Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden

[Regeling vervalt per 01-06-2027.]
Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 25-03-2023 t/m heden

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 3 augustus 2022, nr. PO/32243538, houdende regels voor de subsidieverstrekking aan scholen voor het verbeteren van de basisvaardigheden met evidence informed interventies (Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Doel van de regeling en te subsidiëren activiteiten

  • 1 De minister kan aan een bevoegd gezag voor het schooljaar 2022/2023 en een deel van het schooljaar 2023/2024, tot en met 31 januari 2024, een basissubsidie verstrekken ter verbetering van de basisvaardigheden via evidence informed interventies zoals opgenomen in de menukaart.

  • 2 De basissubsidie kan worden aangevraagd voor de uitvoering van één of meerdere interventies en voor monitoringsdoeleinden. De interventies zijn in ieder geval gericht op het versterken van de basisvaardigheden taal, rekenen of wiskunde, en waar nodig ook op het versterken van de basisvaardigheden burgerschap en digitale geletterdheid.

  • 3 In aanvulling op de basissubsidie, bedoeld in het eerste lid, kan de minister een aanvullende subsidie verstrekken, inclusief verplichte ondersteuning in de vorm van een basisteam. De aanvullende subsidie kan worden besteed aan één of meerdere interventies en voor monitoringsdoeleinden.

Artikel 4. Aanvraag basissubsidie

  • 1 Een bevoegd gezag kan per vestiging een aanvraag voor de basissubsidie indienen.

  • 2 Een bevoegd gezag kan voor meerdere vestigingen een aanvraag indienen.

  • 3 Een aanvraag voor de basissubsidie kan worden ingediend van 16 augustus 2022 tot en met 23 september 2022. Aanvragen die worden ontvangen na 23 september 2022 worden afgewezen.

  • 4 De basissubsidie wordt aangevraagd met het digitale aanvraagformulier dat daartoe op de website van DUS-I beschikbaar is gesteld.

  • 5 Een aanvraag voor basissubsidie gaat vergezeld van:

    • a. de naam van het bevoegd gezag;

    • b. het in RIO geïdentificeerde nummer van de vestiging waarvoor de aanvraag worden ingediend;

    • c. de contactpersoon; en

    • d. een verklaring waaruit blijkt dat de medezeggenschapsraad van de school is geïnformeerd over de aanvraag.

Artikel 5. Aanvraag aanvullende subsidie

  • 1 Een bevoegd gezag kan per vestiging een aanvraag voor aanvullende subsidie indienen, indien voor de betreffende vestiging ook een basissubsidie wordt aangevraagd.

  • 2 Een bevoegd gezag kan voor meerdere vestigingen een aanvraag indienen.

  • 3 Een aanvraag voor de aanvullende subsidie kan worden ingediend van 16 augustus 2022 tot en met 23 september 2022. Aanvragen die worden ontvangen na 23 september 2022 worden afgewezen.

  • 4 De aanvullende subsidie wordt aangevraagd met het digitale aanvraagformulier dat daartoe op de website van DUS-I beschikbaar is gesteld.

  • 5 Een aanvraag voor aanvullende subsidie gaat vergezeld van:

    • a. de naam van het bevoegd gezag;

    • b. het in RIO geïdentificeerde nummer van de vestiging waarvoor de aanvraag worden ingediend;

    • c. de contactpersoon;

    • d. een verklaring waaruit blijkt dat de medezeggenschapsraad van de school is geïnformeerd over de aanvraag; en

    • e. een verklaring waaruit blijkt dat het bevoegd gezag gebruik wil maken van de ondersteuning van een basisteam, bedoeld in artikel 3, derde lid. En een inventarisatie van de behoefte aan begeleiding van de school, waar het ondersteuning vanuit een basisteam betreft.

Artikel 6. Subsidieplafonds basissubsidie en aanvullende subsidie

  • 1 Voor verstrekking van de basissubsidie is een bedrag beschikbaar van:

    • a. € 98.325.220,– voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES; en

    • b. € 97.292.520,– voor het voortgezet onderwijs.

  • 2 Voor subsidieverstrekking van de aanvullende subsidie is een bedrag beschikbaar van:

    • a. € 6.219.500,– voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES; en

    • b. € 20.692.500,– voor het voortgezet onderwijs.

  • 3 Indien één of meerdere bedragen, bedoeld in het eerste of tweede lid, niet volledig wordt benut of worden benut, worden de resterende middelen naar rato verdeeld over de andere subsidieplafonds in het betreffende lid.

  • 4 Indien één of meerdere bedragen, bedoeld in het eerste of tweede lid, ook na toepassing van het derde lid niet volledig wordt of worden benut, worden de resterende middelen naar rato verdeeld over de verschillende subsidieplafonds van het andere lid.

Artikel 7. Subsidiebedrag

  • 1 Het bedrag van de basissubsidie, bedoeld in artikel 4, wordt berekend door het aantal leerlingen dat op 1 oktober 2021 stond ingeschreven op de desbetreffende vestiging te vermenigvuldigen met een bedrag van:

    • a. € 961,– voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES;

    • b. € 1.202,– voor het voortgezet onderwijs.

  • 2 Het bedrag van de aanvullende subsidie bedoeld in artikel 5, wordt berekend door het aantal leerlingen op de vestiging dat op 1 oktober 2021 stond ingeschreven te vermenigvuldigen met:

    • a. € 366,– voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES;

    • b. € 430,– voor het voortgezet onderwijs.

  • 3 Het subsidiebedrag wordt aan een bevoegd gezag op Bonaire, Sint Eustatius of Saba uitbetaald in dollars tegen de vastgestelde wisselkoers.

  • 4 Het subsidiebedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, wordt berekend op basis van het door de accountant gevalideerde aantal leerlingen op 1 oktober 2021.

Artikel 8. Wijze van verdeling beschikbare middelen

Indien de toewijzing van alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen voor een basissubsidie of een aanvullende subsidie leidt tot overschrijding van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 6, eerste lid en tweede lid, krijgen de aanvragen van de scholen op Caribisch Nederland voorrang. Vervolgens worden de overige aanvragen ten laste van het betreffende subsidieplafond door middel van loting gerangschikt. Scholen krijgen volgens de rangschikking subsidie toegekend tot het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 9. Afwijzingsgrond

Indien de aanvraag van de basissubsidie, bedoeld in artikel 4, voor een vestiging wordt afgewezen, wordt ook de aanvraag voor aanvullende subsidie, bedoeld in artikel 5, voor die vestiging afgewezen.

Artikel 10. Subsidieverplichtingen

In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a. zowel de ontvanger van de basissubsidie als de ontvanger van de aanvullende subsidie dient uiterlijk voor 1 februari 2023 bij DUS-I een omschrijving in van de activiteiten die met het subsidiegeld zullen worden verricht;

  • b. de ontvanger van de aanvullende subsidie werkt samen met een basisteam;

  • c. de subsidieontvanger voert ten behoeve van de monitoring een nulmeting uit voor in ieder geval de prestaties van taal, rekenen of wiskunde. De subsidieontvanger monitort de voortgang op in ieder geval de prestaties op het gebied van taal, rekenen of wiskunde gedurende de looptijd van de subsidie; en

  • d. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt worden uiterlijk tot en met 31 juli 2024 uitgevoerd.

Artikel 11. Verstrekking, besteding en verantwoording

  • 1 De subsidie wordt direct vastgesteld binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagperiode.

  • 2 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 4 De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn. In dit kader zal in ieder geval een steekproefcontrole plaatsvinden.

Artikel 12. Betaling

De minister bepaalt het betaalritme van het subsidiebedrag in de beschikking.

Artikel 13. Hardheidsclausule

De minister kan één of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 juni 2027.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

A.D. Wiersma

Naar boven