Deelregeling Kunstpodia 2025–2028

Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 21-07-2023 t/m heden

Deelregeling Kunstpodia 2025–2028

Het bestuur van het Mondriaan Fonds

Gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. het fonds: het Mondriaan Fonds;

  • b. het bestuur: de directeur-bestuurder van het fonds;

  • c. kunstpodium: een organisatie met rechtspersoonlijkheid gevestigd in Nederland, die een publiekstoegankelijk podium biedt voor de presentatie van vernieuwend of experimenteel aanbod van hedendaagse beeldende kunst, die niet overwegend gericht is op het beheer van een collectie, die de programmering laat plaatsvinden in een fysieke ruimte en tot primair doel heeft hedendaagse beeldende kunst te presenteren zonder verkoopdoel en waarbij winst niet het primair oogmerk is;

  • d. programma: een serie van inhoudelijk samenhangende activiteiten gericht op presentatie, experiment, opinie en debat, zoals tentoonstellingen, discussiebijeenkomsten en lezingen;

  • e. beeldend kunstenaar: degene die op professionele wijze werk maakt binnen het kader van de beeldende kunsten;

  • f. beeldende kunst: hedendaagse en actuele vormen van verbeelding die door beeldend kunstenaars worden vervaardigd binnen één of meer van de volgende terreinen:

    • teken-, schilder- en grafische kunsten,

    • beeldhouwkunst, (sociale) sculptuur en installatiekunst,

    • conceptuele kunst, performancekunst, artistiek onderzoek,

    • niet-traditionele vormen van beeldende kunst,

    • fotografie,

    • audiovisuele, digitale, geluids- en (nieuwe) mediakunst,

    • beeldende kunsttoepassingen,

    • kunst in de openbare ruimte;

  • g. aanvrager: een kunstpodium dat een aanvraag doet;

  • h. Nederland: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten inclusief de bijzondere gemeentes Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • i. bevoegd adviesorgaan: een onder welke benaming dan ook door het bestuur aangewezen adviseur of adviescommissie aan wie is opgedragen aanvragen op grond van een of meer deelregelingen te beoordelen;

  • j. pluriformiteit: culturele, geografische en andere vormen van diversiteit.

Artikel 1.2. Doel

Het Mondriaan Fonds kan op grond van deze regeling subsidies verstrekken aan kunstpodia die met hun programma bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig en pluriform aanbod van hedendaagse beeldende kunst in Nederland en het opbouwen en bereiken van een publiek daarvoor.

Artikel 1.3. Subsidievormen

  • 1 Een aanvrager kan op grond van deze regeling subsidie aanvragen voor één van onderstaande categorieën:

    • a. Kunstpodium Start, subsidie wordt verstrekt voor een periode van twee kalenderjaren,

    • b. Kunstpodium Basis, subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren;

    • c. Kunstpodium Breed, subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren.

  • 2 Een instelling kan per aanvraagronde slechts één aanvraag indienen. Een instelling vraagt aan voor één van de bovenstaande categorieën.

Artikel 1.4. Subsidieplafond

  • 1 Het bestuur stelt iedere twee jaar bij bestuursbesluit een subsidieplafond in voor de categorie Kunstpodium Start. Het bestuur stelt iedere vier jaar bij bestuursbesluit een subsidieplafond in voor de categorieën Kunstpodium Basis en Kunstpodium Breed.

  • 2 In dit besluit worden de aantallen per categorie en de hoogte van de subsidiebedragen per categorie vastgelegd.

  • 3 De besluiten, zoals bedoeld in het eerste lid, worden bekendgemaakt op de website van het fonds.

Artikel 1.5. Weigeringsgronden

  • 1 Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien voor de activiteiten waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt aangevraagd, aan de aanvrager subsidie is of zal worden verleend op grond van een andere regeling van het Mondriaan Fonds of een van de andere Rijkscultuurfondsen, dan wel op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid.

  • 2 Subsidie wordt in ieder geval geweigerd, voor zover de aanvrager in de aanvraag niet verklaart dat het de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft.

  • 3 Het bestuur kan subsidie weigeren:

    • a. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

    • b. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • c. als de aanvrager niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

Paragraaf 2. Procedure

Artikel 2.1. Indieningsperiode en termijn

  • 1 Het bestuur stelt voor de categorie Kunstpodium Start iedere twee jaar een aanvraagronde vast. Het bestuur stelt voor de categorieën Kunstpodium Basis en Kunstpodium Breed iedere vier jaar een aanvraagronde vast. De bijbehorende indiendata worden tijdig bekend gemaakt.

  • 2 Bij de openstelling van een aanvraagronde kan het bestuur voor die ronde nadere voorwaarden stellen.

Artikel 2.2. Aanvraagformulier

  • 1 De aanvraag wordt digitaal ingediend.

  • 2 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door het bestuur opgesteld formulier voor de betreffende periode en categorie als bedoeld in artikel 1.3 eerste lid.

  • 3 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Mondriaan Fonds en vergezeld gaat van de vereiste bijlagen.

  • 4 De aanvrager kan per aanvraagronde voor niet meer dan één categorie subsidie aanvragen en dient in zijn aanvraag te vermelden voor welke subsidie, zoals bedoeld in artikel 1.3 eerste lid, het een aanvraag indient.

Artikel 2.3. Adviescommissie

  • 1 Aanvragen worden voorgelegd aan een adviescommissie, mits zij voldoen aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • 2 De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de per categorie bepaalde beoordelingscriteria.

  • 3 De adviescommissie kan daarbij gebruik maken van eerder aan het Mondriaan Fonds uitgebrachte adviezen en rapportages.

  • 4 De adviescommissie kan adviseren over de indeling van de aanvragen waarover het een advies heeft uitgebracht in één van de categorieën, zoals bedoeld in artikel 1.3 eerste lid.

  • 5 Bij de advisering wordt pluriformiteit van de totale groep te honoreren kunstpodia meegewogen.

Artikel 2.4. Honorering en verdeling budget

  • 1 De adviescommissie verdeelt de aanvragen per categorie onder in twee groepen: de Groep Honoreren en de Groep Niet Honoreren.

  • 2 Als de subsidieplafonds ontoereikend zijn om alle subsidiabele aanvragen te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de van toepassing zijnde criteria.

  • 3 Het bestuur verdeelt de beschikbare subsidies per categorie volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen, totdat het in artikel 1.4 eerste lid bedoelde subsidieplafond is bereikt of het in het in artikel 1.4 tweede lid bedoelde aantal is bereikt.

  • 4 Indien het subsidieplafond en/of het aantal in een bepaalde categorie niet bereikt worden, kan het bestuur besluiten het subsidieplafond uit een andere categorie te verhogen.

  • 5 Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt steeds de eerstvolgende aanvraag in de Groep Honoreren toegewezen voor het geadviseerde subsidiebedrag totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 6 De resterende aanvragen worden afgewezen.

Artikel 2.5. Besluit

  • 1 In afwijking van het bepaalde in het Algemeen Reglement informeert het bestuur de aanvrager binnen 24 weken na de uiterlijke indieningsdatum schriftelijk over zijn besluit.

  • 2 Een subsidie kan alleen worden toegekend als de adviescommissie een positief advies heeft uitgebracht over de aanvraag.

  • 3 Indien een aanvrager in de komende beleidsplanperiode wordt opgenomen in de Basisinfrastructuur of een meerjarige subsidie zal ontvangen van een van de andere Rijkscultuurfondsen, dan komt het toegekende bedrag voor die periode te vervallen.

  • 4 Als het besluit samenhangt met een subsidiebeslissing van de rijksoverheid, dan kan het bestuur een ontbindende voorwaarde in zijn besluit opnemen.

  • 5 De bij wijze van voorschot uitgekeerde subsidie als bedoeld in dit artikel bedraagt maximaal 90 procent van het subsidiebedrag. De resterende 10 procent zal na goedkeuring van de in paragraaf zes bedoelde verantwoording worden uitbetaald.

Paragraaf 3. Kunstpodium Start

Artikel 3.1. De aanvrager

De aanvrager is een kleine startende organisatie, met rechtspersoonlijkheid, met een al dan niet regelmatig programma van presentaties en activiteiten.

Artikel 3.2. Subsidieduur

De subsidie wordt maximaal drie keer verstrekt voor telkens een periode van twee kalenderjaren.

Artikel 3.3. Drempelnormen

  • 1 De aanvrager die in aanmerking wil komen voor een subsidie Kunstpodium Start:

    • toont aan dat minimaal 10 procent van de begroting is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten voor de structurele kosten van de organisatie;

    • onderschrijft de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

  • 2 Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager hieraan in zeer beperkte mate niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit de aanvraag te honoreren. Het besluit voorwaarden te stellen is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 3.4. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • Een beschrijving van de organisatie, betrokken personen, de activiteiten in het recente verleden en de ambities voor de nabije toekomst;

  • Een plan met de volgende onderdelen;

    • Een programma;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe het beoogde publiek wordt bereikt;

    • Een toelichting waarom op dit moment een bijdrage van belang is en op welke manier de bijdrage ook op langere termijn een impuls voor de organisatie kan betekenen;

    • Een toelichting op de lokale inbedding van de organisatie, zoals ook kan blijken uit bijdragen van de lokale overheid;

    • Een reflectie op de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin de organisatie een toelichting geeft op hoe de codes tot nu toe een rol hebben gespeeld in het beleid en welke stappen de organisatie de komende twee jaar wil nemen op dit gebied.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Artikel 3.5. Beoordelingscriteria

De adviescommissie beoordeelt of het kunstpodium van belang is of naar verwachting van belang zal worden voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland aan de hand van de volgende criteria in onderlinge samenhang:

  • a. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden;

  • b. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan;

  • c. publieksbereik;

  • d. lokale inbedding;

  • e. kwaliteit organisatie en bedrijfsvoering;

  • f. omgang met de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

Paragraaf 4. Kunstpodium Basis

Artikel 4.1. De aanvrager

Een (kleine) professionele instelling met rechtspersoonlijkheid met een jaarprogramma van presentaties en activiteiten.

Artikel 4.3. Drempelnormen

  • 1 De aanvrager die in aanmerking wil komen voor een subsidie Kunstpodium Basis:

    • voerde in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag een programma uit, zoals bedoeld in artikel 1 sub d;

    • toont aan dat minimaal 20 procent van de begroting is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten voor de structurele kosten van de organisatie;

    • beschikt over actief geïmplementeerd beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

  • 2 Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager hieraan in zeer beperkte mate niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit de aanvraag te honoreren. Het besluit voorwaarden te stellen is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 4.4. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • Een beschrijving van de instelling, de daarbij betrokken personen, de activiteiten in recente jaren en de ambities voor de nabije toekomst.

  • Een plan dat de volgende onderdelen bevat:

    • Een programma met een overtuigende artistiek inhoudelijke basis;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe het beoogde publiek wordt bereikt;

    • Een toelichting op de lokale inbedding van de instelling, zoals ook kan blijken uit bijdragen van de lokale overheid;

    • Een toelichting op het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin verbeterpunten worden benoemd en een stappenplan richting verbetering wordt geformuleerd.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Artikel 4.5. Beoordelingscriteria

De adviescommissie beoordeelt of het kunstpodium van belang is of naar verwachting van belang zal worden voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland en/of de regio waar het is gevestigd aan de hand van de volgende criteria in onderlinge samenhang:

  • a. artistieke visie;

  • b. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden;

  • c. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan;

  • d. innovatieve kwaliteiten;

  • e. publieksbereik;

  • f. lokale inbedding;

  • g. kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering;

  • h. toepassing van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

Paragraaf 5. Kunstpodium Breed

Artikel 5.1. De aanvrager

Een professionele instelling met rechtspersoonlijkheid van lokaal en (inter)nationaal belang met een regelmatig jaarprogramma van presentaties aangevuld met een uitgebreid activiteitenprogramma.

Artikel 5.3. Drempelnormen

  • 1 De aanvrager die in aanmerking wil komen voor een subsidie Kunstpodium Breed:

    • voerde in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag een programma, zoals bedoeld in artikel 1 sub d;

    • toont aan dat minimaal 30 procent van de begroting is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten voor de structurele kosten van de organisatie;

    • beschikt over actief geïmplementeerd beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

  • 2 Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager hieraan in zeer beperkte mate niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit de aanvraag te honoreren. Het besluit voorwaarden te stellen is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 5.4. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • Een beschrijving van de missie, visie en het profiel van de instelling, de daarbij betrokken personen en een reflectie op de activiteiten in recente jaren.

  • Een plan dat de volgende onderdelen bevat:

    • Een doordacht artistiek inhoudelijk breed programma;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe een stevig publieksbereik voorbij het professionele bereikt wordt waarbij de aanvrager ingaat op de (gewenste)publieksvoorzieningen en een overtuigende publieksstrategie aanlevert waaruit inzicht in meer verschillende doelgroepen blijkt en hoe deze te bereiken.;

    • Een duidelijke strategie met betrekking tot de lokale en (inter)nationale context;

    • Een heldere en overtuigende visie op marketing en communicatie;

    • Een toelichting op het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin verbeterpunten worden benoemd en een stappenplan richting verbetering wordt geformuleerd.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Artikel 5.5. Beoordelingscriteria

De adviescommissie beoordeelt of het kunstpodium van belang is voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland en de regio waar het is gevestigd aan de hand de volgende criteria in onderlinge samenhang:

  • a. artistieke visie, missie, profiel;

  • b. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden;

  • c. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan;

  • d. innovatieve kwaliteiten;

  • e. publieksbereik;

  • f. lokale inbedding;

  • g. kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering;

  • h. toepassing van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

Paragraaf 6. Verplichtingen en verantwoording

Artikel 6.1. Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger meldt onverwijld aan het bestuur als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2 De subsidieontvanger plaatst het logo of de naam van het Mondriaan Fonds op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten en stuurt exemplaren van drukwerk dat betrekking heeft op de gesubsidieerde activiteiten aan het Mondriaan Fonds.

  • 3 Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan de subsidie verbinden.

Artikel 6.2. Verantwoording

  • 1 De subsidieontvanger stuurt jaarlijks voor 1 juni een inhoudelijke en financiële verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar binnen de subsidieperiode.

  • 2 De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 3 De financiële verantwoording sluit aan op de ingediende begroting.

  • 4 De financiële verantwoording van aanvragers die een subsidie van 125.000 euro of meer per jaar ontvangen, dient vergezeld te gaan van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring dient te zijn opgesteld overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen protocol. Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de afdelingen 1, 7, 11, 12, 14 en 15, is van toepassing op de financiële verantwoording, met dien verstande dat de winst- en verliesrekening wordt vervangen door een exploitatierekening.

  • 5 Voor het bepalen van het toepasselijke verantwoordingsregime geldt als peildatum de datum waarop het besluit op de aanvraag is genomen.

  • 6 Het bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.

Artikel 6.3. Vaststelling subsidie

  • 1 Het bestuur beoordeelt aan het einde van de subsidieperiode op basis van de inhoudelijke en financiële verantwoordingen over de respectievelijke jaren de gerealiseerde activiteiten.

  • 2 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen stelt het bestuur het subsidiebedrag binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.

  • 3 Als aannemelijk is dat gesubsidieerde activiteiten niet geheel, niet tijdig of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen zullen worden of zijn verricht of dat de daadwerkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, kan het bestuur de subsidie verlagen dan wel de toekenning intrekken. Reeds betaalde bedragen inclusief wettelijke rente kunnen worden verrekend dan wel worden teruggevorderd.

Paragraaf 7. Overige bepalingen

Artikel 7.1. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 7.2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7.3. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een belanghebbende van bepalingen in dit reglement afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7.4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Kunstpodia 2025–2028

Deze regeling zal na goedkeuring door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant worden geplaatst.

Naar boven