Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)

Geraadpleegd op 19-03-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2020.
Geldend van 01-01-2020 t/m 29-07-2020

Wetstechnische informatie voor Artikel 30c

Informatie geldend op 01-01-2020

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit digitalisering burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht
  2. Verzamelbesluit Justitie en Veiligheid 2018

Beleidsregels en circulaires die betrekking hebben op dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit digitalisering burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht
    Artikelen: 4, 5, 7
  2. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
    Artikelen: 30e, 115, 406

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar het hoofdstuk, paragraaf e.d. waar dit artikel deel van uitmaakt

Verwijzingen naar Eerste Boek

  1. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
    Artikel 1018d

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(geldig op 01-01-2020)

Opmerking

Als gevolg van de gefaseerde inwerkingtreding van de wetgeving waarmee digitaal procederen mogelijk werd gemaakt (Stb. 2016, 288–294), zijn gedurende enige tijd twee verschillende versies van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldend geweest. Eén voor de gevallen waarin digitaal procederen gold en één voor de gevallen waarin dat nog niet het geval was. Per 1 mei 2023 bestaat er door technische eenmaking weer één versie van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Wilt u de wetstechnische informatie raadplegen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat gold in het geval van niet-digitaal procederen tussen 1-3-2017 en 1-5-2023, kijk dan op: https://wetten.overheid.nl/BWBR0039872/2023-01-01/0/informatie#tab-wijzigingenoverzicht.
Ontstaansbron Inwerkingtreding
Datum van inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kamerstukken Ondertekening Bekendmaking Opmerking
01-05-2023 Vervallen 25-01-2023 Stb. 2023, 41 36212 20-03-2023 Stb. 2023, 97
01-04-2021 Wijziging 13-07-2016 Stb. 2016, 288 34059 04-02-2021 Stb. 2021, 81 Inwtr. 1
01-10-2019 Wijziging 03-07-2019 Stb. 2019, 241 35175 05-07-2019 Stb. 2019, 247 Alg. 2
01-09-2017 Wijziging 13-07-2016
samen met
13-07-2016
Stb. 2016, 288
samen met
Stb. 2016, 290
34059
samen met
34212
01-05-2017 Stb. 2017, 174 Inwtr. 3
10-03-2017 Wijziging 21-12-2016 Stb. 2017, 13 34413 22-02-2017 Stb. 2017, 81
01-03-2017 Nieuw 13-07-2016 Stb. 2016, 288 34059 25-01-2017 Stb. 2017, 16 Alg. 4, Inwtr. 5

Opmerkingen

  1. Treedt voor het eerste tot en met derde lid en zesde tot en met achtste lid uitsluitend in werking voor zover het betreft verzoekprocedures bij de Hoge Raad. 1)
  2. Artikel I van Stb. 2019/241 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.2)
  3. Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.
    Treedt voor wat betreft het vierde lid, tweede volzin eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.3)
  4. De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.4)
  5. Treedt uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.5)
Naar boven