Thematische onderzoeksregeling 2024–2026

[Regeling vervalt per 01-08-2026.]
Geraadpleegd op 12-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 04-04-2025 en zichtdatum 22-06-2025.
Geldend van 25-10-2024 t/m heden

Besluit van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek van 17 juli 2024, nr. OT2426, tot vaststelling van een subsidieregeling Onderzoek naar de journalistieke praktijk: thematische oproep 2024–2026

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Gelet op de artikelen 8.3 en 8.15a van de Mediawet 2008;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a) Journalistieke informatiebron: een organisatie binnen de journalistieke bedrijfstak met als (hoofd)activiteit het maken en leveren van een dienst of product waarbij:

    • i. het product of de dienst gericht is op het Nederlandse publiek; en

    • ii. minimaal 25% van het product of de dienst tot stand is gekomen op basis van journalistiek handelen; en

    • iii. de publicatiefrequentie minimaal een keer per twee weken is en daarmee sprake is van een informatiebron waartoe burgers zich met een vaste regelmaat kunnen wenden; en

    • iv. die staat ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel.

  • b) Journalistieke bedrijfstak: het geheel van private en publieke journalistieke informatiebronnen gevestigd in Nederland, waarvan de activiteiten zijn gericht op de Nederlandse markt.

  • c) Journalistiek handelen: het vergaren, verwerken en verspreiden van informatie en nieuws, waarbij:

    • i. het gaat om onafhankelijk tot stand gekomen berichtgeving die bestemd is voor alle geledingen binnen de samenleving en die bestaat uit originele, eigen content die niet machine-gegenereerd is;

    • ii. gestreefd wordt naar zo accuraat en evenwichtig mogelijke berichtgeving; en

    • iii. verantwoording wordt afgelegd en transparant wordt gehandeld en waarbij de afzender van de content duidelijk wordt gemaakt.

  • d) Onderzoek: een praktijkgericht onderzoek dat betrekking heeft op de journalistieke bedrijfstak.

  • e) Onderzoeksinstellingen: onderwijsinstellingen (zowel publiek als privaat), (commerciële) onderzoeksbureaus, organisatieadviesbureaus, collectieven van zelfstandige onderzoekers of NGO’s met een ANBI-status.

  • f) Stimuleringsfonds: het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, bedoeld in artikel 8.2 van de Mediawet 2008.

  • g) Thematische oproep: een oproep waarbinnen subsidie kan worden aangevraagd om een onderzoek uit te voeren aan de hand van een door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling.

Artikel 1.2. Doel van de subsidie

Subsidieverstrekking op grond van deze regeling heeft tot doel het stimuleren van (wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van de journalistieke bedrijfstak als geheel. Om dat doel te bereiken kan het Stimuleringsfonds subsidie verstrekken voor de uitvoering van een onderzoek op basis van een door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling.

Artikel 1.3. Toepassingsbereik

Deze regeling is van toepassing op het aanvragen, beoordelen en verstrekken van een subsidie die is ingediend binnen een door het Stimuleringsfonds vastgestelde thematische oproep.

Artikel 1.4. Subsidiabele activiteiten en subsidieperiode

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een onderzoek dat:

    • a) wordt uitgevoerd door een onderzoeksteam, bestaande uit tenminste twee personen met een aantoonbare onderzoeksachtergrond; en

    • b) minimaal zes maanden en maximaal twaalf maanden duurt.

  • 2 Een onderzoek waarvoor subsidie wordt verstrekt, mag niet zijn aangevangen voordat op de subsidieaanvraag is beslist en moet binnen 3 maanden worden aangevangen na bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening.

Artikel 1.5. Subsidieplafond en deelplafonds

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is in totaal € 300.000 beschikbaar.

  • 2 Als op grond van de beoordeling de in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, weigert het Stimuleringsfonds een subsidie voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 3 Het Stimuleringsfonds stelt per thematische oproep een deelplafond vast. Als een deelplafond niet wordt overschreden, kunnen de resterende middelen worden overgeheveld naar een ander deelplafond.

