De keuring
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 4
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 5
[Vervallen per 01-01-2006]
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald waar in nood gedode en zieke of van ziekte verdachte slachtdieren worden gekeurd.
Artikel 6
[Vervallen per 01-01-2006]
Hij, die een slachtdier wil slachten of doen slachten, geeft daarvan vooraf kennis overeenkomstig de voorschriften, vastgesteld krachtens artikel 18, alsmede de krachtens artikel 20a, derde lid, vastgestelde voorschriften.
Artikel 7
[Vervallen per 01-01-2006]
De eigenaar of houder van een slachtdier, dat in nood gedood is, geeft daarvan kennis overeenkomstig de voorschriften, vastgesteld krachtens artikel 18, alsmede de krachtens artikel 20a, derde lid, vastgestelde voorschriften.
Artikel 8
[Vervallen per 01-01-1978]
Artikel 9
[Vervallen per 01-01-1978]
Artikel 10
[Vervallen per 01-01-2005]
Artikel 11
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 12
[Vervallen per 01-01-2006]
Bij de keuring na het slachten wordt het vlees goedgekeurd, voorwaardelijk goedgekeurd of afgekeurd.
Artikel 13
[Vervallen per 01-01-2006]
1 De eigenaar van het vlees, dan wel degene, die ter zake in diens rechten treedt, kan, indien hij zich met een keuringsbeslissing niet kan verenigen, herkeuring vorderen op kosten van ongelijk.
Artikel 14
[Vervallen per 01-01-2006]
1 Indien bij de keuring vlees voorwaardelijk is goedgekeurd, niet binnen de, bij deze goedkeuring gestelde, termijn aan de voorwaarden is voldaan en herkeuring niet is gevorderd, wordt het vlees onbruikbaar gemaakt voor voedsel voor mens en dier.
Artikel 15
[Vervallen per 01-01-2006]
Indien bij de keuring het vlees is afgekeurd en herkeuring niet is gevorderd, of indien bij de herkeuring het vlees wordt afgekeurd, wordt het onbruikbaar gemaakt voor voedsel voor mens en dier.
Artikel 16
[Vervallen per 01-01-2006]
Bij de keuring vóór het slachten wordt het slachtdier en bij de keuring of de herkeuring ná het slachten wordt het vlees voorzien van één of meer merken.
Artikel 17
[Vervallen per 01-01-2006]
1 Indien een overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 18, eerste lid, onder i, artikel 35 of artikel 39, onder a, is opgespoord, wordt het vlees, waarmede dat feit is gepleegd, in beslag genomen en op kosten van de overtreder, voor zoveel mogelijk, gekeurd en herkeurd.
2 Indien het vlees wordt goedgekeurd of voorwaardelijk goedgekeurd, wordt het, met goedkeuring van de betrokken officier van justitie, aan de belanghebbende teruggegeven, nadat deze de kosten der keuring zal hebben voldaan.
3 Indien het vlees wordt afgekeurd of indien, in geval van voorwaardelijke goedkeuring, niet binnen de, bij de keuring gestelde, termijn aan de voorwaarden is voldaan, wordt het vlees, in het laatste geval, na andermaal in beslag te zijn genomen, evenwel tijdens de loop der strafzaak niet dan na verkregen goedkeuring van de betrokken officier van justitie, onbruikbaar gemaakt voor voedsel voor mens en dier.
4 Indien een overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 27, 28, 30a, 37 of 39, onder b, is opgespoord, worden de vleeswaren en het vlees, waarmede het feit is gepleegd, in beslag genomen en onbruikbaar gemaakt voor voedsel voor mens en dier, welke onbruikbaarmaking evenwel tijdens de loop van de procedure niet kan geschieden dan na verkregen goedkeuring van de betrokken officier van justitie.
