Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling vervalt per 22-04-2028.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 23-05-2024.
Geldend van 22-04-2023 t/m heden

Besluit van 13 april 2023, houdende tijdelijke regels voor een experiment met de inzet van re-integratie-instrumenten voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikte personen (Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 december 2022, nr. 2022-0000278924, gedaan in overeenstemming met Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen;

Gelet op artikel 82a, eerste lid, onderdelen a, f en h, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 maart 2023, nr. W12.22.00214/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 april 2023, nr. 2023-0000173330, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2. Doelstelling experiment

Bij wijze van experiment als bedoeld in artikel 82a, eerste lid, van de Wet SUWI wordt in afwijking van de artikelen 30a, derde lid, onderdelen b en f, van de Wet SUWI, en 2:30 en 3:73a van de Wajong onderzocht of de inzet van de re-integratie-instrumenten, bedoeld in paragraaf 4.2 van de Wet WIA en afdeling 5 van hoofdstuk 2 en afdeling 5 van hoofdstuk 3 van de Wajong, de arbeidsparticipatie stimuleert voor de personen, bedoeld in artikel 30a, derde lid, onderdeel b, van de Wet SUWI en de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong.

Artikel 3. Doelgroep

Voor deelname aan het experiment op basis van dit besluit komt in aanmerking de persoon die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 6 van de Wet WIA of duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, of 3:8a, eerste lid, van de Wajong.

Artikel 4. Inzet van re-integratie-instrumenten

  • 2 Het UWV kan de inzet van de re-integratie-instrumenten beëindigen wanneer de plichten die zijn opgenomen in de re-integratievisie of het re-integratieplan, bedoeld in artikel 30a van de Wet SUWI, niet worden nagekomen.

  • 3 Het UWV beslist uiterlijk 31 december 2026 over de inzet van de re-integratie-instrumenten op grond van het eerste lid.

Artikel 5. Evaluatie

  • 1 Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt, in overeenstemming met Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, uiterlijk 1 april 2026 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk tot dan toe, alsmede een standpunt inzake de voortzetting van dit besluit anders dan als experiment.

  • 2 Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt, in overeenstemming met Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, uiterlijk 1 juli 2029 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het besluit in de praktijk.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 6, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie-instrumenten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 april 2023

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

C.E.G. van Gennip

Uitgegeven de eenentwintigste april 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius