Van gemeentelijke banken van leening
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 2
[Vervallen per 01-07-2014]
In elke gemeente, waarin aan een gemeentelijke bank van leening genoegzame behoefte bestaat, wordt zoodanige bank opgericht.
Artikel 3
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 4
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Voor verschillende soorten van panden kunnen verschillende termijnen worden bepaald, na welke, gerekend van den dag der beleening, de panden die niet zijn gelost, verkocht kunnen worden.
Artikel 5
[Vervallen per 01-07-2014]
In het reglement wordt bepaald:
1°. dat de bank op Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen gesloten is;
2°. dat van kinderen, die kenlijk den leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt, en van personen, in kenlijken staat van dronkenschap, panden of gelden niet worden aangenomen en aan die kinderen en personen panden of gelden niet worden verstrekt;
3°. dat niet tot pand worden aangenomen:
a. zaken, die kenlijk tot den eeredienst behooren of kenlijk afkomstig zijn van instellingen van weldadigheid;
b. zaken, die met duidelijke omschrijving bij de bank als door diefstal verloren zijn aangegeven, behoudens schriftelijke machtiging van de burgemeester;
c. zaken, behoorende tot de kleeding, uitrusting of wapening van een krijgsman beneden den rang van officier.
Artikel 6
[Vervallen per 01-07-2014]
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een of meer van de in art. 4 genoemde onderwerpen, betreffende de ambtenaren van de bank, te regelen bij een of meer afzonderlijke reglementen. Met betrekking tot zoodanig reglement is van toepassing het bepaalde in art. 3, lid 2 en 3.
Artikel 7
[Vervallen per 01-07-2014]
Indien hetgeen ingevolge het reglement ter zake van een beleening op een pandbewijs is vermeld niet overeenstemt met hetgeen te dier zake in het register is ingeschreven, beslist de inhoud van het pandbewijs, zoolang niet de valschheid of de vervalsching van het pandbewijs is bewezen.
Artikel 8
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Hetgeen de opbrengst van een pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, wordt aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze een daartoe strekkend verzoek doet binnen den in het reglement bepaalden termijn na den verkoop. Bij gebreke van tijdig verzoek vervalt dat bedrag aan de bank.
Artikel 9
[Vervallen per 01-07-2014]
De bank is, behoudens het bepaalde in art. 11, verplicht de panden tot de lossing of den verkoop te bewaren.
Artikel 10
[Vervallen per 01-07-2014]
Indien een pand door brand of diefstal verloren is gegaan, en de panden tegen brand- of diefstalschade zijn verzekerd, wordt hetgeen de krachtens de verzekering te vorderen vergoeding meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze een daartoe strekkend verzoek doet binnen twaalf maanden na den dag, waarop het pand gelost had moeten worden.
Artikel 11
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Indien de bank op dat tijdstip niet te goeder trouw is of indien de zaak door diefstal is verloren, wordt de zaak, mits deze nog in de macht van de bank is, aan de eigenaar teruggegeven tegen betaling van de beleensom en van hetgeen ter zake van de belening is verschuldigd.
3 Een zaak, die voor de aanneming tot pand met duidelijke omschrijving als door diefstal verloren bij de bank is aangegeven, wordt aan de eigenaar onvergolden teruggegeven, indien de afgifte binnen zes maanden na de aangifte wordt gevraagd en het pand nog in de macht van de bank is.
4 Is het pand reeds verkocht op het tijdstip van de aanvraag, en is hetgeen de verkoopsom meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, nog niet aan den houder van het pandbewijs uitgekeerd, dan geschiedt de uitkeering aan den eigenaar.
Artikel 12
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Het pandbewijs geeft, behoudens in het geval, bedoeld in art. 11, recht de lossing van het pand te vorderen tegen betaling van de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is.
Van particuliere banken van leening
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 13
[Vervallen per 01-07-2014]
Particuliere banken van leening worden niet gehouden dan na toelating door Burgemeester en Wethouders.
Artikel 14
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 15
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Binnen twee maanden wordt op het verzoek om toelating schriftelijk beschikt. Indien de toelating wordt verleend, wordt in het besluit opgenomen een omschrijving van de localiteiten, waarin de bank zal worden gehouden.
2 De toelating geldt alleen voor de localiteiten in het besluit vermeld Zij geeft slechts bevoegdheid tot het houden van de bank door den toegelatene persoonlijk of voor en ten name van den toegelatene en onder zijn verantwoordelijkheid door een ander, die door hem daartoe schriftelijk gemachtigd is.
3 De toelating geldt mede voor hem, die na het overlijden van den toegelatene het bedrijf voortzet, gedurende drie maanden na het overlijden, en, indien door hem binnen dien termijn toelating is gevraagd, tot de beschikking op zijn verzoek.
Artikel 16
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 17
[Vervallen per 01-07-2014]
Op of terzijde van elke deur, die toegang geeft tot het perceel, waarin de bank wordt gehouden, is, duidelijk zichtbaar, een wit bord aangebracht, waarop in zwarte letters van den openbaren weg duidelijk leesbaar is te lezen: "Pandhuis".
Artikel 18
[Vervallen per 01-07-2014]
In een uitsluitend daartoe bestemd register, waarvan de bladen door of van wege de burgemeester zijn gewaarmerkt, wordt op den dag der beleening achtereenvolgens zonder open vakken, tusschenregels of kantteekeningen, met betrekking tot ieder pand ingeschreven het nummer van het pand, het bedrag der geschatte waarde van het pand, de beleensom, een omschrijving van het pand en de dag der beleening. In dat register wordt bij ieder pand mede ingeschreven ingeval van lossing of van verkoop de datum daarvan en in geval van verkoop bovendien de opbrengst van den verkoop.
Artikel 19
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 20
[Vervallen per 01-07-2014]
Het pandbewijs houdt in:
a. het nummer van het pand;
b. een omschrijving van het pand, het bedrag van de geschatte waarde en de beleensom;
c. den datum der beleening;
d. den termijn, na welken, gerekend van den dag der beleening, het pand, indien het niet gelost is, verkocht kan worden;
e. de vermelding, dat hetgeen het pand bij verkoop meer heeft opgebracht dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, door den rechthebbende gedurende twaalf maanden na den verkoop kan worden opgevorderd.
Artikel 21
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Indien het pandbewijs de bepaling, bedoeld in art. 20, letter d, niet inhoudt, is de pandnemer te allen tijde gehouden tot teruggave van het pand tegen ontvangst van de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is.
3 Indien de houder van een bank van leening een pand, waarvan de lossing verlangd wordt met inachtneming van den termijn, bedoeld in art. 20, letter d, of krachtens het bepaalde in het vorige lid, niet meer onder zijn macht heeft, is hij gehouden tot betaling aan den pandgever van hetgeen de geschatte waarde van het pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is.
4 Indien het vermelde op het pandbewijs niet overeenstemt met het vermelde in het register, beslist de inhoud van het pandbewijs, zoolang niet de valschheid of de vervalsching van het pandbewijs is bewezen.
Artikel 22
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Burgemeester en Wethouders kunnen een model voor het pandbewijs, bedoeld in art. 20, vaststellen. Het besluit tot vaststelling wordt ter openbare kennis gebracht en aan de houders van banken van leening medegedeeld.
Artikel 23
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Indien Burgemeester en Wethouders de verzekering of het verzekerde bedrag onvoldoende achten, geven zij daarvan met redenen omkleed schriftelijk kennis aan den houder van de bank van leening, die binnen een maand aan de gerezen bezwaren tegemoet komt.
Artikel 24
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Verkoop van panden geschiedt in het openbaar na openbare aankondiging ten minste veertien dagen te voren, in een of meer nieuwsbladen van de gemeente, of, bij gebreke daarvan, in een of meer nieuwsbladen van naburige gemeenten, alsmede door aanplakking aan het gebouw van de bank. Bij die aankondiging worden vermeld de maanden, waarin de pandbewijzen, welke betrekking hebben op de panden, die verkocht zullen worden, zijn afgegeven. De panden worden vóór de verkooping tenminste één dag ter bezichtiging gesteld.
3 Een pand kan bij de verkooping worden opgehouden, indien het niet tenminste het bedrag van de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, kan opbrengen. Het kan daarna ondershands worden verkocht.
Artikel 25
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Hetgeen de opbrengst van een pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, wordt aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze een daartoe strekkend verzoek doet binnen twaalf maanden na den verkoop. Bij gebreke van tijdig verzoek vervalt dat bedrag aan den houder van de bank.
Artikel 26
[Vervallen per 01-07-2014]
Op Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen worden panden niet aangenomen of afgegeven en wordt geld niet verstrekt of in ontvangst genomen.
Artikel 27
[Vervallen per 01-07-2014]
Van kinderen, die kenlijk den leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt, en van personen, in kenlijken staat van dronkenschap, worden panden of gelden niet aangenomen; aan die kinderen en personen worden panden of gelden niet verstrekt.
Artikel 28
[Vervallen per 01-07-2014]
Tot pand worden niet aangenomen:
a. zaken, die kenlijk tot den eeredienst behooren of kenlijk afkomstig zijn van instellingen van weldadigheid;
b. zaken, die met duidelijke omschrijving bij den houder van de bank als door diefstal verloren zijn aangegeven, behoudens schriftelijke machtiging van de burgemeester;
c. zaken, behoorende tot de kleeding, uitrusting of wapening van een krijgsman beneden den rang van officier.
Artikel 29
[Vervallen per 01-07-2014]
De houder van de bank is, behoudens het bepaalde in art. 33, verplicht de panden tot de lossing of den verkoop te bewaren.
Artikel 30
[Vervallen per 01-07-2014]
Indien een pand door brand of diefstal verloren is gegaan, wordt hetgeen de krachtens de verzekering te vorderen vergoeding meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze een daartoe strekkend verzoek doet binnen twaalf maanden na den dag, waarop het pand gelost had moeten worden.
Artikel 31
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Van zoodanige aangifte wordt op verzoek terstond aan hem, die de aangifte deed, bewijs afgegeven, vermeldende de zaak, die als door diefstal verloren is aangegeven en dag en uur van aangifte.
Artikel 32
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 33
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Indien de bank op dat tijdstip niet te goeder trouw is of indien de zaak door diefstal is verloren, wordt de zaak, mits deze nog in de macht van de bank is, aan de eigenaar teruggegeven tegen betaling van de beleensom en van hetgeen ter zake van de belening is verschuldigd.
3 Een zaak, die voor de aanneming tot pand met duidelijke omschrijving als door diefstal verloren bij de bank is aangegeven, wordt aan de eigenaar onvergolden teruggegeven, indien de afgifte binnen zes maanden na de aangifte wordt gevraagd en het pand nog in de macht van de bank is.
4 Is het pand reeds verkocht op het tijdstip van de aanvraag, en is hetgeen de verkoopsom meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, nog niet aan den houder van het pandbewijs uitgekeerd, dan geschiedt de uitkeering aan den eigenaar.
Artikel 34
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Het pandbewijs geeft behoudens in de gevallen, bedoeld in art. 33, eerste en tweede lid, recht de lossing van het pand te vorderen tegen betaling van de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is.
Artikel 35
[Vervallen per 01-07-2014]
3 Het bedrag ten honderd, bedoeld in het tweede lid, kan verschillend zijn naar gelang van de soort en de geschatte waarde der panden, van het bedrag der beleensom en van den duur der beleening.
4 Bij de berekening van hetgeen verschuldigd is, wordt een onderdeel van een cent, dat minder is dan een halve cent, gerekend voor een halven cent; het wordt gerekend voor een cent, indien het meer is dan een halve cent.
Artikel 36
[Vervallen per 01-07-2014]
1 In de localiteit of in de localiteiten, waarin de bank wordt gehouden, zijn gedrukte exemplaren, zonder bijschrijvingen, van de voorwaarden voor beleening aanwezig. Exemplaren worden op verzoek aan de pandgevers en aan de politie kosteloos uitgereikt.
Artikel 37
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Een besluit, vastgesteld ingevolge het vorige lid, wordt ter openbare kennis gebracht en aan de houders van banken van leening medegedeeld. De houders van banken van leening zijn van den tweeden dag af na den dag der mededeeling gehouden tot naleving van een besluit als bedoeld onder letter c en d van het vorige lid; tot naleving van een besluit, als bedoeld onder letter b, e en f zijn zij gehouden van den dertigsten dag af na den dag der mededeeling.
Artikel 38
[Vervallen per 01-07-2014]
2 De houders van de banken van leening verstrekken aan personen, voorzien van voormelde lastgeving, op verzoek alle ter zake van het in het eerste lid bedoelde onderzoek noodige inlichtingen of inzage van bescheiden.
Artikel 39
[Vervallen per 01-07-2014]
Burgemeester en Wethouders zenden een schriftelijke waarschuwing aan den houder van een bank van leening, door of voor wien of in wiens bank wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van deze wet, voor zoover tegen overtreding van die bepalingen niet bij de artt. 49-52 straf is bedreigd, of in strijd met de bepalingen van een krachtens deze wet vastgestelde verordening.
Artikel 40
[Vervallen per 01-07-2014]
De toelating van den houder van een bank van leening kan door Burgemeester en Wethouders worden ingetrokken:
1°. indien omstandigheden zich voordoen op grond waarvan, indien zij vroeger bekend of te duchten geweest waren, de toelating zou zijn geweigerd;
2°. indien blijkt, dat er binnen vijf jaren na de waarschuwing, bedoeld in art. 39, andermaal termen zouden zijn voor toepassing van dat artikel.
Artikel 41
[Vervallen per 01-07-2014]
Indien de intrekking onherroepelijk is geworden, kan nieuwe toelating van denzelfden persoon niet plaats hebben vóór dat vijf jaren zijn verstreken.
Artikel 42
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Burgemeester en Wethouders brengen iedere onherroepelijk geworden intrekking van een toelating onverwijld ter openbare kennis en kondigen haar onverwijld af in een of meer nieuwsbladen van de gemeente of, bij gebreke daarvan, in een of meer nieuwsbladen van naburige gemeenten en door aanplakking aan het gebouw van de bank. De afkondiging in de nieuwsbladen wordt zoo spoedig mogelijk driemalen herhaald.
Artikel 43
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 44
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Panden, die binnen zes maanden na de eerste bekendmaking, voorgeschreven in art. 42, niet zijn gelost, worden binnen veertien dagen in het openbaar verkocht.
2 Indien die verkoop niet binnen den bepaalden termijn heeft plaats gehad, dragen Burgemeester en Wethouders zorg dat hij alsnog plaats vinde. Zij zijn bevoegd, daartoe alles wat op het bedrijf betrekking heeft, in beslag te doen nemen of onder bewaking te doen stellen.
Artikel 45
[Vervallen per 01-07-2014]
1 De opbrengst van de ingevolge art. 44 verkochte panden en hetgeen overeenkomstig het bepaalde in art. 20 letter e door den rechthebbende kan worden opgevorderd ter zake van panden, die vóór de intrekking van de toelating zijn verkocht, wordt gestort in de kas van den gemeente-ontvanger. Die bedragen en de storting worden door Burgemeester en Wethouders onverwijld ter openbare kennis gebracht en afgekondigd in een of meer nieuwsbladen van de gemeente of, bij gebreke daarvan, in een of meer nieuwsbladen van naburige gemeenten.
2 Uit die gelden wordt, indien een daartoe strekkend verzoek binnen zes maanden na voormelde afkondiging wordt gedaan, aan de houders van pandbewijzen uitgekeerd hetgeen de opbrengst van het pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is. Indien evenwel hetgeen in de kas van den gemeente-ontvanger wordt gestort terzake van panden, die vóór de intrekking van de toelating zijn verkocht, niet toereikend is om aan de rechthebbenden het hun toekomende uit te keeren, wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid van ieders vordering onder hen verdeeld.
3 Uit hetgeen daarna overblijft worden de door Burgemeester en Wethouders bij de uitvoering van de artt. 42 en 44 gemaakte kosten vergoed; het overige blijft gedurende een jaar na den verkoop der panden ter beschikking van hem, die de bank van leening gehouden heeft, of, indien deze overleden is, van zijne erfgenamen of rechtverkrijgenden, en vervalt, indien het door dezen niet binnen dien termijn is opgevorderd, aan de gemeente.