  • 4 Als na de subsidieverstrekking op grond van deze regeling het beschikbare bedrag, bedoeld in het eerste lid, niet geheel is gebruikt, kan het resterende deel gereserveerd worden ter besteding aan andere doelen van het Stimuleringsfonds.

Artikel 1.6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1 Voor subsidie komen uitsluitend de in het vierde lid genoemde kosten in aanmerking, die in rechtstreeks verband staan tot de subsidiabele activiteiten en waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen dat deze noodzakelijk zijn om de activiteiten te kunnen uitvoeren.

  • 2 Kosten zijn uitsluitend subsidiabel indien deze na subsidieverlening door de subsidieontvanger zijn gemaakt en betaald.

  • 3 Niet subsidiabel zijn kosten die reeds uit anderen hoofde zijn of worden gefinancierd.

  • 4 Op grond van deze regeling kan uitsluitend subsidie worden verstrekt voor de volgende kosten, inclusief btw:

    • a) Gewerkte uren van de bij het onderzoek betrokken personen, voor de onderstaande werkzaamheden:

      • i) het verrichten van activiteiten ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek;

      • ii) projectcoördinatie en -administratie van het onderzoek.

    • b) Overige onderzoekskosten, voor zover noodzakelijk voor het onderzoek, tot maximaal 10% van het aangevraagde subsidiebedrag:

      • i) reiskosten;

      • ii) inhuur- of inkoopkosten voor hulpmiddelen of ondersteunende dienstverlening, voor zover noodzakelijk voor het verrichten van kwantitatief of kwalitatief onderzoek.

  • 5 Voor kosten als bedoeld in het vierde lid, onder a, worden de volgende bandbreedtes gehanteerd:

    • a) Junior onderzoeker (1 tot 3 jaar ervaring): maximaal 87 euro per uur (incl. btw);

    • b) Medior onderzoeker (3 tot 5 jaar ervaring): maximaal 105 euro per uur (incl. btw);

    • c) Senior onderzoeker (vanaf 5 jaar ervaring): maximaal 131 euro per uur (incl. btw);

    • d) Overig personeel (projectcoördinatie en -administratie): maximaal 105 euro per uur (incl. btw).

  • 6 Verschuldigde btw komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking ingeval de aanvrager de btw niet kan verrekenen met de door de aanvrager af te dragen omzetbelasting.

  • 7 De subsidiabele kosten worden door de aanvrager berekend volgens door het Stimuleringsfonds vastgestelde instructies.

Hoofdstuk 2. Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel 2.1. Thematische oproep

  • 1 Het Stimuleringsfonds kan gedurende de looptijd van deze regeling thematische oproepen publiceren voor het uitvoeren van een (wetenschappelijk) onderzoek. Een dergelijke oproep omvat in ieder geval:

    • a. een omschrijving van het thema en probleemstelling waarbinnen het onderzoek moet worden uitgevoerd;

    • b. het subsidiedeelplafond;

    • c. de periode waarbinnen een subsidieaanvraag kan worden ingediend;

    • d. eventuele wijzigingen van de bandbreedtes voor de kosten als bedoeld in artikel 1.6, vijfde lid;

    • e. eventuele aanvullende vereisten of weigeringsgronden; en

    • f. eventuele aanvullende vereisten met betrekking tot de inhoud van de aanvraag.

  • 2 Een oproep wordt bekendgemaakt door publicatie in de Staatscourant en op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl. Hierbij wordt verwezen naar deze regeling.

Artikel 2.2. Subsidieaanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een onderzoeksinstelling, als bedoeld in artikel 1.1, onder e.

Artikel 2.3. Subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend door het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds, volgens de daarbij vermelde instructies, en omvat in ieder geval:

    • a) Een onderzoeksopzet, bestaande uit de volgende onderdelen:

      • i. de onderzoeksvraag of onderzoeksvragen; en

      • ii. een beschrijving van de onderzoeksmethode; en

      • iii. een omschrijving van de op te leveren resultaten.

    • b) een plan van aanpak voor de uitvoering van het onderzoek;

    • c) KvK-nummer van de aanvrager;

    • d) cv’s van de bij het onderzoek betrokken personen;

    • e) een gespecificeerde en realistische begroting van de met de voorgenomen activiteiten verband houdende kosten;

    • f) het rapport of verslag van een door de onderzoeksinstelling eerder uitgevoerd onderzoek, dat ten hoogste 3 jaar oud is en aantoont dat deze bekend is met de in de onderzoeksopzet omschreven problematiek binnen de journalistieke bedrijfstak en/of dat deze over ervaring beschikt met het toepassen van de voorgestelde onderzoeksmethoden.

  • 2 De begroting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt opgesteld conform de modelbegroting zoals die is vastgesteld door het Stimuleringsfonds.

  • 3 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als deze volledig is. Het Stimuleringsfonds beoordeelt binnen een week na indiening van de aanvraag de volledigheid daarvan. Over eventuele ontbrekende gegevens krijgt de aanvrager bericht, met de uitnodiging om deze alsnog binnen één week aan te leveren. Blijft tijdige en volledige aanlevering van de gegevens uit, dan wordt de betreffende aanvraag buiten behandeling gesteld.

  • 4 Een subsidieaanvrager, zoals bedoeld in artikel 2.2, kan niet meer dan één subsidieaanvraag per thematische oproep indienen.

Hoofdstuk 3. Subsidieverlening

Artikel 3.1. Verdeling subsidie

Het voor subsidie beschikbare bedrag wordt verdeeld op basis van een rangschikking van de aanvragen.

Artikel 3.2. Drempelcriterium

  • 1 Een aanvraag tot subsidieverlening wordt door het Stimuleringsfonds eerst beoordeeld aan de hand van het volgende drempelcriterium:

  • 2 Als een aanvraag niet aan de drempelcriteria voldoet, wijst het Stimuleringsfonds de aanvraag af.

Artikel 3.3. Inhoudelijke criteria

Alleen indien het drempelcriterium positief wordt beoordeeld, wordt een aanvraag tot subsidieverlening aansluitend door het Stimuleringsfonds beoordeeld aan de hand van de volgende inhoudelijke criteria:

  • a. thema en probleemstelling van het onderzoek: het onderzoek adresseert het door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling;

  • b. onderzoeksvraag en -methode(n): de centrale onderzoeksvraag is duidelijk geformuleerd, de onderzoeksmethode(n) is (zijn) geschikt om het thema te onderzoeken en de uitvoering van het onderzoek is haalbaar;

  • c. teamsamenstelling: het onderzoeksteam beschikt over de benodigde kennis, ervaring en competenties, die nodig zijn bij de voorgestelde onderzoeksmethode(n);

  • d. onderzoeksresultaten: de resultaten zijn direct inzetbaar in de journalistieke praktijk.

Artikel 3.4. Beoordeling inhoudelijke criteria

  • 1 Bij beoordeling op de inhoudelijke criteria wordt het oordeel door het Stimuleringsfonds vertaald in een waardering per criterium. Hierbij wordt gewerkt met een systeem waarin deze waardering wordt omgezet in een cijfer. Zowel de waardering als het cijfer staan op zichzelf, aanvragen worden niet direct met elkaar vergeleken.

  • 2 Het Stimuleringsfonds komt voor iedere aanvraag per criterium tot een gemotiveerde score volgens een vijfpuntenschaal: 1. onvoldoende 2. matig 3. voldoende 4. goed 5. zeer goed.

  • 3 De scores per criterium worden bij elkaar opgeteld en vormen zo de totaalscore van de aanvraag. De rangschikking van de aanvragen wordt bepaald door het totaal aantal punten dat is behaald.

  • 4 De aanvraag met de hoogste score in de rangschikking komt als enige in aanmerking voor subsidie.

  • 5 Aanvragen die na de beoordeling op ieder afzonderlijk criterium minimaal 3 punten (voldoende) hebben behaald, komen voor rangschikking in aanmerking. Aanvragen die op één of meer criteria 1 of 2 punten behalen, komen niet voor rangschikking in aanmerking en worden afgewezen.

  • 6 Indien meerdere aanvragen dezelfde score hebben gehaald, dan worden deze gelijk geëindigde aanvragen als volgt gerangschikt:

    • i. op basis van de toegekende score op het criterium ‘onderzoeksvraag en -methode(n)', bedoeld in artikel 3.3., tweede lid;

    • ii. de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de toegekende score op het criterium ‘teamsamenstelling’, bedoeld in artikel 3.3., derde lid;

    • iii. de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de toegekende score op het criterium ‘onderzoeksresultaten’, bedoeld in artikel 3.3., vierde lid;

    • iv. de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van loting door een notaris.

Artikel 3.6. Subsidiebedrag

Het minimaal te verstrekken subsidiebedrag per aanvraag is 25.000 euro, het maximaal te verstrekken bedrag euro is 75.000 euro.

Artikel 3.7. Betaling

  • 1 Bij een subsidieverlening wordt het verleende subsidiebedrag in twee termijnen betaald, waarbij:

    • a) een eerste termijn van 50% van het verleende subsidiebedrag bij wijze van voorschot direct na de subsidieverlening wordt betaald;

    • b) het restant na vaststelling van de subsidie wordt betaald.

Hoofdstuk 4. Verplichtingen

Artikel 4.1. Medewerkings- en informatieplicht

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de omschrijving van de activiteiten die in de beschikking tot subsidieverlening is gegeven.

  • 2 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken, bijeenkomsten en overlegrondes die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen over de voortgang en staat van projecten alsmede ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.

  • 3 De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, waaronder ingrijpende wijzigingen in de opzet, uitvoering en deelnemers van een project. Daarbij worden de relevante stukken overlegd.

  • 4 De subsidieontvanger werkt mee aan overleg over en presentatie en publicatie van (tussentijdse) resultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, met als doel het onderzoek onder de aandacht te brengen en kennis te delen met andere partijen uit de sector. De subsidieontvanger dient zich ervan bewust te zijn, dat de onderzoeksresultaten onder geen beding exclusief zijn, maar bij uitstek te gunste moeten komen van de gehele sector.

  • 5 De subsidieontvanger vermeldt in zijn bekendmakingen en publicaties rondom een gesubsidieerd project het Stimuleringsfonds als subsidieverstrekker.

Artikel 4.2. Publicatieafspraken

De subsidieontvanger verleent het Stimuleringsfonds een alomvattend, eeuwigdurend, wereldwijd, niet-opzegbaar, niet-exclusief, onherroepelijk, ongelimiteerd recht op verveelvoudiging en openbaarmaking van het onderzoeksrapport (waaronder ook begrepen: tussentijdse versies daarvan en door het Stimuleringsfonds op te stellen samenvattingen van het onderzoeksrapport), inclusief het recht om derden (naar eigen inzicht van Stimuleringsfonds; om niet dan wel tegen betaling,) sub-licenties te verlenen, en zonder gehouden te zijn tot naamsvermelding.

Hoofdstuk 5. Subsidievaststelling

Artikel 5.1. Aanvraag tot vaststelling

  • 1 Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk twee maanden na afloop van de uitvoering van het onderzoek. Dit geschiedt door het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds.

  • 2 Een aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een onderzoeksrapport, een activiteitenverslag en een financieel verslag van de aanvrager, bedoeld in artikel 5.2.

Artikel 5.2. Activiteitenverslag en financieel verslag

  • 1 Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de verrichtte activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en een toelichting waar de gerealiseerde uren aan besteed zijn.

  • 2 Het financieel verslag bevat een Excel-overzicht van de gerealiseerde uren en kosten ten opzichte van de begrote uren en kosten in de subsidieaanvraag.

  • 3 Het activiteitenverslag en het financieel verslag worden opgesteld volgens een door het Stimuleringsfonds vast te stellen format.

  • 4 Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag.

Artikel 5.3. Wijziging, intrekking en terugvordering

De artikelen 4:48 tot en met 4.50 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op het verstrekken van subsidies op grond van deze regeling.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 6.2. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 17 juli 2024.

  • 2 Als de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na17 juli 2024, treedt deze regeling in afwijking van het eerste lid in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 17 juli 2024.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 augustus 2026. In afwijking van de eerste volzin blijft deze regeling zoals hij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Namens het bestuur van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

F. van Exter

Voorzitter