Regeling aanvullende bekostiging bij overgangsrecht vereenvoudiging bekostiging po

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 20-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2024 en zichtdatum 24-05-2024.
Geldend van 04-01-2024 t/m heden

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 15 december 2023, nr. PO/43180580, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging voor onbedoelde effecten van het overgangsrecht van de vereenvoudiging van de bekostiging voor het primair onderwijs (Regeling aanvullende bekostiging bij overgangsrecht vereenvoudiging bekostiging po)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 119, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en 117, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Reikwijdte

De Minister verstrekt aanvullende bekostiging aan een bevoegd gezag voor wie het negatieve verschil in overgangsbekostiging in het kalenderjaar 2024 ten opzichte van het kalenderjaar 2023:

  • a. groter is dan 1% van de bekostiging waarop de overgangsbekostiging voor 2024 is gebaseerd; en

  • b. meer dan € 25.000,00 bedraagt.

Artikel 3. Wijze van berekenen percentage bedoeld in artikel 2, onderdeel a

  • 1 Ten behoeve van vaststelling van het recht op de aanvullende bekostiging wordt het absolute verschil berekend tussen de bedragen die een bevoegd gezag ontvangt aan overgangsbekostiging in het kalenderjaar 2024 ten opzichte van het kalenderjaar 2023.

  • 2 Het percentage, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt berekend door het absolute verschil, bedoeld in het eerste lid, te delen door de bekostiging waarop de overgangsbekostiging is gebaseerd voor 2024, en de uitkomst te vermenigvuldigen met 100.

Artikel 4. Hoogte van de aanvullende bekostiging

De aanvullende bekostiging is gelijk aan het absolute verschil in overgangsbekostiging, bedoeld in artikel 3, eerste lid, minus 1% van de bekostiging waarop de overgangsbekostiging voor 2024 is gebaseerd.

Artikel 5. Vaststelling en betaling

  • 1 De Minister stelt de aanvullende bekostiging uiterlijk 1 april van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft vast.

  • 2 De betaling vindt plaats in 12 maandelijkse termijnen met ingang van januari.

  • 3 De aanvullende bekostiging kan uiterlijk in de maand december van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft gewijzigd worden vastgesteld op basis van een bijdrage voor loonontwikkeling.

Artikel 6. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende bekostiging bij overgangsrecht vereenvoudiging bekostiging po.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

M.L.J. Paul

Naar boven