Regeling 1- en 2-jarig activiteitenprogramma 2023–2024

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 07-07-2022 t/m 31-12-2023

Regeling 1- en 2-jarig activiteitenprogramma 2023–2024

Het bestuur van de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, besluit vast te stellen de navolgende regeling, houdende regels voor het verstrekken van 1- of 2-jarige subsidies aan instellingen ter bevordering van de kwaliteit van de creatieve industrie.

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 1. Taakopvatting van het Stimuleringsfonds

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De taak van het Stimuleringsfonds is om, vanuit het culturele perspectief, de rijke ontwerptraditie die Nederland heeft te continueren en te vernieuwen door het proces van experimenteren, onderzoeken en maken te stimuleren en goed opdrachtgeverschap te bevorderen.

  • 2 Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie verstrekt, in overeenstemming met zijn statuten en volgens bepalingen vastgesteld in de wet en subsidieregelingen, subsidies aan natuurlijke personen en rechtspersonen die bijdragen aan het bevorderen van hoogwaardige kwaliteit, ontwikkeling en professionalisering van de hedendaagse Nederlandse creatieve industrie.

Artikel 2. Begrippen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

De in deze regeling gehanteerde begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid, met dien verstande dat wordt verstaan onder:

  • 1. Bestuur: de directeur-bestuurder van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, als bedoeld in artikel 5 van de statuten;

  • 2. Creatieve industrie: het werkterrein van de disciplines vormgeving, architectuur en digitale cultuur inclusief mogelijke cross-overs tussen deze disciplines;

  • 3. Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • 4. Culturele instelling of organisatie: een non-profit-, privaatrechtelijke rechtspersoon met een ondersteunende, producerende of initiërende functie binnen de creatieve industrie zoals een lab of werkplaats, een platform of een presentatieplek;

  • 5. Activiteitenprogramma: een reeks van met elkaar samenhangende activiteiten die verspreid van elkaar, binnen de looptijd van één, dan wel twee kalenderjaren worden uitgevoerd. De onderdelen kunnen verschillen in opzet en uitvoering, maar dragen gezamenlijk bij aan de missie, visie en verdere ontwikkeling van de instelling of organisatie.

  • 6. Kerntaak: het doel en activiteiten die de hoofdzaak vormen van het programma dat de instelling uitvoert. De kerntaak en -activiteit vloeit zowel in vorm als inhoud voort uit de visie en missie van de instelling.

  • 7. Eigen inkomsten: onder eigen inkomsten worden in deze regeling de volgende baten, welke terug te vinden zijn in de jaarrekening aan de batenkant van de exploitatierekening, verstaan:

    • a. publieksinkomsten; en

    • b. overige inkomsten, zijnde:

      • 1. directe opbrengsten in de vorm van sponsorinkomsten en overige inkomsten;

      • 2. indirecte opbrengsten;

        en

      • 3. overige bijdragen.

      Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:

      • 4. subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;

      • 5. overige bijdragen uit publieke middelen;

      • 6. rentebaten;

      • 7. bijdragen in natura;

      • 8. kapitalisatie van vrijwilligers;

      • 9. waardering vrijkaarten; en

      • 10. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 3. Reikwijdte en doelstelling Regeling 1- en 2-jarig activiteitenprogramma 2023–2024

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Deze regeling is van toepassing op aanvragen voor en het verlenen van subsidies voor 1- en 2-jarige activiteitenprogramma’s in de jaren 2023–2024 van culturele instellingen en organisaties binnen het Koninkrijk, op het gebied van vormgeving, architectuur of digitale cultuur en alle mogelijke crossovers tussen en binnen deze disciplines.

  • 2 Met deze regeling wordt invulling gegeven aan de onderstaande beleidsdoelstellingen van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie:

    • a. Bevorderen van de ontwikkeling van artistieke kwaliteit;

    • b. Stimuleren van experiment en onderzoek;

    • c. Bevorderen van talentontwikkeling;

    • d. Bevorderen van een gezonde en vernieuwende ontwerpinfrastructuur;

    • e. Ondersteunen van reflectie en debat;

Artikel 4. Voorwaarden voor ondersteuning 1-jarig activiteitenprogramma

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Een subsidie wordt alleen verstrekt als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • 1. De culturele instelling of organisatie is gevestigd binnen het Koninkrijk en staat ingeschreven in het Handelsregister van het betreffende land.

  • 2. De aanvragende partij onderschrijft en verhoudt zich tot de codes:

    • a. Fair Practice Code;

    • b. Governance Code Cultuur 2019;

    • c. Code Diversiteit en Inclusie;

  • 3. De culturele instelling of organisatie draagt vanuit zijn kerntaak bij aan de versterking van de domeinen vormgeving, architectuur of digitale cultuur.

  • 4. Het activiteitenprogramma vormt de kerntaak van de instelling.

  • 5. Het programma van de culturele instelling of organisatie is minimaal van regionale betekenis.

Artikel 5. Voorwaarden voor ondersteuning 2-jarig activiteitenprogramma

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Voor het verstrekken van een subsidie voor een 2-jarig activiteitenprogramma gelden de voorwaarden zoals beschreven in Artikel 4 onder lid 1 t/m 4.

In aanvulling daarop geldt dat:

  • 1. De culturele instelling of organisatie voor de periode 2021–2022 tweejarig is ondersteund binnen de Regeling 1- en 2-jarig activiteitenprogramma.

  • 2. Het programma van de culturele instelling of organisatie van landelijke betekenis is.

Artikel 6. Voorwaarden met betrekking tot financiën en andere subsidierelaties

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Op basis van deze regeling kan alleen subsidie verstrekt worden:

    • a. Als de subsidiebehoefte voor een 1-jarig activiteitenprogramma minimaal € 50.000 en maximaal € 115.000 bedraagt;

    • b. Als de subsidiebehoefte voor een 2-jarig activiteitenprogramma niet hoger is dan de op basis van de Regeling 1- en 2-jarige activiteitenprogramma door de instelling aangevraagde subsidie over de periode 2021–2022 plus de tussentijdse loon- en prijsbijstelling;

    • c. Als de totale door het Stimuleringsfonds te verstrekken subsidie niet meer bedraagt dan 80% van de subsidiabele kosten;

  • 2 Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote lasten ook subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, maakt hij dat inzichtelijk binnen de ingediende begroting en licht hij dat inhoudelijk toe in de aanvraag.

  • 3 Instellingen die op basis van deze regeling subsidie ontvangen, kunnen gedurende de kalenderjaren waarop deze subsidie betrekking heeft, geen aanspraak maken op subsidies uit de regelingen Vormgeving, Architectuur, Digitale cultuur van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

Artikel 7. Weigeringsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Er wordt geen subsidie verleend aan of voor:

  • 1. Instellingen die een structurele subsidierelatie hebben met de rijksoverheid of die gedurende de subsidieperiode subsidie ontvangen op grond van een meerjarige regeling van een van de Rijkscultuurfondsen.

  • 2. Activiteiten die al hebben plaatsgevonden of die starten voor het jaar waarop de subsidieperiode betrekking heeft;

  • 3. Aanvragen die niet op tijd zijn ingediend of niet volledig zijn;

  • 4. Onderwijsprogramma’s en aanverwante activiteiten van onderwijsinstellingen;

  • 5. Instellingen voor hbo en aan universiteiten;

  • 6. Studiereizen;

  • 7. Arbeidskosten voor medewerkers van rijks-, provinciale en gemeentelijke instellingen;

  • 8. Het verwerven van eigendommen;

  • 9. Reguliere bouw- en restauratiekosten;

  • 10. Inrichtings-, restauratie- en verbouwingsplannen;

  • 11. Kosten die de aanvrager op andere wijze vergoed kan krijgen.

Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 8. Wijze van indiening

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het Stimuleringsfonds maakt via de website www.stimuleringsfonds.n bekend binnen welke periode op grond van deze regeling een subsidieaanvraag kan worden ingediend.

