Stb. 2025, 196, datum inwerkingtreding 19-07-2025, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2017.
-
1. In het eerste lid en het tweede lid, onderdeel b, wordt «deze wet» vervangen door
«artikel 2».
-
2. Er worden acht leden toegevoegd, luidende:
4 Indien het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt bepaald met inachtneming
van artikel 6a, vinden het eerste tot en met derde lid geen toepassing en wordt het
besluit toegepast met inachtneming van het vijfde tot en met elfde lid.
5 In afwijking van artikel 23, eerste lid, van het besluit bestaat het buitenlandse
voordeel uit sparen en beleggen uit het gezamenlijke bedrag aan werkelijk rendement
van bezittingen in het buitenland en van schulden in verband met die bezittingen.
Daarbij zijn bezittingen in het buitenland bezittingen als bedoeld in artikel 23,
tweede lid, van het besluit voor zover de daaruit genoten opbrengsten zijn onderworpen
aan een belasting naar het inkomen die vanwege de andere Mogendheid waarin de bezittingen
zijn gelegen, wordt geheven.
6 In afwijking van artikel 24, tweede lid, van het besluit wordt de vermindering, bedoeld
in het eerste lid van dat artikel, berekend met inachtneming van de inkomstenbelasting
die over het belastbare inkomen uit sparen en beleggen na toepassing van artikel 6a,
maar vóór de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting, verschuldigd zou zijn.
7 Artikel 24, derde lid, van het besluit blijft buiten toepassing.
8 In afwijking van artikel 24, vijfde lid, onderdelen a en b, van het besluit wordt
verstaan onder:
-
a. het forfaitaire rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland: het werkelijke rendement van de bezittingen in het buitenland, bedoeld in artikel
23, tweede lid, van het besluit, en de schulden in verband met die bezittingen;
-
b. het noemerinkomen: het belastbare inkomen uit sparen en beleggen zoals dat na toepassing van artikel
6a is vastgesteld.
9 Voor de toepassing van het vijfde lid en het achtste lid, onderdeel a, worden het
werkelijke rendement van de bezittingen in het buitenland en het werkelijke rendement
van de schulden in verband met die bezittingen bepaald met inachtneming van artikel
6a, tweede lid.
10 Voor de toepassing van artikel 25, vierde lid, van het besluit wordt onder het bedrag
aan berekende belasting op het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen verstaan:
het bedrag aan berekende belasting op het belastbare inkomen uit sparen en beleggen
na toepassing van artikel 6a.
11 Bij de toepassing van artikel 25b, vierde lid, van het besluit wordt artikel 6a toegepast
bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen.