7. Afschrijving
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De in de vaste tarieven op te nemen afschrijvingskosten worden gebaseerd op de historische
kostprijs.
Indien voor een investering of het aangaan van een huurcontract toestemming bij of
krachtens de wet is vereist, zullen bij gebreke daarvan geen afschrijvingskosten of
huur in de tarieven worden opgenomen.
Indien de rechtspersoon, die een instelling exploiteert, geen eigenaar is van de gebouwen
en/of installaties en/of inventaris en de verhuurder een rechtspersoon is die een
niet op het maken van winst gerichte doelstelling heeft, zal de huur getoetst worden
aan de richtlijn voor afschrijving en rente.
Indien de rechtspersoon, die een instelling exploiteert, geen eigenaar is van de gebouwen
en/of installaties en/of inventaris en de verhuurder een rechtspersoon is met een
op winst gerichte doelstelling, zal aan huur worden ingecalculeerd:
-
– hetzij een door de huuradviescommissie recentelijk geadviseerd huurbedrag voor het
desbetreffende pand;
-
– hetzij – indien een dergelijk advies niet beschikbaar is of indien in het pand nieuwe
investeringen gepleegd worden om het geschikt te maken voor zijn nieuwe bestemming
– de huur die wordt vastgesteld door drie makelaars, één aan te wijzen door de huurder,
één aan te wijzen door de verhuurder en één aan te wijzen door beide voornoemde makelaars.
Indien echter een als instelling van gezondheidszorg in gebruik zijnd pand overgedragen
wordt aan een derde die dit pand vervolgens weer in huur aanbiedt ten behoeve van
de exploitatie van een instelling van gezondheidszorg, wordt als huur slechts ingecalculeerd
de vóór deze transactie bestaande eigenaarslasten (rente, afschrijving, vaste lasten).
De afschrijvingskosten worden in het algemeen in de tarieven opgenomen vanaf de ingebruikname
van de betrokken activa.
Met inachtneming van het vorenstaande wordt bij de tariefbepaling uitgegaan van de
volgende afschrijvingspercentages:
stenen gebouwen
|
2%
|
semi-permanente gebouwen
|
5%
|
houten paviljoens
|
10%
|
restauraties en normale verbouwingen en tuinaanleg
|
5%
|
röntgeninstallaties en aanverwante installaties
|
10%
|
autoclaven
|
10%
|
overige installaties
|
5%
|
inventarisgoederen
|
10%
|
computerapparatuur en programmatuur; auto's
|
20%
|
aanloopkosten, bouwrente en stichtingskosten
|
2½%
|
dental-car
|
10–15%
|
De aldus berekende, bij de bepaling van de aanvaardbare kosten in aanmerking te nemen
afschrijvingskosten worden verminderd met de doorberekende kosten van afschrijving.
De afschrijvingsbasis bij overdracht en bij verandering van rechtsvorm
Overname van een instelling door een andere rechtspersoon en verandering van rechtsvorm,
kunnen de afschrijvingsbasis niet doen wijzigen.
Afschrijvingen op bijzondere activa
Aanloopkosten, waaronder worden verstaan lopende uitgaven, zoals salarissen, opleidingskosten,
etc., welke worden gemaakt reeds voordat de instelling in gebruik wordt genomen, dienen
te worden geactiveerd en moeten volgens de richtlijn in 40 jaar worden afgeschreven.