Artikel 1. (Begripsbepalingen)
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
-
−
aangewezen type: het type bijzondere bromfiets, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de Wegenverkeerswet 1994, van het merk Stint met een elektromotor DC 800 Watt dat bij het aanwijzingsbesluit
door de Minister is aangewezen voor toelating tot het verkeer op de weg;
-
−
aanschafprijs: aanschafprijs van Stint of startset vermeld op de aankoopfactuur van die aanschaf
of ander bewijsstuk als bedoeld in artikel 4, derde lid, onder d, inclusief BTW;
-
−
aanvrager: de gebruiker die op grond van deze beleidsregel een aanvraag heeft ingediend;
-
−
aanwijzingsbesluit: beschikking van de Minister van 14 november 2011 (Stcrt. 2012, 6543) waarbij het
aangewezen type door de Minister is aangewezen voor toelating tot het verkeer op de
weg;
-
−
compensatie: schadevergoeding vanwege het onrechtmatige aanwijzingsbesluit of tegemoetkoming in
de schade vanwege het niet meer kunnen gebruiken van een niet aangewezen type, bestaande
uit waardevermindering of gevolgschade;
-
−
gebruiker: particulier of onderneming die op de datum van in werking treden van het schorsingsbesluit
aantoonbaar een Stint of startset in eigendom of feitelijk in gebruik had, niet zijnde
de fabrikant, c.q. houder van de aanwijzing van de Stint als bijzondere bromfiets
of een leasemaatschappij;
-
−
gevolgschade: nadeel dat is ontstaan voor gebruikers vanwege het in werking treden van het schorsingsbesluit
gedurende een periode waarin onzekerheid bestond over de intrekking van het aanwijzingsbesluit
en het omschakelen naar alternatieven voor de Stint, waardoor kosten moesten worden
gemaakt voor vervangend vervoer of extra personeelskosten;
-
−
intrekkingsbesluit: beschikking van de Minister van 5 februari 2019, in werking getreden op 6 februari
2019 (Stcrt. 2019, 6066), waarbij het aanwijzingsbesluit is ingetrokken;
-
−
Minister: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
-
−
niet-aangewezen type: alle typen van het merk Stint die na het aanwijzingsbesluit op de markt zijn gebracht
en die afwijken van het aangewezen type;
-
−
schorsingsbesluit: beschikking van de Minister van 1 oktober 2018, in werking getreden op 2 oktober
2018 (Stcrt. 2018, 56871), waarbij het aanwijzingsbesluit tijdelijk is geschorst;
-
−
startset: afzonderlijk als pakket aangeschafte onderdelen van de Stint naast het rijdend chassis,
bestaand uit banken, huif, hoezen, lader en accessoires;
-
−
Stint: het aangewezen type en het niet-aangewezen type;
-
−
waardevermindering: schade van de eigenaar bestaande uit de daling van de waarde van de Stint of startset,
vanwege het in werking treden van het schorsingsbesluit.
Artikel 2. (Verstrekking en hoogte compensatie)
-
2 De Minister verstrekt, onder de in artikel 3 genoemde voorwaarden, op aanvraag een compensatie aan de aanvrager, die om compensatie
vraagt vanwege een aangewezen type, indien de geleden schade aantoonbaar hoger is
dan het totale bedrag bepaald op grond van het eerste lid, ter hoogte van die aangetoonde
schade, voor zover deze op grond van afdeling 10, titel 1, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek dient te worden vergoed.
Artikel 3. (Voorwaarden compensatie)
De aanvrager komt voor een compensatie in aanmerking uitsluitend onder de voorwaarden
dat:
-
a. de aanvrager daadwerkelijk schade heeft geleden bestaande uit in voorkomend geval
waardevermindering of gevolgschade;
-
b. de aanvrager die een aanvraag indient voor compensatie vanwege gevolgschade, op de
datum van in werking treden van het schorsingsbesluit de Stint of startset aantoonbaar
feitelijk in gebruik had op grond van eigendom of een lease- of huur(koop)overeenkomst;
-
c. de waardevermindering of gevolgschade niet door een verzekering of op andere wijze
is of wordt vergoed, of de vordering van de aanvrager anderszins teniet is gegaan
of is overgedragen; en
-
d. de aanvrager, die om compensatie vraagt vanwege een niet aangewezen type, de akte
van cessie, bedoeld in bijlage II, volledig ingevuld toezendt waarmee de aanvrager zijn vorderingen op derden, niet
zijnde de Staat der Nederlanden, tot vergoeding van de waardevermindering of gevolgschade
als gevolg van het niet kunnen gebruiken van een Stint of startset, ter hoogte van
het bedrag dat op grond van deze beleidsregel wordt gecompenseerd, zal overdragen
aan de Staat der Nederlanden.
Artikel 4. (Indienen aanvraag)
-
1 Een aanvraag voor een compensatie als bedoeld in artikel 2, wordt ingediend bij de Minister, waarbij gebruik wordt gemaakt van het door de Minister
vastgestelde formulier dat elektronisch beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 5. (Aanvraagperiode)
Een aanvraag om een compensatie kan worden ingediend van 16 oktober 2023 tot en met
uiterlijk 15 januari 2024.
-
1 De Minister besluit binnen acht weken na het verstrijken van de aanvraagperiode als
bedoeld in artikel 5 of een compensatie wordt verstrekt. Bij een aanvraag als bedoeld artikel 2, tweede lid, besluit de Minister binnen een redelijke termijn na het verstrijken van de aanvraagperiode.
Artikel 7. (Informatieverplichting)
De aanvrager verstrekt op verzoek of uit eigen beweging alle inlichtingen en bewijsstukken
die nodig zijn voor de uitvoering en besluitvorming op grond van deze beleidsregel
en verleent ook overigens de medewerking die redelijkerwijs nodig is.
Artikel 8. (Wijziging, intrekking en terugvordering)
Artikel 9. (Inwerkingtreding)
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.
Artikel 10. (Citeertitel)
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel compensatie eigenaren en gebruikers
Stint.
Bijlage II. Akte van Cessie
Akte van Cessie
Overdracht van schadevordering aan de Staat der Nederlanden
Referentienummer: ...
[uniek nummer gelijk aan nummer gekoppeld aan elektronische aanvraag]
ONDERGETEKENDE(N):
[aanvraag particulier:]
[naam voluit: initialen en achternaam, van persoon die de aanvraag indient]
[of aanvraag namens rechtspersoon:]
[bij zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid, naam voluit: initialen en achternaam,
van persoon die volgens KvK-register zelfstandig bevoegd is de rechtspersoon in rechte
te vertegenwoordigen, namens welke rechtspersoon de aanvraag wordt ingediend],
[bij gezamenlijke vertegenwoordigingsbevoegdheid, naam voluit: initialen en achternaam,
van persoon die volgens KvK-register tezamen met naam 1 bevoegd is de rechtspersoon
in rechte te vertegenwoordigen, namens welke de aanvraag wordt ingediend],
[bij aanvraag namens rechtspersoon:]
handelend als rechtsgeldig vertegenwoordiger(s) van
...
[naam rechtspersoon zoals vermeld in KvK register, namens welke de aanvraag wordt
ingediend]
OVERWEGENDE HET VOLGENDE:
-
A. Ondergetekende(n) heeft/hebben schade geleden als gevolg van het niet kunnen gebruiken
van een of meerdere Stint(s) van een niet aangewezen type als bedoeld in de Beleidsregel
compensatie eigenaren en gebruikers Stint (Stcrt. 2023, nr. 27085, hierna: de Beleidsregel).
-
B. Ondergetekende(n) heeft/hebben vanwege het niet kunnen gebruiken van een of meerdere
Stint(s) van een niet aangewezen type (mogelijke) vorderingen op derden, niet zijnde
de Staat der Nederlanden, tot vergoeding van schade (waardevermindering en gevolgschade
als bedoeld in de Beleidsregel) (hierna: de Vorderingen).
-
C. Ondergetekende(n) heeft/hebben bij de Staat der Nederlanden (hierna: de Staat) een
aanvraag voor compensatie van die schade ingediend op grond van de Beleidsregel.
-
D. Waar ondergetekende(n) om compensatie van schade vraagt/vragen voor Stint(s) van een
niet aangewezen type, dient/dienen ondergetekende(n) als tegenprestatie voor de toe
te kennen compensatie op grond van artikel 3 onder d van de Beleidsregel zijn/hun Vorderingen tot het beloop van de nog toe te kennen
compensatie aan de Staat over te dragen.
CESSIE:
Onder de opschortende voorwaarde dat aan ondergetekende(n) compensatie door de Staat
wordt toegekend op grond van de Beleidsregel, draagt/dragen ondergetekende(n) de Vorderingen
over aan de Staat tot het beloop van de nog toe te kennen compensatie door de Staat.
VERKLAART/VERKLAREN ALS VOLGT:
Ondergetekende(n) geeft/geven de Staat (voor deze, de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat) toestemming om aan de onder B bedoelde derden mededeling te doen van
de overdracht van de Vorderingen.
Ondergetekende(n) geeft/geven hierbij de Staat (voor deze, de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat) volmacht om een eventuele verjaring van de Vorderingen namens ondergetekende(n)
te stuiten. Deze volmacht laat onverlet dat ondergetekende(n) zelf verantwoordelijk
is/zijn om te voorkomen dat hun Vorderingen verjaren. Voor zover de Staat de verjaring
van de Vorderingen al namens ondergetekende(n) heeft gestuit op het moment van totstandkomen
van deze cessie-akte, bekrachtigt/bekrachtigen ondergetekende(n) hierbij die stuiting
door de Staat namens ondergetekende(n).
Aldus opgemaakt en getekend:
Ondergetekende 1
|
Ondergetekende 2
|
|
|
Naam:
|
Naam:
|
|
|
Plaats:
|
Plaats:
|
|
|
Datum:
|
Datum:
|