, tweede lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22) ten aanzien van het Productschap voor Groenten en Fruit wordt Onze Minister van Economische Zaken mede als betrokken Minister aangemerkt, voor zoveel betreft:

  • a. verordeningen, die bindende regelen inhouden voor de detailhandel in groenten en fruit, verduurzaamde groenten en verduurzaamd fruit of uit fruit verkregen producten;

  • b. verordeningen, die regelen inhouden, welke de mededinging beperken tussen degenen, die ondernemingen drijven op het gebied van de groenten en fruit be- en verwerkende industrie of de groothandel in groenten en fruit, verduurzaamde groenten en verduurzaamd fruit of uit fruit verkregen producten.

Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Economische Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 18 Juni 1955

JULIANA.

De Minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie,

A. C. DE BRUIJN.

De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening,

MANSHOLT.

De Minister van Economische Zaken,

J. ZIJLSTRA.

Uitgegeven de vijftiende Juli 1955.

De Minister van Justitie,

L. A. DONKER.