Artikel 46
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Het bepaalde in de artt. 42 en 44 is mede van toepassing indien de houder van een bank van leening insolvent verklaard of onder curateele gesteld is, met dien verstande, dat de in art. 42 voorgeschreven bekendmaking en afkondiging en verwijdering van de borden door den curator wordt verricht en dat de lossing van panden geschiedt bij en de openbare verkoop door den curator.
2 Hetgeen de opbrengst der door den curator en der vóór het vervallen van de toelating verkochte panden meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, wordt voor ieder pand in een nieuwsblad bekend gemaakt en blijft gedurende zes maanden ter beschikking van de pandgevers. Indien evenwel hetgeen ter beschikking van de pandgevers blijft ter zake van vóór het vervallen van de toelating verkochte panden niet toereikend is om aan de rechthebbenden het hun toekomende uit te keeren, wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid van ieders vordering onder hen verdeeld.
Artikel 47
[Vervallen per 01-07-2014]
De houders van banken van leening verleenen te allen tijde aan personen, voorzien van een schriftelijke lastgeving van Burgemeester en Wethouders tot binnentreden, toegang tot hun localiteiten.
Strafbepalingen
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 48
[Vervallen per 01-07-2014]
Hij, die behoudens het bepaalde in art. 43, eerste lid, zonder de vereischte toelating een bank van leening houdt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 49
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Hij, die opzettelijk onjuiste opgaven inschrijft in het register, bedoeld in art. 18, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
2 Met gelijke straf wordt gestraft hij, die niet voldoet aan een verzoek, tot hem gericht ingevolge art. 38, tweede lid, of die handelt in strijd met het bepaalde in art. 47.
Artikel 50
[Vervallen per 01-07-2014]
Hij, die handelt in strijd met het bepaalde in de artt. 26, 27 of 32 of met een besluit, vastgesteld ingevolge art. 37, letter d, of e, of die nalaat, daartoe verplicht zijnde, het bewijs af te geven, bedoeld in art. 31, tweede lid, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 51
[Vervallen per 01-07-2014]
1 Hij, die weigert, den rechtmatigen houder van een pandbewijs tot lossing van het pand toe te laten; die een pand verkoopt binnen den termijn, ingevolge art. 20, letter d, op het pandbewijs vermeld; die in het geval, bedoeld in art. 21, tweede lid, het pand niet tegen ontvangst van het verschuldigde terug geeft; of die weigert, het bedrag, bedoeld in art. 20, letter e, aan den rechthebbende uit te keeren, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
Artikel 52
[Vervallen per 01-09-1976]
Artikel 53
[Vervallen per 01-07-2014]
2 De voormelde ambtenaren hebben te allen tijde vrijen toegang tot alle localiteiten en alle plaatsen, waar een bank van leening wordt gehouden of waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat een bank van leening gehouden wordt.
3 Bij het opsporen van een bij of krachtens deze wet strafbaar gesteld feit hebben de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toegang tot elke plaats, waar een bank van lening wordt gehouden of waar redelijkerwijs vermoed kan worden, dat een bank van lening gehouden wordt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
Overgangsbepalingen
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 54
[Vervallen per 01-07-2014]
De reglementen van de gemeentelijke banken van leening vervallen zes maanden na het in werking treden van deze wet, indien zij niet met inachtneming van de bepalingen van deze wet binnen dien termijn zijn herzien.
Artikel 55
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 56
[Vervallen per 01-07-2014]
2 Het bepaalde in de artt. 17-20, 23-36, 38, 39, 46 en 47 blijft gedurende dien termijn buiten toepassing; houders van banken van leening zijn eerst na afloop van dien termijn met inachtneming van het bepaalde in art. 37, tweede lid, gehouden tot naleving van een besluit, te voren vastgesteld op grond van art. 37, eerste lid, letter b, c, d, e of f.
Artikel 57. Slotbepalingen
[Vervallen per 01-07-2014]
Artikel 58
[Vervallen per 01-07-2014]
De processen-verbaal van verkoop van panden worden gratis geregistreerd.
Artikel 59
[Vervallen per 01-07-2014]
De feiten, bij de artt. 48, 49, 50 en 51 strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.
Artikel 60
[Vervallen per 01-07-2014]
Deze wet kan worden aangehaald onder den titel van "Pandhuiswet" onder bijvoeging van jaartal en nummer van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.