5 In afwijking van het bepaalde in het vierde lid kunnen vleeswaren, die bereid zijn in strijd met de voorschriften, gesteld bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 2, tweede lid, indien zij op grond van de uitslag van het bacteriologisch onderzoek geacht worden vrij te zijn van kiemen, die voor de gezondheid van de mens schadelijk kunnen zijn, indien zij voorts niet bedorven of anderszins ondeugdelijk zijn, en voorzover het belang van de strafvordering zich hiertegen niet verzet, bruikbaar worden gemaakt voor voedsel voor mens en dier door sterilisatie, dan wel, ter beoordeling van de keuringsdierenarts, onvoorwaardelijk geschikt verklaard voor voedsel voor mens en dier. Dit laatste kan evenwel slechts geschieden, indien het geldt een overtreding van artikel 3 van bovengenoemde algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van artikel 2, tweede lid. De gesteriliseerde vleeswaren worden niet aan de rechthebbende teruggegeven, dan nadat deze de kosten van bruikbaarmaking heeft voldaan.
Artikel 18
[Vervallen per 01-01-2006]
3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts in het belang van de volksgezondheid voorschriften worden gegeven met betrekking tot
a. de kenmerken, waarvan ter slachting aangeboden slachtdieren dienen te zijn voorzien, of
b. de bescheiden, waarvan ter slachting aangeboden slachtdieren dienen te zijn vergezeld,
bij gebreke van welke kenmerken of bescheiden voorwaardelijke vergunning tot slachten, bedoeld in artikel 11, wordt gegeven.
Artikel 19
[Vervallen per 01-01-2006]
1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter wering van voor de volksgezondheid schadelijke producten eisen worden gesteld, waaraan slachterijen, uitsnijderijen, vleeswinkels, bewaarplaatsen van vlees, vleeswarenfabrieken, vetsmelterijen, inrichtingen tot bewaring van bloed en bloedplasma en tot verwerking van bloed tot bloedplasma of bloedplasmapoeder en andere inrichtingen, bestemd tot of gebruikt voor het bewerken, voorverpakken of verduurzamen van vlees of het bereiden, bewerken of voorverpakken van vleeswaren moeten voldoen.
3 Het is verboden bij wege van bedrijf:
a. te slachten,
b. vlees te bewaren, te bewerken, voor te verpakken, te verduurzamen of te verkopen,
c. vleeswaren te bewaren, te bereiden, te bewerken of voor te verpakken,
elders dan in inrichtingen, bedoeld in het eerste lid, die aan de daaraan krachtens dat lid gestelde eisen voldoen, die overeenkomstig de krachtens het tweede lid, onder a, gestelde regels worden gebruikt, waar ten aanzien van het gebruik van daarin aanwezige toestellen en gereedschappen aan de krachtens laatstgenoemde bepaling gestelde regels wordt voldaan of waar de daarin werkzame personen, het daarin aanwezige vlees of de daarin aanwezige vleeswaren aan de krachtens het tweede lid, onder b 1° onderscheidenlijk 2°, gestelde eisen voldoen.
Artikel 19a
[Vervallen per 01-01-2006]
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan ter wering van voor de volksgezondheid schadelijke produkten worden bepaald, dat de oprichting, het hebben of het gebruiken van bepaalde soorten van inrichtingen, als in artikel 19 bedoeld, slechts mag plaatsvinden met tot wederopzegging te verlenen vergunning van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en onder inachtneming van door deze tot hetzelfde doel aan de vergunning zo nodig te verbinden voorwaarden.
Artikel 20
[Vervallen per 01-01-2005]
Artikel 20a
[Vervallen per 01-01-2006]
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport regels vast met betrekking tot de door de keuringsdienst uit te voeren werkzaamheden. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:
a. de plaats voor de kennisgeving, bedoeld in de artikelen 6 en 7;
b. de plaats en de tijd voor de keuring vóór en ná het slachten;
c. de termijn binnen welke de kennisgeving, bedoeld in artikel 7 en de termijn binnen welke na de kennisgeving, bedoeld in de artikelen 6 en 7, de keuring moet geschieden;
d. de ambtenaren die met de keuring, zomede degenen die met de herkeuring zijn belast;
e. het kennis geven van de ingebruikneming van een inrichting als bedoeld in artikel 19;
f. al hetgeen voorts voor een goede regeling van de keuringsdienst nodig is.
Artikel 21
[Vervallen per 01-01-2005]
Artikel 22
[Vervallen per 01-01-2005]
Artikel 23
[Vervallen per 01-01-2005]
Artikel 24
[Vervallen per 01-01-1978]
Artikel 25
[Vervallen per 01-01-2006]
Met keuring van slachtdieren en met de keuring en herkeuring van vlees worden alleen belast personen, die krachtens de wet de bevoegdheid hebben verworven de diergeneeskunst in haar volle omvang uit te oefenen; met de keuring van slachtdieren en van vlees, onder toezicht en verantwoordelijkheid van deze personen, kunnen in de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen mede worden belast personen, die volgens regels, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen, bevoegd zijn als keurmeester van slachtdieren en van vlees op te treden.
Artikel 26
[Vervallen per 01-01-2005]
Toezicht
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 31
[Vervallen per 01-01-2006]
3 Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan, in gevallen waarin zulks naar zijn oordeel in het belang van een doelmatig toezicht geboden is, aan het hoofd van de keuringsdienst met betrekking tot de uitoefening van het toezicht door de in het eerste lid bedoelde ambtenaren van zijn dienst een bindende aanwijzing geven.
Artikel 31a
[Vervallen per 01-01-2006]
Van elke krachtens artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht onderzochte zaak, wordt aan de belanghebbende op diens verzoek een vergoeding gegeven ter grootte van het bedrag waarmee haar verkoopwaarde ten gevolge van het onderzoek is verminderd. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze waarop de vergoeding wordt vastgesteld en uitgekeerd.
Artikel 31b
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 31c
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 31d
[Vervallen per 01-01-2006]
De in artikel 31 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner, voor zover deze bevoegdheid strekt tot het zich begeven naar en het betreden van in de woning aanwezige bedrijfsruimten.
Artikel 31e
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 31f
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 31g
[Vervallen per 01-01-2006]
1 Voor zover het in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde onderzoek niet geschiedt ter plaatse waar de zaak is aangetroffen, wordt het uitgevoerd in het laboratorium van de ter plaatse bevoegde keuringsdienst, met dien verstande dat het hoofd van deze dienst bevoegd is in gevallen waarin hij zulks in het belang van een doelmatige uitvoering van het onderzoek raadzaam acht, het onderzoek geheel of voor een deel te laten uitvoeren in het laboratorium van een andere keuringsdienst.
2 Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan, zo nodig onder het stellen van nadere regels, categorieën van gevallen aanwijzen, waarin het onderzoek, in afwijking van het eerste lid, geheel of voor een deel wordt uitgevoerd in een daartoe in het bijzonder uitgerust ander laboratorium, door hem te dien einde aangewezen.
Artikel 32
[Vervallen per 01-01-1978]
Verbodsbepalingen
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 33
[Vervallen per 01-05-1951]
Artikel 34
[Vervallen per 01-01-2006]
Het is verboden:
a. een aan keuring onderworpen slachtdier zonder vergunning te slachten;
b. een aan keuring onderworpen slachtdier te slachten zonder inachtneming van de voorwaarden, waaronder vergunning tot slachten is verleend, of van de krachtens artikel 18, tweede lid, vastgestelde voorschriften met betrekking tot de wijzen, waarop slachtdieren mogen worden geslacht;
c. een geslacht dier, dat niet verkeert in de toestand, beschreven in de krachtens artikel 18, eerste lid, letter d, vastgestelde voorschriften, ter keuring aan te bieden.
Artikel 35
[Vervallen per 01-01-2006]
Het is verboden vlees, dat aan keuring is onderworpen, doch niet overeenkomstig deze wet of de te harer uitvoering gegeven voorschriften is gekeurd, of dat na keuring niet van het voorgeschreven merk is voorzien, te verkopen, te koop aan te bieden, af te leveren, ten geschenke te geven, te vervoeren of te doen vervoeren, anders dan ter naleving van enig wettelijk voorschrift, of ter aflevering voorhanden te hebben, of, tenzij in afwachting van keuring, in voorraad te hebben.
Artikel 36
[Vervallen per 01-05-1951]
Artikel 37
[Vervallen per 01-01-2006]
Het is verboden zonder inachtneming van de ten aanzien van de invoer van vleeswaren gegeven voorschriften vleeswaren in te voeren, of deze ingevoerde vleeswaren te verkopen, te koop aan te bieden, af te leveren, ten geschenke te geven, tot vervoer of aflevering voorhanden te hebben, in voorraad te hebben, te vervoeren of te doen vervoeren.
Artikel 38
[Vervallen per 01-01-2006]
Het hoofd of de bestuurder van een onderneming, die een inrichting exploiteert, als genoemd in artikel 19, dan wel degene, die de feitelijke leiding heeft in zodanige inrichting, neemt alle maatregelen, nodig om te verzekeren, dat daarin geen der voorschriften van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 2, tweede lid, en van die, bedoeld in artikel 19, worden overtreden.
Artikel 39
[Vervallen per 01-01-2006]
Het is verboden:
a. vlees wederrechtelijk te onttrekken aan keuring, herkeuring of aan bruikbaarmaking voor voedsel voor mens en dier;
b. vleeswaren, die bereid zijn in strijd met de voorschriften, gesteld bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 2, tweede lid, te verkopen, te koop aan te bieden, af te leveren, ten geschenke te geven, tot vervoer of aflevering voorhanden te hebben, in voorraad te hebben, of, tenzij ter naleving van enig wettelijk voorschrift, te vervoeren of te doen vervoeren.
Artikel 40
[Vervallen per 01-05-1951]
Artikel 41
[Vervallen per 01-05-1951]
Artikel 42
[Vervallen per 01-05-1951]
Artikel 43
[Vervallen per 01-05-1951]
Artikel 44
[Vervallen per 16-02-1958]
Artikel 45
[Vervallen per 01-05-1951]
Slotbepalingen
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 46
[Vervallen per 01-01-2005]
Artikel 46a
[Vervallen per 01-01-2006]
1 In gevallen waarin een spoedige voorziening krachtens deze wet in het belang van de volksgezondheid of ter uitvoering van een bindend besluit als bedoeld in artikel 30a, eerste lid, zo dringend geboden is dat de totstandkoming van een daartoe strekkende algemene maatregel van bestuur niet kan worden afgewacht, kan Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ter zake bij ministeriële regeling voorlopig geldende regels stellen.
2 Een in het eerste lid bedoelde ministeriële regeling vervalt een jaar na inwerkingtreding of, indien binnen die termijn een algemene maatregel van bestuur ter vervanging van die regeling in werking is getreden, op het tijdstip waarop die maatregel in werking treedt. Deze termijn kan door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd.
Artikel 47
[Vervallen per 01-01-2006]
De voordracht tot vaststelling, wijziging of intrekking van een algemene maatregel van bestuur krachtens deze wet wordt Ons gedaan door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat.
Artikel 48
[Vervallen per 16-02-1958]
Artikel 49
[Vervallen per 01-01-2006]
Alle stukken, uit deze wet voortvloeiende, zijn vrij van kosten.
Artikel 50
[Vervallen per 01-01-2006]
2 Zodra bij keuring krachtens de Veewet vlees niet voor uitvoer naar het buitenland wordt geschikt bevonden, wordt het verder onderworpen aan keuring volgens de voorschriften van deze wet, welke dan op dit vlees van toepassing is.
Artikel 50a
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 51
[Vervallen per 01-01-2006]
Deze wet kan worden aangehaald onder de titel "Vleeskeuringswet".
Artikel 52
[Vervallen per 01-01-2006]
Deze wet treedt in werking met ingang van een, nader door Ons te bepalen, dag. Voor, met name aan te wijzen, artikelen kan de inwerkingtreding vroeger worden bepaald dan voor het overige gedeelte der wet.