Besluit van 2 november 1932, tot vaststelling van voorschriften voor de overdracht
van toegangswegen naar spoorwegstations
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Waterstaat van 5 October 1932, La. C., Afdeeling
Vervoer- en Mijnwezen;
Gelet op de Wegenwet, het Wegenleggerbesluit en artikel 70 van de Spoorwegwet;
Den Raad van State gehoord (advies van 25 October 1932, n°. 31);
Gezien het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 28 October 1932, La. A.,
Afdeeling Vervoer- en Mijnwezen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
I. het Koninklijk Besluit van 23 Maart 1876 (Staatsblad n°. 55), onverminderd artikel 55, tweede lid, van de Wegenwet in te trekken;
II. ten aanzien van de overdracht van toegangswegen naar spoorwegstations het volgende
te bepalen.