Regeling tegemoetkoming energiekosten

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 21-03-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 februari 2023, nr. WJZ/22508019, houdende tijdelijke regels betreffende subsidie voor energie-intensieve mkb-ondernemingen ter tegemoetkoming van gestegen energieprijzen (Regeling tegemoetkoming energiekosten)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Handelende in overeenstemming met de mededeling van de Europese Commissie van 9 november 2022 betreffende het Tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (PbEU 2022, C 426/01);

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aansluiting: aansluiting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Gaswet;

  • centraal aansluitingenregister: centraal aansluitingenregister als bedoeld in artikel 2.1.2 van de Informatiecode elektriciteit en gas;

  • algemene de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

  • algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);

  • Belastingdienst: Belastingdienst als bedoeld in 2, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003;

  • de-minimisverordening voor de landbouwsector: verordening (EU) nr. 1408/2013 van de commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU 2013, L 352);

  • de-minimisverordening voor de visserijsector: verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU 2014, L 190);

  • EAN-code: uniek identificatienummer conform de Europese Artikel Nummering die gebruikt wordt als unieke aanduiding van een aansluiting op een elektriciteits- of gasnet;

  • energie-intensiteit: energie-intensiteit als bedoeld in artikel 4;

  • groep: twee of meer in Nederland gevestigde mkb-ondernemingen die met elkaar verbonden zijn doordat zij een van de banden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening, met elkaar onderhouden;

  • grote onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 2, onderdeel 24, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • handelsregister: handelsregister als bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;

  • landbouwvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 702/2014 van de commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193);

  • leverancier: leverancier als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 1, eerste lid, onderdeel ah, van de Gaswet;

  • mkb-onderneming: in Nederland gevestigde kleine, middelgrote of micro-onderneming in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening die in het handelsregister is ingeschreven;

  • Minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • netbeheerder: netbeheerder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel k, van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Gaswet;

  • omzet: omzet als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de omzetbelasting 1968. Als omzet wordt beschouwd het bedrag ten aanzien waarvan de mkb-onderneming aangifte doet voor de omzetbelasting overeenkomstig de Wet op de omzetbelasting 1968, waaronder begrepen bedragen waarover geen aangifte wordt gedaan maar die afgeleid kunnen worden uit de financiële administratie van de mkb-onderneming dan wel uit andere relevante bewijsstukken;

  • referentieprijs 2022: door het CBS gepubliceerde gemiddelden van de variabele leveringstarieven voor consumenten voor gas en elektriciteit over het laatste kwartaal van 2022, inclusief energiebelasting en opslag duurzame energie en exclusief omzetbelasting;

  • referentieprijs 2023: door het CBS gepubliceerde gemiddelden van de variabele leveringstarieven voor consumenten voor gas en elektriciteit over 2023, inclusief energiebelasting en exclusief omzetbelasting;

  • standaardjaarafname: op 1 januari 2023 voor een aansluiting in het centraal aansluitingenregister opgenomen waarde van de standaardjaarafname, bedoeld in artikel 1.1, van de Begrippencode elektriciteit;

  • standaardjaarinvoeding: op 1 januari 2023 voor een aansluiting in het centraal aansluitingenregister opgenomen waarde van de standaardjaarinvoeding, bedoeld in artikel 1.1, van de Begrippencode elektriciteit;

  • standaardjaarverbruik: op 1 januari 2023 voor een aansluiting in het centraal aansluitingenregister opgenomen waarde van het standaardjaarverbruik, bedoeld in artikel 1.1, van de Begrippencode Gas;

  • Tijdelijk crisiskader: mededeling van de Europese Commissie van 9 november 2022 betreffende het Tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (PbEU 2022, C 426/01).

Artikel 2. Subsidieverstrekking

  • 1 De Minister verstrekt op aanvraag eenmalig subsidie aan een mkb-onderneming of een groep, die een energie-intensiteit heeft van ten minste 7 procent, als tegemoetkoming in de energiekosten vanwege de sterk gestegen leveringsprijzen voor elektriciteit en gas door de oorlog in Oekraïne.

  • 2 Indien er sprake is van een groep:

    • a. worden de subsidie en de subsidievaststelling voor alle verbonden mkb-ondernemingen door één van de in de groep verbonden mkb-ondernemingen aangevraagd die ook per verbonden mkb-onderneming de gegevens aanlevert, bedoeld in de artikel 10 en 12, tweede lid;

    • b. is de mkb-onderneming die de aanvraag indient de subsidieontvanger;

    • c. wordt de energie-intensiteit, bedoeld in het eerste lid, per groep berekend en niet per verbonden mkb-onderneming;

    • d. geldt de datum waarop de subsidie wordt verleend, als datum voor het bepalen of er sprake is van een groep en voor het vaststellen van de mkb-ondernemingen die in de groep verbonden zijn.

  • 3 De datum waarop de subsidie wordt verleend, geldt als datum voor het bepalen of er sprake is van een mkb-onderneming.

  • 4 De subsidie wordt niet eerder verleend dan nadat de Europese Commissie goedkeuring heeft gegeven voor deze regeling in een procedure als bedoeld in artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 3. Prijzen

  • 1 Onverminderd het derde lid bedraagt de leveringsprijs, die een mkb-onderneming zelf dient te dragen, voor elektriciteit € 0,35 per kWh en voor gas € 1,19 per m3.

  • 2 De referentieprijs 2022 bedraagt voor elektriciteit € 0,59 per kWh en voor gas € 2,41 per m3.

  • 3 De referentieprijs 2023 voor elektriciteit en gas bedraagt, voor zover het in deze regeling gebruikt wordt, nooit meer dan € 0,95 per kWh geleverde elektriciteit respectievelijk € 3,19 per m3 geleverd gas.

  • 4 Voor de berekening van het voorschot, bedoeld in artikel 11, wordt voor elektriciteit een prijs gehanteerd van € 0,60 per kWh en voor gas € 2,00 per m3.

  • 5 De prijzen, bedoeld in het eerste en vierde lid, alsmede de maximum prijzen, bedoeld in het derde lid, zijn inclusief energiebelasting en opslag duurzame energie en exclusief omzetbelasting.

Artikel 4. Energie-intensiteit

  • 1 De energie-intensiteit van een mkb-onderneming wordt verkregen door de som van de leveringskosten voor elektriciteit en gas, bedoeld in het tweede en derde lid, te delen door de behaalde jaaromzet in 2022.

  • 2 De leveringskosten voor elektriciteit worden verkregen door het verschil van de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding te vermenigvuldigen met de referentieprijs 2022 voor elektriciteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 3 De leveringskosten voor gas worden verkregen door het vermenigvuldigen van het standaardjaarverbruik met de referentieprijs 2022 voor gas, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 4 Indien er bij een mkb-onderneming sprake is van gebroken boekjaarkwartalen dan wordt, indien de mkb-onderneming aangifte omzetbelasting doet in kwartalen die afwijken van de kalenderkwartalen, voor het berekenen van de energie-intensiteit gebruik gemaakt van de omzet over de vier kwartalen die voor het grootste deel in 2022 vallen.

  • 5 Indien er sprake is van een groep wordt niet als omzet beschouwd de omzet tussen de ondernemingen die deel uitmaken van die groep.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

Een aanvraag voor een subsidie wordt in de periode van 21 maart 2023 09.00 uur tot en met 2 oktober 2023 17.00 uur ingediend met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld middel.

Artikel 6. Hoogte subsidie en steunintensiteit

De subsidie voor een mkb-onderneming of een groep bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten met een maximum van € 160.000.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

  • 1 Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor de levering van elektriciteit of gas, die voortkomen uit een zakelijke energieleveringsovereenkomst met een leverancier, en voor zover deze bestaan uit:

    • a. het verschil van de referentieprijs 2023 voor elektriciteit en de leveringsprijs voor elektriciteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, vermenigvuldigd met het verschil van de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding; of

    • b. het verschil van de referentieprijs 2023 voor gas en de leveringsprijs voor gas, bedoeld in artikel 3, eerste lid, vermenigvuldigd met het standaardjaarverbruik.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid, komen de in dat lid bedoelde kosten voor subsidie in aanmerking voor zover die gaan over de periode vanaf 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. De kosten, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, worden vermenigvuldigd met

    Bijlage 270088.png

    .

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing, indien het gaat om een kortere periode dan de periode, bedoeld in dat lid. In dergelijke gevallen worden de subsidiabele kosten pro-rato berekend.

  • 6 Indien een mkb-onderneming gedurende de looptijd van deze regeling failliet gaat, of de bedrijfsvoering staakt, dan wordt de subsidie naar rato berekend.

  • 7 Indien een mkb-onderneming een vast contract heeft met een leverancier met een ingangsdatum die voor 1 november 2022 ligt en een einddatum na 31 december 2023, waarin leveringstarieven zijn opgenomen die lager zijn dan de tarieven, bedoeld in artikel 3, eerste lid, dan tellen de kosten, bedoeld in het eerste lid, die op grond van dit contract worden gemaakt niet mee als subsidiabele kosten.

  • 8 Indien een groep een aanvraag voor subsidie indient waarin ook een mkb-onderneming is opgenomen die al subsidie op grond van deze regeling heeft ontvangen, dan worden het standaardjaarverbruik, de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding van deze mkb-onderneming niet meegenomen in de berekening van de subsidie voor de groep.

Artikel 8. Afwijzingsgronden

De Minister beslist afwijzend op een aanvraag, voor zover:

  • a. de aanvraag niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde regels;

  • b. de mkb-onderneming actief is in de visserij- en aquacultuursector, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de de-minimisverordening voor de visserijsector, voor zover het gaat om een aanvraag voor subsidie voor de categorieën opgenomen in artikel 1, eerste lid, onderdelen a tot en met k, van deze verordening;

  • c. de totale door de mkb-onderneming, of de groep, ontvangen steun die wordt gerechtvaardigd door paragraaf 2.1 van het Tijdelijk crisiskader, na toepassing van deze regeling, en waarbij uit wordt gegaan van brutobedragen, meer bedraagt dan:

    • 1°. € 2.000.000;

    • 2°. € 300.000, indien de mkb-onderneming mede actief is in de visserij- en aquacultuursector, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de-minimisverordening voor de visserijsector;

    • 3°. € 250.000, indien de indien de mkb-onderneming mede actief is in de primaire productie van landbouwproducten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de de-minimisverordening voor de landbouwsector;

  • d. subsidie wordt aangevraagd voor een mkb-onderneming die na 31 december 2022 als nieuwe startende onderneming in het handelsregister is ingeschreven;

  • e. subsidie wordt aangevraagd door een groep die kwalificeert als een grote onderneming als bedoeld in artikel 1. De datum waarop de subsidie wordt verleend, geldt als datum voor het bepalen of er sprake is van een grote onderneming;

  • f. in de subsidieaanvraag niet alle in een groep verbonden mkb-ondernemingen worden vermeld;

  • g. er sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 13, eerste lid, en de subsidieaanvrager op 2 oktober 2023:

    • 1°. geen onderbouwde actuele gegevens met betrekking tot het verbruik, afname of invoeding kan overleggen die betrekking hebben op de drie meest recente volledige kalendermaanden;

    • 2°. over 2022 of 2023 geen drie aaneengesloten maanden omzetgegevens kan overleggen vanaf het moment dat er voor het eerst een bedrag op de aangifte staat; of

    • 3°. in geval de mkb-onderneming niet btw-plichtig is: over 2022 of 2023 geen omzetgegevens kan overleggen over minimaal de eerste drie maanden na start van de bedrijfsvoering van de mkb-onderneming.

Artikel 9. Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden dat de ontvanger voldoet aan de bij deze regeling gestelde eisen.

  • 2 De administratie, bedoeld in het eerste lid, wordt tot tien jaar na de datum van de beschikking tot de subsidievaststelling bewaard.

  • 3 De subsidieontvanger verleent gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de aan hem verleende subsidie, voor zover medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

  • 4 De mkb-onderneming of de groep, die actief is in de verwerking of de afzet van landbouwproducten, bedoeld in artikel 2, onderdelen 6 en 7, van de landbouwvrijstellingsverordening, geeft de subsidie niet geheel of gedeeltelijk door aan primaire producenten van landbouwproducten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de de-minimisverordening voor de landbouwsector.

  • 5 De mkb-onderneming of de groep, die actief is als onderneming in de visserij- en aquacultuursector, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de de-minimisverordening voor de visserijsector of in de primaire productie van landbouwproducten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de de-minimisverordening voor de landbouwsector, hanteert een voor die activiteiten gescheiden boekhouding.

