Besluit innovatie strafvordering

Geraadpleegd op 18-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2022 en zichtdatum 23-05-2024.
Geldend van 01-10-2022 t/m heden

Besluit van 5 september 2022, houdende uitvoering van de artikelen 570, tweede lid, en 575, van het Wetboek van Strafvordering (Besluit innovatie strafvordering)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming en Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 30 juni 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken; nr. 4082944;

Gelet op de artikelen 570, tweede lid, en 575 van het Wetboek van Strafvordering;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 juli 2022, No.W16.22.00079/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming en Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 25 augustus 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken; nr. 4147459;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Opnamen van beeld, geluid of beeld en geluid als onderdeel van de verslaglegging en als wettig bewijsmiddel

Artikel 1

  • 1 Voor wat betreft de verslaglegging van hetgeen door opsporingsambtenaren ter opsporing is verricht of bevonden vindt toepassing van de artikelen 560, 561, 563, 565, 567 en 569 van het Wetboek van Strafvordering slechts plaats in:

    • a. het arrondissement Noord-Holland en het ressort Amsterdam; en

    • b. het arrondissement Overijssel en het ressort Arnhem-Leeuwarden.

  • 2 Voor wat betreft de verslaglegging van het onderzoek op de terechtzitting vindt toepassing van de artikelen 559, 562, 564, 565, 566, 567, 568 en 569 van het Wetboek van Strafvordering slechts plaats in:

    • a. het arrondissement Limburg en het ressort ’s-Hertogenbosch;

    • b. het arrondissement Noord-Holland en het ressort Amsterdam; en

    • c. het arrondissement Overijssel en het ressort Arnhem-Leeuwarden.

Hoofdstuk 2. Aanwijzing hulpofficier van justitie

Artikel 2

Een hulpofficier van justitie als bedoeld in artikel 146a van het Wetboek van Strafvordering kan door zijn werkgever worden aangewezen voor het uitoefenen van de bevoegdheden, genoemd in artikel 570 van het Wetboek van Strafvordering, indien hij beschikt over specifieke kennis en vaardigheden, benodigd voor de uitoefening van de bevoegdheden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij horende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 september 2022

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Uitgegeven de dertiende september 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven