Besluit van 17 september 1912, tot vaststelling van een reglement omtrent de aanwending
van spoorwegen en spoorwegmaterieel in geval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Oorlog en van Waterstaat, dd. 2 Juli 1912,
Kabinet, Litt. V53, en van 6 Juli 1912, n°. 225, Afdeeling Spoorwegen;
Gelet op artikel 51 der wet van 9 April 1875 (Staatsblad n°. 67), tot regeling van den dienst en het gebruik der spoorwegen, zooals die wet
laatstelijk gewijzigd is bij de wet van 8 April 1893 (Staatsblad n°. 62);
Den Raad van State gehoord (advies van 6 Augustus 1912, n°. 31);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 20 Augustus 1912, Kabinet,
Litt. A66, en van 13 September 1912, n°. 256, Afdeeling Spoorwegen;
Hebben goedgevonden en verstaan: