Regeling vergunningverlening kavel Alpha in windenergiegebied IJmuiden Ver

Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 12 december 2023, nr. WJZ/ 41336172, houdende regels inzake de vergunningverlening kavel Alpha in windenergiegebied IJmuiden Ver (Regeling vergunningverlening kavel Alpha in windenergiegebied IJmuiden Ver)

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvrager: degene die de aanvraag heeft ingediend;

  • kavel: kavel Alpha in het windenergiegebied IJmuiden Ver zoals aangewezen in Kavelbesluit kavel Alpha in windenergiegebied IJmuiden Ver (Stcrt. 2023, 35269);

  • minister: Minister voor Klimaat en Energie;

  • P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie: de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie, die dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • verbonden rechtspersoon: alle rechtspersonen en vennootschappen die behoren tot de groep of groepsmaatschappij waartoe de aanvrager behoort en joint ventures waarin de aanvrager deelneemt;

  • wet: Wet windenergie op zee.

Artikel 2

  • 1 Een aanvraag voor een vergunning voor de kavel wordt ingediend in de periode van 29 februari 2024 tot en met 28 maart 2024, 17:00 uur.

  • 2 Een aanvrager dient ten hoogste één aanvraag in.

  • 3 Voor de toepassing van het tweede lid worden verbonden rechtspersonen als één aanvrager gezien.

Artikel 3

  • 1 Het ontwerp voor het windpark, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel a, van de wet, omvat ten minste:

    • a. een windenergie-opbrengstberekening die is opgesteld door een onafhankelijke organisatie met expertise op het gebied van windenergie-opbrengstberekeningen, met gebruikmaking van gerenommeerde rekenmodellen, omgevingsmodellen, windmodellen en windkaarten en die ten minste de locatiegegevens, het merk, het type, de technische specificaties, waaronder ashoogte, rotordiameter en vermogenscurve van de windturbines, de lokale windgegevens voor het windpark en een berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie van het windpark omvat;

    • b. de bescheiden waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat aan het van toepassing zijnde kavelbesluit wordt voldaan; en

    • c. informatie die aannemelijk maakt dat tijdig de verklaring, bedoeld in artikel 7.34, tweede lid, onderdeel c, van het Besluit activiteiten leefomgeving kan worden overgelegd.

  • 2 Bij de berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie zijn de beschikbaarheid, zogeffecten, elektriciteitsverliezen en terugregelverliezen opgenomen, waarbij voor het zogeffect uitsluitend rekening wordt gehouden met het windpark waarvoor de aanvraag wordt gedaan.

  • 3 In het tijdschema voor de bouw en exploitatie van het windpark, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel b, van de wet worden de realisatiedata vermeld van de volgende activiteiten:

    • a. de instemming door de exploitant van het windpark met de voorwaarden van de netbeheerder van het net op zee voor de aansluiting en het transport van elektriciteit overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998;

    • b. de verstrekking van opdrachten aan producenten, leveranciers en installateurs;

    • c. de plaatsing van de eerste fundering;

    • d. de plaatsing van de eerste windturbine;

    • e. de start van het intrekken van de 66 kV-kabels op het platform van het net op zee;

    • f. de start van de levering van elektriciteit;

    • g. het gereed zijn voor leveren van vol vermogen ten behoeve van de testfase van het net op zee; en

    • h. het buiten bedrijf stellen van het windpark.

  • 4 De raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel c, van de wet, omvat in ieder geval een exploitatieberekening met:

    • a. een specificatie van de investeringskosten per component van de productie-installatie;

    • b. een overzicht van alle kosten en opbrengsten van de productie-installatie; en

    • c. een berekening van het projectrendement over de looptijd van het project.

  • 5 Tot de bij de bouw en exploitatie van het windpark betrokken partijen, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel d, van de wet, worden gerekend:

    • a. de aanvrager en indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft, elke deelnemer aan het samenwerkingsverband;

    • b. de verantwoordelijke partijen voor het projectmanagement;

    • c. de producenten van de funderingen;

    • d. de installateurs van de funderingen;

    • e. de producenten van de windturbines;

    • f. de installateurs van de windturbines;

    • g. de producenten van de parkbekabeling;

    • h. de installateurs van de parkbekabeling; en

    • i. de verantwoordelijke partijen voor het onderhoud en de bediening van het windpark.

  • 6 De beschrijving van de kennis en ervaring van de betrokken partijen, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel e, van de wet, betreft de kennis en ervaring bij windparken op zee en omvat:

    • a. het geïnstalleerd vermogen van de windparken waarvoor door de verantwoordelijke partijen voor het projectmanagement tijdens de bouw het projectmanagement is gedaan;

    • b. het aantal door de producenten geproduceerde funderingen;

    • c. het aantal door de installateurs geïnstalleerde funderingen;

    • d. het aantal door de producenten geproduceerde windturbines;

    • e. het aantal door de installateurs geïnstalleerde windturbines;

    • f. het aantal elektriciteitsverbindingen op zee waarvoor door de producenten bekabeling is geproduceerd;

    • g. het aantal windturbines dat door de installateurs van de parkbekabeling is aangesloten; en

    • h. het geïnstalleerd vermogen van de windparken dat de verantwoordelijke partijen voor het onderhoud en de bediening in onderhoud hebben en bedienen.

Artikel 4

In aanvulling op artikel 12a, vierde lid, van de wet en artikel 3 bevat de aanvraag:

  • a. een samenvattende beschrijving van de realisatie en de bescheiden waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat aan de van toepassing zijnde opleveringsdatums uit het ontwikkelkader windenergie op zee, bedoeld in artikel 16e van de Elektriciteitswet 1998, wordt voldaan;

  • b. een samenvattende beschrijving van de exploitatie en verwijdering van het windpark;

  • c. een financieringsplan, inclusief de beoogde financiers en het beoogde aandeel dat zij zouden dragen;

  • d. indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft, een door elke deelnemer ondertekende verklaring van deelname aan het samenwerkingsverband;

  • e. de meest recent vastgestelde jaarrekening van de aanvrager, de moederonderneming ervan, elk van de deelnemers aan het samenwerkingsverband of de moederondernemingen van de deelnemers van het samenwerkingsverband, waarbij de jaarrekening betrekking heeft op een jaar dat ten hoogste drie kalenderjaren voor het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;

  • f. een organigram van de met de aanvrager verbonden rechtspersonen;

  • g. het nummer van inschrijving in het handelsregister van alle met de aanvrager verbonden rechtspersonen;

  • h. indien van toepassing een beschrijving van de mate van naleving van de beginselen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, bedoeld in tabel 4 van de bijlage;

  • i. indien van toepassing een beschrijving van de mate van inzicht in grondstoffenverbruik, milieu-impact en waardebehoud bij het ontwerp, de bouw, de exploitatie en de verwijdering van het windpark, bedoeld in tabel 5 van de bijlage; en

  • j. indien van toepassing een beschrijving van de bijdrage van het windpark aan het ecosysteem van de Nederlandse Noordzee, bedoeld in tabel 6 van de bijlage.

Artikel 5

Artikel 6

  • 1 Bij de beoordeling van de technische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • 2 Bij de beoordeling van de financiële haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel c, van de wet en de gegevens, bedoeld in artikel 4, onderdelen c, d en e. De omvang van het eigen vermogen van de aanvrager bedraagt ten minste 20% van de totale investeringskosten voor het windpark waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3 Op verzoek van de aanvrager wordt voor het bepalen van de omvang van het eigen vermogen, bedoeld in het tweede lid, meegerekend:

    • a. indien de aanvrager een samenwerkingsverband is, het eigen vermogen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband;

    • b. indien de aanvrager of een deelnemer aan een samenwerkingsverband een dochteronderneming is, het eigen vermogen van de moederonderneming.