Artikel 10. Informatieverplichtingen

  • 1 De aanvraag tot subsidieverlening bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. gegevens over de mkb-onderneming, waaronder het nummer waarmee de mkb-onderneming is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres, het rekeningnummer van een bankrekening bij een Nederlandse bank of bij een Europese bank, bedoeld in artikel 1:1, van de Wet op het financieel toezicht;

    • b. gegevens over de contactpersoon bij de mkb-onderneming, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

    • c. aanvullende gegevens indien het een aanvraag betreft van een groep: een opgave van alle in de groep verbonden mkb-ondernemingen, het rekeningnummer van een bankrekening van de subsidieaanvrager bij een Nederlandse bank of bij een Europese bank, bedoeld in artikel 1:1, van de Wet op het financieel toezicht, waarop de subsidie kan worden bijgeschreven, alsmede gegevens over de contactpersoon bij de groep, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

    • d. EAN-code van de elektriciteits- of gasmeter van de mkb-onderneming, inclusief het adres en stukken waaruit blijkt dat de betreffende EAN-codes bij de betreffende mkb-onderneming behoren;

    • e. een verklaring van de mkb-onderneming, per EAN-code waarvoor energie wordt geleverd, dat hij geen vast contract heeft met een leverancier met een ingangsdatum die voor 1 november 2022 ligt en een einddatum na 31 december 2023, waarin leveringstarieven zijn opgenomen die lager zijn dan de tarieven, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

    • f. een verklaring van de mkb-onderneming, per EAN-code waarvoor energie wordt geleverd, dat de energie wordt geleverd op basis van een zakelijke energieleveringsovereenkomst tussen de betreffende mkb-onderneming en een leverancier;

    • g. een verklaring dat de mkb-onderneming of groep kwalificeert als mkb-onderneming.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van een opgave van de omzet over de vier kwartalen van het kalenderjaar 2022, blijkend uit:

    • a. indien de mkb-onderneming omzetbelasting heeft afgedragen over de omzet in het kalenderjaar 2022 en daarvan aangifte per maand of kalenderkwartaal heeft gedaan: kopieën van de aangiftes voor die maanden of kwartalen, indien die aangiftes enkel betrekking hebben op de mkb-onderneming of de groep en die voldoen aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968. Indien de mkb-onderneming aangifte doet in kwartalen die afwijken van de kalenderkwartalen: kopieën van de aangiftes over de vier kwartalen die voor het grootste deel in 2022 vallen;

    • b. indien de mkb-onderneming niet beschikt over de in onderdeel a bedoelde kopieën: een afschrift uit de boekhouding van de mkb-onderneming of de groep, een kopie van de baten lasten rekening of een ander bewijsstuk waaruit duidelijk het bedrag blijkt waarover zij in het kalenderjaar 2022 omzetbelasting heeft betaald;

    • c. indien de mkb-onderneming omzetbelasting verschuldigd was over de omzet in het kalenderjaar 2022 en daarvan aangifte doet per kalenderjaar: een kopie van de aangiftes voor het kalenderjaar 2022, indien die aangiftes enkel betrekking hebben op de mkb-onderneming of de groep en voldoet aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968;

    • d. indien de mkb-onderneming over zijn gehele omzet, of een deel daarvan, geen omzetbelasting verschuldigd is: een kopie van de jaarrekening of het jaarverslag van het kalenderjaar 2022, aangiften inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting of een ander bewijsstuk uit de boekhouding waaruit de omzet blijkt van het kalenderjaar 2022.

Artikel 11. Voorschot

  • 1 Na verlening van de subsidie wordt binnen twee weken een eenmalig voorschot verstrekt van 35 procent van de in het tweede lid berekende voorschotkosten.

  • 2 De voorschotkosten bestaan uit 50 procent van:

    • a. het product van het tarief voor elektriciteit, bedoeld in artikel 3, vierde lid, en het verschil van de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding. Deze uitkomst wordt vervolgens vermenigvuldigd met

      Bijlage 270089.png

      , tenzij het gaat om een kortere periode dan de periode, bedoeld in artikel 7, tweede lid; of

    • b. het product van het tarief voor gas, bedoeld in artikel 3, vierde lid, en het standaardjaarverbruik. Deze uitkomst wordt vervolgens vermenigvuldigd met

      Bijlage 270090.png

      , tenzij het gaat om een kortere periode dan de periode, bedoeld in artikel 7, tweede lid.