  • 2 De aanvraag voor subsidie wordt via de digitale aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds ingediend.

  • 3 Aanvragen worden in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld.

Artikel 9. Inhoud van de aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De aanvrager geeft in het aanvraagformulier aan welk van de drie disciplines, zijnde vormgeving, architectuur of digitale cultuur, hij tot zijn hoofddiscipline rekent.

  • 2 Er kan slechts subsidie worden verleend aan de instelling als er voldoende borging is op het gebied van de inhoudelijke uitvoering en de financiële en organisatorische situatie. Dit betekent dat er in ieder geval sprake moet zijn van een activiteitenplan dat bestaat uit vier te onderscheiden delen:

    • a. Een (korte) beschrijving van missie, visie en het profiel van de instelling.

    • b. Een reflectie van maximaal één pagina op de uitvoering van de activiteiten en het functioneren van de instelling tijdens de periode 2021 tot en met 2022. Als de instelling in 2021 of 2022 is opgericht, dan wordt reflecteert op de aanleiding, oprichting en eerste activiteiten van de instelling.

    • c. Een beschrijving en planning van de activiteiten die de instelling in het jaar of de jaren waarop de subsidie betrekking heeft wil uitvoeren.

    • d. Eerlijke beloning en gezonde bedrijfsvoering: Wat is het beloningsbeleid van de organisatie? Hoe past dit in de bedrijfsvoering en in hoeverre sluit dit aan bij de bestaande afspraken over honorering zoals geldende cao, andere collectieve afspraken of collectieve richtlijnen?

Artikel 10. Indiening van de begroting bij de aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De begroting behelst een overzicht van de per jaar geraamde baten en lasten van de aanvrager voor de uitvoering van het 1- of 2-jarige activiteitenprogramma. Bij de inrichting van de begroting dient de instelling zich te houden aan het model voor de activiteitenbegroting, dat is vastgesteld door het Stimuleringsfonds en bekendgemaakt is op de website www.stimuleringsfonds.nl.

  • 2 De begroting bestaat uit vier onderdelen:

    • a. gespecificeerd overzicht van de activiteitenlasten;

    • b. gespecificeerd overzicht van de beheerslasten;

    • c. gespecificeerd overzicht van de baten (financiële dekking waaronder eigen inkomsten); en

    • d. samenvatting van de baten en lasten en het resultaat.

  • 3 De begroting bevat een postgewijze toelichting.

  • 4 De begroting moet een prestatieoverzicht omvatten dat een beknopt inzichtelijk kwantitatief overzicht bevat van de te verrichten activiteiten in het jaar of de jaren van de periode waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

Artikel 11. Aanvullende bescheiden

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De aanvraag gaat vergezeld van een document waaruit de financiële positie van de aanvrager blijkt alsmede een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd.

  • 2 Een document waaruit de financiële positie van de aanvrager blijkt is de laatst opgemaakte jaarrekening of, indien geen jaarrekening voorhanden is, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 12. Advisering 2-jarig activiteitenprogramma

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Aanvragen voor een 2-jarig activiteitenprogramma worden intern door het fonds beoordeeld. Hierbij wordt getoetst of de aanvraag voldoet aan alle formele vereisten om voor een subsidie in aanmerking te komen.

  • 2 Bij de toetsing baseert het fonds zich uitsluitend op de door de aanvrager verstrekte gegevens.

  • 3 Een positief advies aan het bestuur kan vergezeld gaan van een beargumenteerde aanbeveling over de hoogte van de te verlenen subsidie en van onderbouwde aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering dan wel het niet ondersteunen van specifiek genoemde activiteiten.

Artikel 13. Advisering 1-jarig activiteitenprogramma

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Aanvragen voor een 1-jarig activiteitenprogramma worden ter advisering voorgelegd aan een adviescommissie, nadat de aanvraag is getoetst aan de formele vereisten om voor een subsidie in aanmerking te komen.

  • 2 Bij de formulering van het advies over het al of niet verlenen van een subsidie baseert de adviescommissie zich uitsluitend op de door de aanvrager verstrekte gegevens.

  • 3 Een positief advies kan vergezeld gaan van een beargumenteerde aanbeveling over de hoogte van de te verlenen subsidie en van onderbouwde aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering dan wel het niet ondersteunen van specifiek genoemde activiteiten.

  • 4 De adviescommissie hanteert een werkwijze overeenkomstig de Werkwijze Adviescommissies Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

Artikel 14. Beoordeling 1-jarig activiteitenprogramma

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag wordt in het bijzonder ingegaan op de beschrijving van de activiteiten zoals genoemd in Artikel 9 onder lid 2. De commissie beoordeelt de activiteiten op basis van de volgende vier criteria die elk voor een gelijk deel in de beoordeling meewegen:

    • a. de artistieke en maatschappelijke waarde van het activiteitenprogramma;

    • b. de relevantie van de gekozen thematiek voor het vakgebied;

    • c. de mate van een divers publieksbereik; en

    • d. tot slot wordt beoordeeld op de consistentie in doel en opzet van de aanvraag, waarbij alle in Artikel 4 en Artikel 9 tweede lid genoemde onderdelen in onderling verband worden beoordeeld.

  • 2 In het geval dat het totaal van de aanvragen dat voor subsidieverlening in aanmerking komt, het beschikbare budget overschrijdt, zal geprioriteerd worden.

    • a. De positief beoordeelde aanvragen worden per discipline geprioriteerd op basis van de uitkomst van de beoordeling van artikel 14, eerste lid. Mochten twee aanvragen binnen een discipline een gelijke beoordeling hebben, dan wordt prioriteit gegeven aan instellingen die programma’s uitvoeren die een bijdrage leveren aan regionale spreiding van activiteiten over het Koninkrijk.

    • b. Vervolgens wordt eerst de hoogst beoordeelde aanvraag binnen vormgeving gehonoreerd, daarna de hoogst beoordeelde aanvraag binnen architectuur en tot slot de hoogst beoordeelde aanvraag binnen digitale cultuur. Daarna wordt dezelfde volgorde van toekenning toegepast op de daarna hoogst beoordeelde aanvraag per discipline totdat het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 3 Het bestuur besluit dat, in het geval dat het totaal van de aanvragen dat voor subsidieverlening in aanmerking komt het subsidieplafond overschrijdt, het beschikbare bedrag wordt toegekend aan de aanvragers waarvan de aanvraag het hoogst is geplaatst op de ranglijst zoals opgesteld volgens Artikel 15 tweede lid, waarbij aan de hoogst geplaatsten de door de commissie geadviseerde bijdrage wordt verleend zo lang het totaal daarvan het subsidieplafond niet overschrijdt, waarna aan de aanvrager aan wie toekenning zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond het bedrag wordt toegekend dat resteert tot aan het subsidieplafond.

Artikel 15. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Een subsidie wordt altijd verleend onder de voorwaarde dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoende gelden aan het Stimuleringsfonds ter beschikking worden gesteld.

  • 2 Het subsidieplafond voor 1-jarige activiteitenprogramma’s en het subsidieplafond voor 2-jarige activiteitenprogramma’s wordt vooraf bekend gemaakt via de website www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 16. Verlening van een subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het bestuur informeert de aanvrager binnen 10 weken na de uiterlijke indiendatum schriftelijk over zijn besluit.

  • 2 Het bestuur kan in dit besluit aanvullende verplichtingen aan de subsidieverlening verbinden.

  • 3 Het besluit tot verlening van een subsidie bevat een weergave of een afschrift van het advies en de overwegingen van het bestuur, de voorwaarden waaronder de subsidie beschikbaar wordt gesteld, de verplichtingen waaraan de ontvanger zich dient te houden, de maximale hoogte van de subsidie en informatie over de betaalbaarstelling en de bevoorschotting.

  • 4 Aan het verlenen van een subsidie kunnen door de aanvrager geen rechten worden ontleend met betrekking tot de honorering van een volgende aanvraag.

Artikel 17. Wijziging subsidiebedrag

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Als de instellingssubsidie aan het Stimuleringsfonds door de minister wordt verhoogd, rekening houdend met de ontwikkeling van de kosten in de arbeidsvoorwaarden of de kosten van het prijspeil, kan het Stimuleringsfonds de subsidie van de subsidieontvanger verhogen met het percentage waarmee de instellingssubsidie aan het Stimuleringsfonds is verhoogd, waarbij tevens de verhouding loon- en prijsgevoeligheid die daarbij door de minister is bepaald, wordt toegepast.

Artikel 18. Voorschotten

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het Stimuleringsfonds betaalt in het geval van een éénjarig activiteitenprogramma bij wijze van voorschot 80% van het toegekende bedrag. Het resterende deel wordt na het besluit tot vaststelling van de subsidie uitbetaald. In het geval van een tweejarig activiteitenprogramma wordt bij wijze van voorschot in het eerste kalenderjaar 40% van het totaal toegekende bedrag uitbetaald. In het tweede kalenderjaar volgt na goedkeuring van de periodieke verslaglegging een tweede voorschot van 50% van het totaal toegekende bedrag. Het resterende deel wordt na het besluit tot vaststelling van de subsidie uitbetaald.

  • 2 Indien de liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger om een ander betaalritme vraagt, kan het Stimuleringsfonds in afwijking van het eerste lid een groter of kleiner deel van de subsidie als voorschot betalen in door het Stimuleringsfonds te bepalen termijnen.

  • 3 De liquiditeitsbehoefte, bedoeld in het tweede lid, wordt vastgesteld aan de hand van documenten van de aanvrager.

  • 4 Als de subsidie wordt gewijzigd op grond van artikel 17, eerste lid, wordt de bevoorschotting overeenkomstig de wijziging aangepast.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 19. Administratie

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De subsidieontvanger stelt het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen evenals de baten en lasten kunnen worden nagegaan.

  • 3 De subsidieontvanger bewaart de administratie en de daartoe behorende documenten gedurende zeven jaren na het vaststellen van de subsidie.

Artikel 20. Periodieke verslaglegging

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De subsidieontvanger dient in het geval van een 2-jarig activiteitenprogramma na het eerste jaar van de periode waarvoor subsidie is verleend, over het betreffende jaar, binnen vier maanden een bestuursverslag, een jaarrekening en een prestatieverantwoording in.

  • 2 Het bestuursverslag geeft in ieder geval toelichting op:

    • a. het exploitatieresultaat van de subsidieontvanger;

    • b. de financiële positie van de subsidieontvanger, waarbij tevens wordt ingegaan op het beleggingsbeleid, voor zover de instelling of de gelieerde instelling beleggingen heeft; en

    • c. voorts bevat het bestuursverslag een beknopte inzichtelijke kwalitatieve verantwoording die bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 3 De prestatieverantwoording bevat een beknopt inzichtelijk kwantitatief overzicht van de activiteiten die zijn verricht in het jaar waarop het bestuursverslag betrekking heeft.

  • 4 Het bestuur van de subsidieontvanger ondertekent het bestuursverslag.

Artikel 21. Vermelding Stimuleringsfonds

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

In alle publieke uitingen over de gesubsidieerde activiteiten vermeldt de subsidieontvanger het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie als subsidieverstrekker. Het logo van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie wordt opgenomen in publicaties en verslagen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten, net als op uitnodigingen, aankondigingen, websites en audiovisuele producties die hierop betrekking hebben. Als een subsidieontvanger logo’s opneemt van andere partijen wordt in verhouding tot de bijdrage het logo van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie in een vergelijkbare grootte en opmaak weergegeven.

Artikel 22. Melding bij het bestuur

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

De subsidieontvanger meldt onverwijld aan het bestuur als:

  • 1. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

  • 2. de aanvrager betrokken raakt bij een strafzaak;

  • 3. niet geheel aan de aan het subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

  • 4. er aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

Hoofdstuk 6. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 23. Aanvraag voor vaststelling van subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Een instelling dient in geval van een 1-jarig activiteitenprogramma uiterlijk vier maanden na afloop van de subsidieperiode een inhoudelijk en financiële verantwoording over het activiteitenprogramma in. In het geval van een 2-jarig activiteitenprogramma moet uiterlijk vier maanden na het tweede kalenderjaar van de subsidieperiode een inhoudelijk en financiële verantwoording over de gehele periode worden ingediend.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een bestuursverslag en een jaarrekening. Als de subsidie van het Stimuleringsfonds € 125.000 of meer per kalenderjaar bedraagt dient ook een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant te worden ingediend. Het bestuursverslag geeft in het geval van een tweejarig programma een toelichting op het laatste jaar van de subsidie.

  • 3 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen stelt het bestuur de subsidie binnen 10 weken overeenkomstig de verlening vast.

  • 4 Als blijkt dat activiteiten niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd, dan kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 5 Het bestuur kan de ontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.

Artikel 24. Jaarrekening

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Titel 9, met uitzondering van de afdelingen 1 en 11, 12, 14 en 15, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een overeenkomstige bepaling in het recht van het land waar de instelling is gevestigd is van toepassing op de jaarrekening met dien verstande dat de winst- en verliesrekening wordt vervangen door een exploitatierekening; op deze exploitatierekening zijn de bepalingen omtrent de winst- en verliesrekening van overeenkomstige toepassing. Bepalingen omtrent winst en verlies zijn van overeenkomstige toepassing op het exploitatiesaldo.

  • 2 Het bestuur kan bepalen dat bepalingen van titel 9 of onderdelen daarvan niet van toepassing zijn op bepaalde subsidieontvangers of categorieën van subsidieontvangers.

  • 3 De jaarrekening omvat de balans en de exploitatierekening, en gaat vergezeld van een toelichting op beide.

  • 4 De jaarrekening van een subsidieontvanger gaat vergezeld van de jaarrekeningen van dochtermaatschappijen van de instelling als bedoeld in artikel 24a van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dan wel een overeenkomstige bepaling in het recht van het land waar de instelling is gevestigd of andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft.

Artikel 25. Accountantsverklaring en rapport van feitelijke bevindingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Indien de subsidie van het Stimuleringsfonds per kalenderjaar € 125.000 of meer bedraagt, is het verplicht om de jaarrekening te voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een overeenkomstige bepaling in het recht van het land waar de instelling is gevestigd.

  • 2 De prestatieverantwoording is voorzien van een rapport van feitelijke bevindingen.

  • 3 In de verklaring, bedoeld in het eerste lid, doet de accountant een uitspraak over de naleving van de subsidiebepalingen door de subsidieontvanger overeenkomstig de controleprotocollen gepubliceerd op de website www.stimuleringsfonds.nl met gebruikmaking van de daarbij opgenomen modellen voor accountantsverklaringen.

Hoofdstuk 7. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 26. Bezwaar

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Een belanghebbende kan bezwaar maken door een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuur. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan op de dag nadat het besluit bekend is gemaakt. De procedure voor bezwaren is gepubliceerd op de website www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 27. Bescherming persoonsgegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Het bestuur verstrekt geen vertrouwelijke informatie over een aanvraag aan derden. Het gaat hier om bedrijfs- en fabricagegegevens die door een aanvrager vertrouwelijk aan het Stimuleringsfonds zijn medegedeeld en om persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 22 tot en met 33 van de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming, tenzij de verstrekking voortvloeit uit een wettelijke verplichting dan wel kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.

Artikel 29. Overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Voor zover er ter zake van de Regeling 1- en 2-jarige activiteitenprogramma nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig die regeling plaats.

Artikel 30. Inwerkingtreding en expiratie

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 30 juni 2022. Indien de Staatscourant, waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2022, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 30 juni 2022.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de afwikkeling van de op basis van deze regeling verleende subsidies.

Artikel 31. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling 1- en 2-jarig activiteitenprogramma 2023–2024.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst. De stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,

S. Groeneveld

(directeur-bestuurder)

Naar boven