-
37. Een vast actief wordt gedefinieerd als een uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen
middel waarover de warmteleverancier de beschikkingsmacht heeft, dat hij in gebruik
heeft genomen in het kader van de opgedragen taken volgens de Warmtewet en waaruit in de toekomst naar verwachting economische voordelen naar de warmteleverancier
zullen vloeien. Tevens moet voldaan zijn aan de voorwaarde dat de kostprijs van een
vast actief betrouwbaar kan worden vastgesteld.
-
38. Vaste activa dienen te worden gewaardeerd op basis van historische kosten vanaf het
moment dat aan de criteria voor activering is voldaan. Onder historische kosten wordt
de prijsgrondslag verkrijgings- of vervaardigingsprijs verstaan.
-
39. De verkrijgingsprijs van een actief is de prijs waartegen het is verworven. De verkrijgingsprijs
bestaat uit de aankoopprijs inclusief alle direct toe te rekenen kosten om het actief
voor gebruik geschikt te maken. Direct toe te rekenen kosten zijn bv. invoerrechten,
leveringskosten en plaatsingskosten. Boeten of rente wegens te late levering maken
geen onderdeel uit van de verkrijgingsprijs
-
40. Het begrip vervaardigingsprijs is van toepassing op intern vervaardigde activa. De
elementen die deel uitmaken van de vervaardigingsprijs zijn conform de elementen die
in International Accounting Standard 16 (IAS 16) onder de vervaardigingsprijs vallen.
Deze RAR onderscheiden de elementen in twee categorieën:
-
a) directe kosten;
-
b) rente.
a) Directe kosten
Kosten worden als direct aangemerkt wanneer een aantoonbare causaliteit aanwezig is
tussen de rechtstreeks toegerekende kosten en het vast actief. De volgende categorieën
worden onderscheiden:
-
• materialen;
-
• interne uren; en
-
• diensten derden.
De kosten van materialen worden opgenomen tegen inkoopprijs en bijkomende kosten exclusief
een interne winstopslag.
De kosten van interne uren als onderdeel van de vervaardigingsprijs zijn gebaseerd
op een intern uurtarief exclusief een winstopslag. Het intern uurtarief bestaat uitsluitend
uit de directe personeelslasten, zijnde brutosalarissen, werkgeverslasten en overige
directe personeelskosten.
De kosten van diensten van derden worden opgenomen tegen inkoopprijs en bijkomende
kosten.
b) Rente
Naast de directe kosten kan ook de rente op schulden worden opgenomen in de vervaardigingsprijs
voor zover de schulden betrekking hebben het tijdvak dat aan de vervaardiging van
het actief kan worden toegerekend. Het opnemen van rente op schulden in de vervaardigingsprijs
is slechts aanvaardbaar voor kwalificerende activa, indien de aan die actiefpost verbonden
toekomstige voordelen naar verwachting voldoende groot zijn om de
boekwaarde van die post inclusief toegerekende rente te dekken en deze economische
voordelen voldoende betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.
-
41. Na de eerste verwerking tegen historische kosten, wordt vaste activa gewaardeerd tegen
de kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.
-
42.
Afschrijvingen
Afschrijvingen worden berekend met behulp van de lineaire afschrijvingsmethode over
de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen van het actief vinden plaats
zolang de restwaarde van het actief niet bereikt is en het actief niet buiten gebruik
is gesteld.
-
43.
Bijzondere waardeverminderingen
Indien de warmteleverancier in een bepaalde verslagperiode van mening is dat mogelijk
sprake is van een bijzondere waardevermindering, houdt hij bij welke omstandigheden
hebben geleid tot de bijzondere waardevermindering en op welke wijze de bijzondere
waardevermindering is bepaald.
-
44. De warmteleverancier richt haar (financiële) administratie zodanig in dat zij – indien
de ACM daar om verzoekt – een overzicht kan genereren waarin de bijzondere waardeverminderingen
uit enig boekjaar worden uitgesplitst per actief met opgaaf van redenen.
-
45.
Desinvesteringen
Een vast actief dient niet langer in de balans te worden opgenomen en aangemerkt te
worden als desinvestering:
-
46. Lasten of baten die op enigerlei wijze samenhangen met desinvesteringen (bijvoorbeeld
verkoopopbrengsten) dienen in de winst- en verliesrekening verwerkt te worden in het
prijspeil van het jaar waar de rendementsdata betrekking op hebben.
-
47. Vanaf boekjaar 2023 richt de warmteleverancier zijn (financiële) administratie zodanig
in dat hij – indien ACM daar om verzoekt – een overzicht kan genereren waarin de desinvesteringen
uit enig boekjaar inzichtelijk worden gemaakt.
-
48. Voor zover bij warmteleverancier sprake is van leases, dienen de warmteleveranciers
deze in de rendementsdata op te nemen op dezelfde wijze waarop zij dat in hun eigen
administratie verwerken.