Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodig is den dienst en het gebruik
van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd, nader te
regelen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
2 Als tramwegen beschouwde spoorwegen, welke alleen voor vervoer van goederen bestemd
zijn, kunnen door Onzen Minister voornoemd, bestuurders van den spoorwegdienst gehoord,
ten deele met locaalspoorwegen worden gelijkgesteld.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
1 Voor de aanleg van een locaalspoorweg, een stadsspoorweg of een tramweg en de uitoefening
van de dienst op die locaalspoorweg, die stadsspoorweg of die tramweg wordt een door
Ons of met Onze machtiging verleende concessie vereist.
-
3 De concessie houdt, voor zooveel tramwegen betreft, voorschriften in ter verzekering,
dat bepalingen omtrent rechten en verplichtingen der beambten en bedienden van den
spoorwegdienst worden onderworpen aan de instemming van Onzen Minister voornoemd,
en door dezen kunnen worden vastgesteld, voor zooveel overeenstemming met bestuurders
van den spoorwegdienst ontbreekt.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
Uitoefening van den dienst op een locaalspoorweg, op een stadsspoorweg of op een tramweg
is den bestuurders verboden, tenzij eene concessie, als bedoeld in artikel 2, van kracht is.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
2 Zijn gedeelten van die spoorwegen op openbare wegen aangelegd, dan kan daarvoor ook
van artikel 1 dier wet worden afgeweken, behalve met betrekking tot de verantwoordelijkheid ten
aanzien van reizigers en tot vervoer aangenomen goederen, alsmede van de artikelen 34, 35, 43 en 44 dier wet.
Artikel 4a
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
3 Bij algemene maatregel van bestuur kan ten aanzien van stadsspoorwegdiensten onder
beheer van een publiekrechtelijk lichaam worden bepaald, dat voor de naleving van
die algemene maatregel van bestuur zij als bestuurders worden aangemerkt, die door
dit publiekrechtelijk lichaam aan het hoofd van die stadsspoorwegdienst zijn gesteld.
-
4 Indien het gezag, gesteld boven de bestuurders, in het vorige lid bedoeld, deze de
middelen onthoudt, welke nodig zijn hen in staat te stellen de verplichtingen na te
komen, welke bij of krachtens de in het vorige lid bedoelde algemene maatregel van
bestuur op hen zijn gelegd, wordt echter dat gezag als bestuurder aangemerkt.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
1 Op tramwegen zijn van de in artikel 4 aangehaalde wet van toepassing de artikelen 4, 5, 7, 9 tot en met 12, 16, 17, 20 tot en met 22, 42, 69a en 71; de artikelen 34, 35, 43 en 44 zijn van toepassing op spoorweggedeelten niet op openbare wegen aangelegd.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
2 Bij algemeenen maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven ter verzekering
van het veilig gebruik van deze spoorwegen, indien zij aansluiten aan spoorwegen,
in de in artikel 4 aangehaalde wet bedoeld, aan locaalspoorwegen, aan stadsspoorwegen of aan tramwegen.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
2 Indien bijzondere omstandigheden van plaatselijken aard in eene gemeente voorschriften
noodig maken omtrent den dienst en het gebruik van locaalspoorwegen of van tramwegen,
kunnen deze voorschriften, voor zoover zij spoorweggedeelten betreffen op openbare
wegen aangelegd, door den gemeenteraad worden vastgesteld.
-
4 De Staten der provinciën en de gemeenteraden zijn bevoegd omtrent het veilig gebruik
van spoorwegen, in artikel 6, tweede lid, bedoeld, voor spoorweggedeelten op openbare wegen aangelegd voorschriften te geven
voor zooveel betreft punten, waaromtrent bij den aldaar bedoelden algemeenen maatregel
van bestuur niet is voorzien.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
1 Op spoorwegen, waarop geen ander vervoer plaats heeft dan personenvervoer binnen ééne
gemeente, zijn artikel 1 en de in artikel 4 aangehaalde wet niet van toepassing. Artikel 5, vierde lid, blijft op deze spoorwegen van toepassing.
-
2 Met die spoorwegen kunnen door Ons, den Raad van State gehoord, worden gelijk gesteld
spoorwegen of spoorweggedeelten, waarop in hoofdzaak geen ander dan zoodanig vervoer
plaats heeft, of welke uit anderen hoofde niet van aanmerkelijke beteekenis zijn voor
het doorgaand verkeer.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
1 Overtreding van de bepalingen van:
artikel 5,
de in artikel 5 toepasselijk verklaarde wetsartikelen, voor zooveel deze overtreding betrekking heeft
op tramwegen, daaronder begrepen niet-naleving van artikel 35, tweede lid, der in
artikel 4 aangehaalde wet door de bij artikel 63, tweede lid, dier wet deswege aansprakelijk
gestelden,
de in de artikelen 4, 4a, 5 en 6 bedoelde algemeene maatregelen van bestuur,
wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie
-
3 Die beambten en bedienden kunnen de reizigers, die zich aan overtreding der bepalingen
van den in de artikelen 4, 4a en 5 bedoelden algemeenen maatregel van bestuur schuldig maken, uit de rijtuigen weren
of verwijderen.
-
5 Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is bevoegd tot oplegging van een last onder
bestuursdwang ter handhaving van het in artikel 3 neergelegde verbod, alsmede ter handhaving van de in de artikelen 4, 4a, 5 en 6 bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
-
6 Ten aanzien van beschadiging van waterstaatswerken, in beheer of onderhoud bij ondernemers
van locaal-, stadsspoor- of tramwegdiensten, voor welke schippers, reeders, eigenaars
of gebruikers van vaartuigen of vlotten volgens de wet aansprakelijk zijn, vindt §
6a der Waterstaatswet 1900 overeenkomstige toepassing.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
3 Ook zijn tot het opsporen der overtredingen in artikel 9 bedoeld bevoegd de beambten en bedienden van den spoorweg, beëedigd volgens regelen
bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen, over de geheele uitgestrektheid van
den weg, waarop zij dienst doen, en binnen den kring van honderd meter aan beide zijden
van dien weg.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
De bij deze wet strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
De wet van 28 October 1889 (Staatsblad n°. 146) wordt ingetrokken.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
Deze wet treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip.