-
ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport: door Onze Minister aangewezen ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport;
-
bekwaamheidsbewijs: geldig document, anders dan een vaarbevoegdheidsbewijs, afgegeven aan een zeevarende,
waaruit blijkt dat een door Onze Minister erkende training met goed gevolg is afgesloten
waarmee wordt voldaan aan een of meer beroepseisen;
-
bemanning: kapitein, de officieren, de gezellen en de overige zeevarenden;
-
bemanningscertificaat: door Onze Minister afgegeven certificaat, houdende het minimumaantal bemanningsleden
met hun functies aan boord van het betrokken zeeschip;
-
bemanningslijst: bij het FAL-verdrag ingevoerde standaardverklaring die informatie bevat die betrekking
heeft op de bemanningssamenstelling van een zeeschip;
-
bemanningsplan: voorstel van de scheepsbeheerder, houdende het aantal bemanningsleden met hun functies
aan boord waarmee de scheepsbeheerder het betrokken zeeschip minimaal wenst te bemannen;
-
beroepseisen: krachtens deze wet gestelde eisen ten aanzien van de kennis, de vaardigheden, de
diensttijd en de leeftijd voor een functie aan boord of voor werkzaamheden waarop
deze wet van toepassing is;
-
C188-verdrag: het op 14 juni 2007 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende werk in de visserijsector
(Trb. 2011, 152);
-
Caribisch-Nederlands zeeschip: zeeschip dat op grond van de Vaartuigenwet 1930 BES is geregistreerd in de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius of Saba;
-
certificaat maritieme arbeid: certificaat, bedoeld in voorschrift 5.1.3, derde lid, van het MLC-verdrag;
-
diensttijd: dienstdoen aan boord van een zeeschip voor zover van belang voor de afgifte of vernieuwing
van een vaarbevoegdheidsbewijs, een bekwaamheidsbewijs of een andere kwalificatie;
-
FAL-verdrag: op 9 april 1965 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake het vergemakkelijken van
het internationale verkeer ter zee (Trb. 1966, 162);
-
geneeskundige verklaring zeevaart: verklaring als bedoeld in artikel 31, eerste lid;
-
GT: maateenheid brutotonnage waarin de totale inhoud van een zeeschip, vastgesteld overeenkomstig
het op 23 juni 1969 te Londen tot stand gekomen Verdrag betreffende de meting van
schepen (Trb. 1970, 122), wordt uitgedrukt;
-
gezel: lid van de bemanning, anders dan de kapitein of een officier die een functie uitoefent
genoemd in het STCW-verdrag of STCW F-verdrag;
-
IMO-nummer: scheepsidentificatienummer, bedoeld in voorschrift XI-1/3 van het SOLAS-verdrag;
-
kapitein: gezagvoerder van een zeeschip;
-
kennisbewijs: bewijs van:
-
koud opgelegd zeeschip: zeeschip zonder vaste bemanning dat gedurende langere tijd niet wordt geëxploiteerd;
-
maand: een kalendermaand of 30 dagen samengesteld uit perioden van minder dan een maand;
-
MLC-verdrag: op 23 februari 2006 te Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007,
93) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen en aanhangselen;
-
monsterboekje: door Onze Minister of een bevoegde buitenlandse maritieme autoriteit afgegeven document
uitgereikt aan een zeevarende dat een overzicht bevat van zijn functie en opgedane
diensttijd aan boord van een of meer schepen als bedoeld in het STCW-verdrag, het
STCW F-verdrag, norm A2.1 van het MLC-verdrag of norm 3.10 van het FAL-verdrag;
-
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
-
officier: lid van de bemanning, niet zijnde de kapitein, die als zodanig is aangewezen bij
of krachtens deze wet;
-
opvarende: eenieder die zich gedurende de vaart aan boord van het zeeschip bevindt;
-
pleziervaartuig: zeeschip dat uitsluitend bestemd is of gebruikt wordt voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding,
voor zover geen vergoeding wordt betaald voor het vervoer van passagiers;
-
richtlijn (EU) 2022/993:
Richtlijn (EU)2022/993 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2022 inzake het minimumopleidingsniveau
van zeevarenden (PbEU 2022, L 169);
-
richtlijn 92/29/EEG:
Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid
en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van
schepen (PbEG 1992, L 113);
-
richtlijn 2009/13/EG:
Richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen
de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie
van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006
en tot wijziging van Richtlijn 1999/63/EG (PbEU 2009, L 124);
-
richtlijn (EU) 2017/ 159:
Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen
Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie
van vervoerswerknemers (EFT) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen
in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van
het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie
uit 2007 (PbEU 2016, L 25);
-
scheepsbeheerder: eigenaar of de rompbevrachter van een zeeschip, of een vennootschap als bedoeld in
artikel 194a van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek aan wie de eigenaar de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het zeeschip
heeft overgedragen, of indien het een vissersvaartuig betreft, de natuurlijke persoon
of rechtspersoon aan wie de eigenaar de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van
het vissersvaartuig heeft overgedragen;
-
scheepslengte: tenzij anders bepaald, 96 procent van de totale lengte op een waterlijn op 85 procent
van de kleinste holte gemeten vanaf de kiellijn, of de lengte van de voorzijde van
de voorsteven tot de hartlijn van de roerkoning op die waterlijn, indien deze lengte
groter is; bij vissersvaartuigen die met een stuurlast ontworpen zijn, moet de waterlijn
waarop deze lengte gemeten wordt, evenwijdig aan de ontwerplastlijn worden genomen;
-
schipper: kapitein van een vissersvaartuig;
-
schriftelijk bewijs: bewijs, anders dan een vaarbevoegdheidsbewijs of een bekwaamheidsbewijs, dat door
een zeevarende aan een beroepseis is voldaan;
-
SCV-code: de in februari 2001 onder auspiciën van de IMO opgestelde en bij circulaire SLS.14/Circ.396,
als voor het Koninkrijk der Nederlanden geldende equivalente regeling, aangemelde
Code voor de veiligheid van kleine commerciële schepen waarmee reizen worden ondernomen
in het Caribisch gebied (Code of Safety for Small Commercial Vessels operating in
the Caribbean);
-
SOLAS-verdrag: op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens
op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels
en bijlagen;
-
STCW-verdrag: op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden
inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978 (Trb. 1981, 144) en de bij dat
verdrag behorende bindende bijlagen;
-
STCW F-verdrag: op 7 juli 1995 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de
normen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van personeel van vissersschepen
van de Internationale Maritieme Organisatie (Trb. 2013, 218);
-
tuchtcollege: tuchtcollege voor de scheepvaart als bedoeld in artikel 41;
-
vaarbevoegdheidsbewijs: geldig document afgegeven door Onze Minister waaruit de bevoegdheid blijkt om in
een of meer functies, waarvoor bij of krachtens deze wet beroepseisen zijn gesteld,
aan boord van een zeeschip dienst te doen;
-
verklaring naleving maritieme arbeid: verklaring als bedoeld in norm A 5.1.3, tiende lid, van het MLC-verdrag, bestaande
uit deel I en deel II;
-
verwerking van persoonsgegevens: het verwerken van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4, onderdelen 1 en 2, van
de Algemene verordening gegevensbescherming;
-
visser: zeevarende werkzaam op een vissersvaartuig;
-
vissersvaartuig: zeeschip dat bestemd is of gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vangen van vis of
van andere levende rijkdommen van de zee;
-
visserij-arbeidscertificaat: document als bedoeld in artikel 41 van het C188-verdrag;
-
zeeschip: schip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag
van het Koninkrijk te voeren;
-
zeevarende: natuurlijke persoon die in enige hoedanigheid werkzaamheden verricht aan boord van
een zeeschip;
-
zeilschip: zeeschip dat bestemd en ingericht is om hoofdzakelijk door middel van zeilen te worden
voortbewogen;
-
zeilvaart: bedrijfsmatige vaart met zeilschepen op zee.