  • 4 Bij de beoordeling van de aannemelijkheid dat de bouw en exploitatie van een windpark gestart kan worden binnen 56 maanden na de datum waarop de vergunning onherroepelijk is geworden, wordt in ieder geval rekening gehouden met het door de aanvrager verstrekte tijdschema, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel b, van de wet.

  • 5 Bij de beoordeling van de economische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel c, van de wet.

Artikel 7

  • 1 De verlening van een vergunning geschiedt met de toepassing van de procedure van een vergelijkende toets met financieel bod.

  • 2 In aanvulling op artikel 25b, tweede lid, van de wet betrekt de minister bij de rangschikking de criteria:

    • a. de naleving van de beginselen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, bedoeld in tabel 4 van de bijlage;

    • b. de mate van inzicht in grondstoffenverbruik, milieu-impact en waardebehoud bij het ontwerp, de bouw, de exploitatie en de verwijdering van het windpark, bedoeld in tabel 5 van de bijlage; en

    • c. de bijdrage van het windpark aan het ecosysteem van de Nederlandse Noordzee, bedoeld in tabel 6 van de bijlage.

Artikel 8

  • 7 Als bij de toepassing van het zesde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt de waardering in punten voor het uitgebrachte financiële bod zwaarder.

Artikel 9

  • 2 Degene aan wie de vergunning wordt verleend betaalt de vergoeding van de kosten, bedoeld in het eerste lid, op een door de minister bekendgemaakte rekening uiterlijk op de dag dat de termijn genoemd in artikel 10, tweede lid, verstrijkt.

Artikel 10

  • 2 De termijn waarbinnen de waarborgsom of bankgarantie moet zijn verstrekt, bedraagt vier weken na de datum waarop de minister de vergunning heeft verleend.

  • 3 De periode waarvoor de waarborgsom of bankgarantie moet zijn verstrekt eindigt uiterlijk op het moment dat de minister in kennis is gesteld van de volledige ingebruikneming van het windpark.

  • 4 De hoogte van de waarborgsom of bankgarantie die op grond van artikel 15a, vierde lid, van de wet wordt verbeurd bedraagt:

    • a. € 0 voor het tijdvak waarbinnen de houder van de vergunning de voor dat tijdvak in de vergunning aangegeven activiteiten niet heeft verricht;

    • b. € 10.000.000 voor de eerste en tweede maand volgend op het tijdvak waarbinnen de houder van de vergunning de voor dat tijdvak in de vergunning aangegeven activiteiten niet heeft verricht; en

    • c. € 20.000.000 voor elke maand volgend op de tweede maand op het tijdvak waarbinnen de houder van de vergunning de voor dat tijdvak in de vergunning aangegeven activiteiten niet heeft verricht.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergunningverlening kavel Alpha in windenergiegebied IJmuiden Ver.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 december 2023

De Minister voor Klimaat en Energie,

R.A.A. Jetten

Bijlage behorende bij artikel 8, eerste lid, van de Regeling vergunningverlening kavel Alpha in windenergiegebied IJmuiden Ver

Onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel 25b, tweede lid, onderdelen a, b en c van de wet en artikel 7, eerste en tweede lid, van de regeling

Bijlage 271238.png
Bijlage 271239.png
Bijlage 271240.png
Bijlage 271241.png
Bijlage 271242.png
Bijlage 271243.png
Bijlage 271244.png
Bijlage 271245.png
Bijlage 271246.png
Bijlage 271247.png
Bijlage 271248.png
Bijlage 271249.png
Bijlage 271250.png
Bijlage 271251.png
Bijlage 271252.png
Bijlage 271253.png
Bijlage 271254.png
Bijlage 271255.png
Bijlage 271256.png
Bijlage 271257.png
Bijlage 271258.png
Naar boven