Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze Subsidieregeling wordt verstaan onder:
-
begeleider: iemand die beroepsmatig maatschappelijke, lichamelijke of psychosociale hulp en ondersteuning
biedt;
-
de-minimisverordening:
Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen
107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun
(PbEU 2013, L352);
-
handelsregister: handelsregister als bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;
-
lokaal actieplan veerkracht en zeggenschap: activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van de veerkracht en zeggenschap
van VVVB’ers die werkzaam zijn bij de aanvrager;
-
loonkosten: brutoloon en werkgeverslasten voor de uren van het projectteam die worden ingezet
voor het uitvoeren van activiteiten als bedoeld in artikel 3;
-
Kaderregeling:
Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
-
inkoopcontract: overeenkomst tussen de aanvrager en een of meerdere gemeenten ten behoeve van de
inkoop van zorg in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of Jeugdwet;
-
minister: Minister voor Langdurige Zorg en Sport;
-
projectteam: werknemers van de aanvrager die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren
en verantwoorden van de activiteiten als bedoeld in artikel 3;
-
SBI-code: code van de Standaard Bedrijfsindeling zoals gehanteerd door het Centraal Bureau
voor de Statistiek waarmee de economische activiteit van een bedrijf wordt weergegeven
in het handelsregister;
-
veerkracht: mentaal en fysiek welzijn dat nodig is om te kunnen omgaan met diverse eisen en uitdagingen
gerelateerd aan dagelijkse beroepsuitoefening of zaken die aan beroepsuitoefening
verwant zijn;
-
VVVB’er: iemand die werkzaam is in de functie van verzorgende, verpleegkundige, verpleegkundig
specialist of begeleider;
-
werknemer: persoon die bij een zorgaanbieder werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst
als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, gesloten met de zorgaanbieder;
-
zeggenschap: mogelijkheid om invloed uit te oefenen op besluiten die van invloed zijn op de dagelijkse
beroepsuitoefening of zaken die aan beroepsuitoefening verwant zijn.
Artikel 3. Doel subsidie en subsidiabele activiteiten
Artikel 4. Hoogte van de subsidie en subsidiabele kosten
Artikel 5. Subsidieplafond en wijze van verdeling
Artikel 6. Subsidieperiode
Subsidie wordt op grond van deze Subsidieregeling voor een periode van ten hoogste
12 maanden verleend.
Artikel 7. Aanvraag tot verlening
-
3 Voor de aanvraag, begroting en de verklaringen, bedoeld in het tweede lid, wordt een
door de minister vastgesteld formulier gebruikt.
-
2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, wordt subsidie tevens verstrekt aan
een aanvrager die op 1 januari 2022 in het handelsregister stond ingeschreven met
de SBI-code 87.90.1, 87.90.2 of 88.99.1 en een betalingsbewijs van de gemeente en
inkoopcontract kan overleggen.
Artikel 9. Verlening, bevoorschotting en betaling
De minister verstrekt en betaalt bij het besluit tot verlening van de subsidie een
voorschot van 80% van de subsidie.
Artikel 10. Verantwoording en vaststelling
Artikel 11. Hardheidsclausule
De minister kan een of meer bepalingen van deze Subsidieregeling buiten toepassing
laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende
bepaling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum
Deze Subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2022 en vervalt
met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op
subsidies die voor deze datum zijn verleend.
Deze Subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling veerkracht en zeggenschap.
Bijlage 1. Lotingsystematiek, behorend bij artikel 5, tweede lid
De volgende lotingssystematiek wordt gebruikt indien er meer dan 255 aanvragen worden
ingediend. Indien er minder aanvragen worden ingediend, vindt er geen loting plaats.
Subsidie wordt dan verleend aan aanvragers waarvan de aanvraag aan de criteria uit
deze Subsidieregeling voldoet.
Stap 1
De aanvragen die worden ingediend binnen de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden in drie lotingsgroepen ingedeeld. Deze groepen zijn representatief voor de
branches:
-
1.
Verzorgingstehuizen, verpleeghuizen en thuiszorg
Deze groep is gebaseerd op de SBI-code van de aanvragers zoals opgenomen onder categorie
1 in bijlage 2.
-
2.
Gehandicaptenzorg, GGZ-/jeugdzorg, huisartsenzorg en gezondheidscentra
Deze groep is gebaseerd op de SBI-code van de aanvragers zoals opgenomen onder categorie
2 in bijlage 2.
-
3.
Ziekenhuizen en universitaire medische centra
Deze groep is gebaseerd op de SBI-code van de aanvragers zoals opgenomen onder categorie
3 in bijlage 2.
Stap 2
Binnen de bovengenoemde categorieën vindt een loting plaats. De loting vindt plaats
door een notaris en de daaruit resulterende rangschikking wordt schriftelijk vastgelegd.
Dit resulteert in een lootlijst. De lootlijst bepaalt de behandelvolgorde van de aanvragen.
Stap 3
-
3.1. De aanvragen worden beoordeeld op volledigheid. Aanvragers krijgen éénmaal één week
de tijd om aanvragen aan te vullen. Aanvragen die niet tijdig volledig zijn, worden
afgewezen.
-
3.2. De volledige aanvragen worden vervolgens beoordeeld op de criteria die in deze Subsidieregeling
zijn opgenomen. Aanvragen die niet aan de criteria voldoen, worden afgewezen.
Stap 4
-
4.1. De aanvragen die niet volledig zijn of die niet aan de criteria voldoen, worden van
de lootlijst geschrapt.
-
4.2. Per groep wordt vervolgens subsidie verleend aan de eerste 85 aanvragen op de lootlijst.
-
4.3. Indien in een lotingsgroep minder dan 85 aanvragen op de lootlijst staan, wordt het
resterende subsidiebedrag verdeeld over de lotingsgroep waar meer dan 85 aanvragen
op de lootlijst staan. Indien er in twee lotingsgroepen meer dan 85 aanvragen op de
lootlijst staan, wordt het resterende beschikbare bedrag verdeeld over deze twee groepen.
Bij het toekennen van de subsidies wordt de volgende volgorde aangehouden: groep 1
– groep 2 – groep 3 (zie de indeling bij stap 1).
-
4.4. Aanvragen die op basis van deze loting niet voor subsidie in aanmerking komen, worden
afgewezen.
Voorbeeld van de lotingssystematiek
Er worden 300 aanvragen ingediend. Na stap 1 blijkt dat de verdeling als volgt is:
in groep 1 zijn 105 aanvragen ingediend, in groep 2 zijn 70 aanvragen ingediend en
in groep 3 zijn 145 aanvragen ingediend. Na stap 2 is de lootlijst opgesteld.
Na stap 3 blijkt dat een aantal aanvragen onvolledig is of niet aan de criteria voldoet.
Deze aanvragen worden van de lootlijst geschrapt. Op de lootlijst blijven in groep
1 95 aanvragen over, in groep 2 66 aanvragen en in groep 3 120 aanvragen.
Vervolgens vindt de toekenning plaatst. De aanvragen in groep 2 worden allemaal toegekend
indien voldaan aan de subsidievoorwaarden. De eerste 85 aanvragen (vastgesteld via
de lootlijst) in groep 1 en groep 3 worden toegekend. Het resterende bedrag € 950.000
wordt verdeeld over de overige aanvragen. Het bedrag van € 950.000 wordt verdeeld
over 19 aanvragen: de eerstvolgende 10 aanvragen op de lootlijst van groep 1 worden
toegekend en de eerstvolgende 9 aanvragen op de lootlijst van groep 3 worden toegekend.
De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria. Alleen aanvragen
waarbij op ieder criterium ‘ja’ wordt gescoord, komen voor subsidie in aanmerking.
Aanvragen waarbij op één of meerdere criteria ‘nee’ wordt gescoord, worden afgewezen.
Criteria
|
Toets
|
|
Het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap beschrijft wat de huidige situatie
op het gebied van veerkracht en zeggenschap VVVB’ers is (max. 250 woorden).
|
Ja
|
Nee
|
Het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap beschrijft hoe de gewenste situatie
op het gebied van veerkracht en zeggenschap VVVB’ers bij de betreffende zorgaanbieder
eruit ziet (max. 250 woorden).
|
Ja
|
Nee
|
Er is aangegeven hoe het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap bijdraagt aan
het bevorderen van veerkracht en zeggenschap van de VVVB’ers bij de betreffende zorgaanbieder
en op welk niveau (individueel, team, organisatie).
|
Ja
|
Nee
|
Het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap bevat een omschrijving (inclusief tijdspad)
waarmee naar de gewenste situatie veerkracht en zeggenschap wordt toegewerkt (max.
500 woorden).
|
Ja
|
Nee
|
Het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap beschrijft op welke wijze het beoogde
resultaat wordt geborgd na afloop van de subsidieperiode.
|
Ja
|
Nee
|
Het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap beschrijft hoe VVVB’ers zijn betrokken
bij het tot stand komen van het lokale actieplan.
|
Ja
|
Nee
|
Het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap beschrijft hoe VVVB’ers betrokken zullen
worden bij de uitvoering van het lokale actieplan.
|
Ja
|
Nee
|
Het lokale actieplan veerkracht en zeggenschap beschrijft hoe tenminste 1 andere discipline
wordt betrokken bij de totstandkoming van het lokale actieplan.
|
Ja
|
Nee
|
Bij de aanvraag is ingevuld wie de leden zijn van het projectteam (functie, rol, tijdsinvestering)
|
|
|
a. Een tekenbevoegde bestuurder
|
Ja
|
Nee
|
b. Projectleider met een achtergrond als VVVB’er
(de persoon die voor de duur van het project de eindverantwoordelijkheid draagt over
de uitvoering en verantwoording van het project)
|
Ja
|
Nee
|
c. Leden projectteam
|
Ja
|
Nee
|