Beleidsregel compensatie eigenaren en gebruikers Stint

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 03-10-2023 t/m heden

Beleidsregel van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 25 september 2023, nr. IENW/BSK-2023/266714, houdende vaststelling van regels wat betreft de compensatie van eigenaren en gebruikers van bijzondere bromfietsen van het merk Stint voor schade die samenhangt met de schorsing en intrekking van de aanwijzing van dit voertuig (Beleidsregel compensatie eigenaren en gebruikers Stint)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Artikel 1. (Begripsbepalingen)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • aangewezen type: het type bijzondere bromfiets, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de Wegenverkeerswet 1994, van het merk Stint met een elektromotor DC 800 Watt dat bij het aanwijzingsbesluit door de Minister is aangewezen voor toelating tot het verkeer op de weg;

  • aanschafprijs: aanschafprijs van Stint of startset vermeld op de aankoopfactuur van die aanschaf of ander bewijsstuk als bedoeld in artikel 4, derde lid, onder d, inclusief BTW;

  • aanvrager: de gebruiker die op grond van deze beleidsregel een aanvraag heeft ingediend;

  • aanwijzingsbesluit: beschikking van de Minister van 14 november 2011 (Stcrt. 2012, 6543) waarbij het aangewezen type door de Minister is aangewezen voor toelating tot het verkeer op de weg;

  • compensatie: schadevergoeding vanwege het onrechtmatige aanwijzingsbesluit of tegemoetkoming in de schade vanwege het niet meer kunnen gebruiken van een niet aangewezen type, bestaande uit waardevermindering of gevolgschade;

  • gebruiker: particulier of onderneming die op de datum van in werking treden van het schorsingsbesluit aantoonbaar een Stint of startset in eigendom of feitelijk in gebruik had, niet zijnde de fabrikant, c.q. houder van de aanwijzing van de Stint als bijzondere bromfiets of een leasemaatschappij;

  • gevolgschade: nadeel dat is ontstaan voor gebruikers vanwege het in werking treden van het schorsingsbesluit gedurende een periode waarin onzekerheid bestond over de intrekking van het aanwijzingsbesluit en het omschakelen naar alternatieven voor de Stint, waardoor kosten moesten worden gemaakt voor vervangend vervoer of extra personeelskosten;

  • intrekkingsbesluit: beschikking van de Minister van 5 februari 2019, in werking getreden op 6 februari 2019 (Stcrt. 2019, 6066), waarbij het aanwijzingsbesluit is ingetrokken;

  • Minister: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • niet-aangewezen type: alle typen van het merk Stint die na het aanwijzingsbesluit op de markt zijn gebracht en die afwijken van het aangewezen type;

  • schorsingsbesluit: beschikking van de Minister van 1 oktober 2018, in werking getreden op 2 oktober 2018 (Stcrt. 2018, 56871), waarbij het aanwijzingsbesluit tijdelijk is geschorst;

  • startset: afzonderlijk als pakket aangeschafte onderdelen van de Stint naast het rijdend chassis, bestaand uit banken, huif, hoezen, lader en accessoires;

  • Stint: het aangewezen type en het niet-aangewezen type;

  • waardevermindering: schade van de eigenaar bestaande uit de daling van de waarde van de Stint of startset, vanwege het in werking treden van het schorsingsbesluit.

Artikel 2. (Verstrekking en hoogte compensatie)

  • 1 De Minister verstrekt, onder de in artikel 3 genoemde voorwaarden, op aanvraag een compensatie aan de aanvrager:

    • a. die op de datum van inwerkingtreding van het schorsingsbesluit een Stint inclusief startset in eigendom had, vanwege waardevermindering van de Stint inclusief startset, per Stint inclusief startset ter hoogte van een bedrag berekend als percentage van de aanschafprijs vermeld op de aankoopfactuur zoals vermeld in Bijlage I, te verminderen met een restwaarde van € 605,–;

    • b. die op de datum van in werking treden van het schorsingsbesluit uitsluitend een startset in eigendom had, vanwege waardevermindering van de startset, per startset ter hoogte van een bedrag berekend als percentage van de aanschafprijs vermeld op de aankoopfactuur zoals vermeld in Bijlage I;

    • c. die op de datum van in werking treden van het schorsingsbesluit een Stint feitelijk in gebruik had op grond van eigendom of een lease- of huur(koop)overeenkomst en gevolgschade heeft geleden, vanwege gevolgschade, per Stint ter hoogte van € 3.500,- (vijfendertighonderd euro).

  • 2 De Minister verstrekt, onder de in artikel 3 genoemde voorwaarden, op aanvraag een compensatie aan de aanvrager, die om compensatie vraagt vanwege een aangewezen type, indien de geleden schade aantoonbaar hoger is dan het totale bedrag bepaald op grond van het eerste lid, ter hoogte van die aangetoonde schade, voor zover deze op grond van afdeling 10, titel 1, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek dient te worden vergoed.

  • 4 De Minister verstrekt voor andere schade dan bedoeld in het eerste tot en met derde lid van deze bepaling geen compensatie.

Artikel 3. (Voorwaarden compensatie)

De aanvrager komt voor een compensatie in aanmerking uitsluitend onder de voorwaarden dat:

  • a. de aanvrager daadwerkelijk schade heeft geleden bestaande uit in voorkomend geval waardevermindering of gevolgschade;

  • b. de aanvrager die een aanvraag indient voor compensatie vanwege gevolgschade, op de datum van in werking treden van het schorsingsbesluit de Stint of startset aantoonbaar feitelijk in gebruik had op grond van eigendom of een lease- of huur(koop)overeenkomst;

  • c. de waardevermindering of gevolgschade niet door een verzekering of op andere wijze is of wordt vergoed, of de vordering van de aanvrager anderszins teniet is gegaan of is overgedragen; en

  • d. de aanvrager, die om compensatie vraagt vanwege een niet aangewezen type, de akte van cessie, bedoeld in bijlage II, volledig ingevuld toezendt waarmee de aanvrager zijn vorderingen op derden, niet zijnde de Staat der Nederlanden, tot vergoeding van de waardevermindering of gevolgschade als gevolg van het niet kunnen gebruiken van een Stint of startset, ter hoogte van het bedrag dat op grond van deze beleidsregel wordt gecompenseerd, zal overdragen aan de Staat der Nederlanden.

Artikel 4. (Indienen aanvraag)

  • 1 Een aanvraag voor een compensatie als bedoeld in artikel 2, wordt ingediend bij de Minister, waarbij gebruik wordt gemaakt van het door de Minister vastgestelde formulier dat elektronisch beschikbaar wordt gesteld.

  • 2 Een aanvraag wordt elektronisch of schriftelijk ingediend op de wijze zoals bepaald in het aanvraagformulier als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Een aanvraag omvat in ieder geval:

    • a) de naam en het adres van de aanvrager;

    • b) in geval van een rechtspersoon, de volledige naam van de rechtspersoon zoals vermeld in het register van de Kamer van Koophandel, namens welke rechtspersoon de aanvraag wordt ingediend;

    • c) in geval van een rechtspersoon, het nummer dat is toegekend aan de onderneming bij de inschrijving in de Kamer van Koophandel;

    • d) een kopie van de op de Stint of startset betrekking hebbende gedateerde aankoopfactuur, leaseovereenkomst of huur(koop)overeenkomst, waaruit blijkt het type Stint en, in geval van een koopovereenkomst de aanschafprijs inclusief BTW. Indien het sluiten van deze overeenkomst dateert van langer dan zeven jaren voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze beleidsregel en de overeenkomst of factuur niet meer voorhanden is, kan een ander bewijsstuk worden overgelegd ten bewijze van het bestaan van deze overeenkomst, het type Stint en de aanschafprijs;

    • e) een naar waarheid volledig ingevuld aanvraagformulier, waarbij tevens is verklaard dat aan de voorwaarden voor compensatie als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregel is voldaan;

    • f) in geval een aanvrager tevens eigenaar van een Stint is, een kopie van de verzekeringspolis of bewijs van premiebetaling waaruit blijkt dat er voor de Stint waarvoor compensatie wordt aangevraagd, op de dag van in werking treden van het schorsingsbesluit door de aanvrager een motorrijtuigenverzekering was afgesloten;

    • g) indien van toepassing de gegevens met betrekking tot een verkregen vergoeding van de waardevermindering of gevolgschade op grond van een verzekeringsovereenkomst of op andere wijze verkregen;

    • h) in geval van een aanvraag om compensatie vanwege een niet-aangewezen type, de volledig ingevulde en ondertekende akte van cessie, bedoeld in bijlage II. De akte wordt door de aanvrager handgeschreven ondertekend en zowel digitaal als per post toegezonden aan de Minister, op de wijze zoals bepaald in het aanvraagformulier als bedoeld in het eerste lid.

    • i) het Nederlands bankrekeningnummer van de onderneming of particulier die de aanvraag indient en waarop het bedrag aan compensatie kan worden gestort;

    • j) indien van toepassing bewijsstukken waarmee aangetoond wordt dat sprake is van hogere schade als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 4 Een aanvraag kan ik elk geval worden afgewezen indien:

    • a) de aanvraag of aanvrager niet voldoet aan de in deze beleidsregel gestelde eisen;

    • b) redelijkerwijs het vermoeden bestaat dat sprake is van opzettelijke misleiding om voordeel te verkrijgen in strijd met deze beleidsregel; of

    • c) de aanvraag is ontvangen na de datum waarop een aanvraag om een compensatie uiterlijk kan worden ingediend, als bedoeld in artikel 5.

Artikel 5. (Aanvraagperiode)

Een aanvraag om een compensatie kan worden ingediend van 16 oktober 2023 tot en met uiterlijk 15 januari 2024.

Artikel 6. (Besluit)

  • 1 De Minister besluit binnen acht weken na het verstrijken van de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 5 of een compensatie wordt verstrekt. Bij een aanvraag als bedoeld artikel 2, tweede lid, besluit de Minister binnen een redelijke termijn na het verstrijken van de aanvraagperiode.

  • 2 De Minister kan de beslissing bedoeld in het eerste lid, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

Artikel 7. (Informatieverplichting)

De aanvrager verstrekt op verzoek of uit eigen beweging alle inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn voor de uitvoering en besluitvorming op grond van deze beleidsregel en verleent ook overigens de medewerking die redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8. (Wijziging, intrekking en terugvordering)

  • 1 De Minister kan een besluit tot verstrekking van een compensatie wijzigen of intrekken indien:

    • a) de aanvrager aan wie een compensatie is verstrekt onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor een compensatie geheel dan wel ten dele ten onrechte is verstrekt;

    • b) de aanvrager niet blijkt te voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 3; of

    • c) het besluit tot verstrekking van een compensatie anderszins onjuist dan wel deels was en de aanvrager dat wist of behoorde te weten;

  • 2 De Minister vordert het bedrag dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het eerste lid ten onrechte is uitbetaald terug van degene aan wie is uitbetaald.

Artikel 9. (Inwerkingtreding)

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Artikel 10. (Citeertitel)

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel compensatie eigenaren en gebruikers Stint.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers

Bijlage I. Tabel waardevermindering als percentage van de aanschafprijs vermeld op de aankoopfactuur

Datum aankoopfactuur

waardevermindering als percentage van de aanschafprijs vermeld op de aankoopfactuur

Van

Tot en met

Stint inclusief startset

Uitsluitend startset

1-1-2018

En verder

100%

100%

1-1-2017

31-12-2017

82,10%

80%

1-1-2016

31-12-2016

64,20%

60%

1-1-2015

31-12-2015

46,30%

40%

1-1-2014

31-12-2014

28,40%

20%

Voor

31-12-2013

10,40%

0%

Bijlage II. Akte van Cessie

Akte van Cessie

Overdracht van schadevordering aan de Staat der Nederlanden

Referentienummer: ...

[uniek nummer gelijk aan nummer gekoppeld aan elektronische aanvraag]

ONDERGETEKENDE(N):

[aanvraag particulier:]

  • 1. ...

[naam voluit: initialen en achternaam, van persoon die de aanvraag indient]

[of aanvraag namens rechtspersoon:]

  • 1. ...

[bij zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid, naam voluit: initialen en achternaam, van persoon die volgens KvK-register zelfstandig bevoegd is de rechtspersoon in rechte te vertegenwoordigen, namens welke rechtspersoon de aanvraag wordt ingediend],

  • 2. ...

[bij gezamenlijke vertegenwoordigingsbevoegdheid, naam voluit: initialen en achternaam, van persoon die volgens KvK-register tezamen met naam 1 bevoegd is de rechtspersoon in rechte te vertegenwoordigen, namens welke de aanvraag wordt ingediend],

[bij aanvraag namens rechtspersoon:]

handelend als rechtsgeldig vertegenwoordiger(s) van

...

[naam rechtspersoon zoals vermeld in KvK register, namens welke de aanvraag wordt ingediend]

OVERWEGENDE HET VOLGENDE:

  • A. Ondergetekende(n) heeft/hebben schade geleden als gevolg van het niet kunnen gebruiken van een of meerdere Stint(s) van een niet aangewezen type als bedoeld in de Beleidsregel compensatie eigenaren en gebruikers Stint (Stcrt. 2023, nr. 27085, hierna: de Beleidsregel).

  • B. Ondergetekende(n) heeft/hebben vanwege het niet kunnen gebruiken van een of meerdere Stint(s) van een niet aangewezen type (mogelijke) vorderingen op derden, niet zijnde de Staat der Nederlanden, tot vergoeding van schade (waardevermindering en gevolgschade als bedoeld in de Beleidsregel) (hierna: de Vorderingen).

  • C. Ondergetekende(n) heeft/hebben bij de Staat der Nederlanden (hierna: de Staat) een aanvraag voor compensatie van die schade ingediend op grond van de Beleidsregel.

  • D. Waar ondergetekende(n) om compensatie van schade vraagt/vragen voor Stint(s) van een niet aangewezen type, dient/dienen ondergetekende(n) als tegenprestatie voor de toe te kennen compensatie op grond van artikel 3 onder d van de Beleidsregel zijn/hun Vorderingen tot het beloop van de nog toe te kennen compensatie aan de Staat over te dragen.

CESSIE:

Onder de opschortende voorwaarde dat aan ondergetekende(n) compensatie door de Staat wordt toegekend op grond van de Beleidsregel, draagt/dragen ondergetekende(n) de Vorderingen over aan de Staat tot het beloop van de nog toe te kennen compensatie door de Staat.

VERKLAART/VERKLAREN ALS VOLGT:

Ondergetekende(n) geeft/geven de Staat (voor deze, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat) toestemming om aan de onder B bedoelde derden mededeling te doen van de overdracht van de Vorderingen.

Ondergetekende(n) geeft/geven hierbij de Staat (voor deze, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat) volmacht om een eventuele verjaring van de Vorderingen namens ondergetekende(n) te stuiten. Deze volmacht laat onverlet dat ondergetekende(n) zelf verantwoordelijk is/zijn om te voorkomen dat hun Vorderingen verjaren. Voor zover de Staat de verjaring van de Vorderingen al namens ondergetekende(n) heeft gestuit op het moment van totstandkomen van deze cessie-akte, bekrachtigt/bekrachtigen ondergetekende(n) hierbij die stuiting door de Staat namens ondergetekende(n).

Aldus opgemaakt en getekend:

Ondergetekende 1

Ondergetekende 2

   

Naam:

Naam:

   

Plaats:

Plaats:

   

Datum:

Datum:

Naar boven