  • 3 Het voorschot bedraagt nooit meer dan het maximumbedrag, bedoeld in artikel 6.

Artikel 12. Subsidievaststelling

  • 1 De subsidieaanvrager vraagt uiterlijk op 31 mei 2024 17.00 uur de vaststelling van de subsidie aan met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld middel.

  • 2 Bij de aanvraag van de vaststelling wordt in ieder geval meegezonden:

    • a. indien van toepassing: een verklaring waarin wordt aangegeven wanneer de mkb-onderneming failliet is gegaan of de bedrijfsvoering heeft gestaakt;

    • b. indien het subsidiebedrag € 125.000 of meer bedraagt: een nader vast te stellen product van een accountant of accountant-administratieconsulent als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, volgens een door de Minister ter beschikking gesteld model of een door de Minister geaccepteerd vergelijkbaar document, waarin ten minste het volgende is opgenomen:

      • 1°. een opgave van de behaalde omzet in 2022 van de mkb-onderneming of verbonden mkb-ondernemingen;

      • 2°. een verklaring, per EAN-code waarvoor energie wordt geleverd, dat de mkb-onderneming of verbonden mkb-ondernemingen, in de periode 1 november 2022 tot en met 31 december 2023 geen vast contract had met een leverancier waarin leveringstarieven waren opgenomen die lager waren dan de tarieven, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

      • 3°. de steun die op grond van paragraaf 2.1 van het Tijdelijk crisiskader reeds is verstrekt aan de mkb-onderneming of verbonden mkb-ondernemingen als sprake is van een groep.

  • 3 De Minister stelt de subsidie vast binnen zestien weken na de ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 De Minister vordert na vaststelling van de subsidie geen bedrag terug indien dit bedrag kleiner is dan € 500.

Artikel 13. Afwijking in bijzondere gevallen

  • 1 In bijzondere gevallen kan de Minister actuele gegevens gebruiken in plaats van de standaardjaarafname, het standaardjaarverbruik, de standaardjaarinvoeding of de omzet van 2022, als de onverkorte toepassing van deze laatstgenoemde gegevens, gelet op het doel en de strekking van deze regeling, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard in individuele gevallen.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid kan de Minister extra informatie opvragen bij de subsidieaanvrager wanneer dit noodzakelijk is om te kunnen bepalen of er een recht bestaat op subsidie of het bepalen van de subsidiehoogte.

Artikel 14. Gegevensverstrekking

  • 1 De Minister verstrekt aan de Belastingdienst gegevens over mkb-ondernemingen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met het oog op het verkrijgen van de voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijke vaststellings- en controlegegevens met betrekking tot de omzet van deze mkb-ondernemingen.

  • 2 De Belastingdienst verstrekt de voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijke gegevens, bedoeld in het eerste lid, aan de Minister.

  • 3 De leverancier verstrekt aan de Minister een overzicht van EAN-codes die in de administratie van de leverancier gekoppeld zijn aan een registratienummer waarmee een mkb-onderneming in het handelsregister is ingeschreven.

  • 4 De Minister verstrekt aan de netbeheerder de door de subsidieaanvrager per mkb-onderneming en per aansluiting opgegeven EAN-codes met het oog op het verkrijgen van de voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijke gegevens met betrekking tot:

    • a. het standaardjaarverbruik, de standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding van de mkb-onderneming;

    • b. adres, inclusief postcode, huisnummer en toevoeging, waarop de aansluitingen van de mkb-onderneming zijn geregistreerd in het centraal aansluitingenregister;

    • c. type aansluiting;

    • d. per aansluiting de EAN-code van de leverancier; en

    • e. indien beschikbaar: de naam van de mkb-onderneming die voor de aansluiting in het centraal aansluitingenregister is geregistreerd.

  • 5 De netbeheerder maakt de voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijke gegevens, bedoeld in het vierde lid, bekend aan de Minister.

Artikel 15. Staatssteun

  • 1 De Minister maakt binnen twaalf maanden na de datum van verlening van de subsidie de gegevens bekend, bedoeld in paragraaf 3, onderdeel 76, van het Tijdelijk crisiskader.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, blijven ten minste tien jaar openbaar beschikbaar.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2022.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tegemoetkoming energiekosten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 23 februari 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M. Adriaansens

Naar boven