Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen (IB02-SPEC 07, versie 02)

[Regeling vervallen per 13-01-2024.]
Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 03-03-2022 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 01-10-2021 t/m 30-11-2023

Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 augustus 2021 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid meststoffen (IB02-SPEC 07, versie 02)

1. Onderwerp

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Het specifiek interventiebeleid meststoffen beschrijft, binnen de kaders van het algemeen interventiebeleid (NVWA-IB02) (AIB), de klasseindeling en interventies voor specifieke overtredingen van de regelgeving in het domein meststoffen.

Overtredingen die door de inspecteur/ toezichthouder worden waargenomen die niet in dit IB02-SPEC 07 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven, teneinde een klasseindeling en een interventie te bepalen.

2. Definities en wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

2.1. Definities

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Hieronder is een aantal specifieke definities opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het algemeen interventiebeleid NVWA-IB02.

  • Afdeling Expertise: Afdeling Expertise van de Directie Handhaven van de NVWA.

  • Inspectie: Elke vorm van controle door een inspecteur van de NVWA om na te gaan of de wet- en regelgeving inzake meststoffen wordt nageleefd. De inspecteur kan er voor kiezen om deze van te voren aan te kondigen. Dit laat onverlet dat de inspecteur ook zonder aankondiging een inspectie kan uitvoeren.

  • Herinspectie: Een inspectie (eventueel op afstand) ingesteld door een NVWA-inspecteur die volgt op een eerdere inspectie waarbij een overtreding is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om na de tijdens de eerdere inspectie aangegeven termijn na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen om de overtreding op te heffen en nieuwe overtredingen te voorkomen.

  • Specifieke afkortingen (meststoffen) NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

  • MW Meststoffenwet

  • UBM Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet

  • URM Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

  • BGM Besluit gebruik meststoffen

  • URGM Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen

  • RvB Rapport van Bevindingen

  • PV Proces-verbaal

  • BSBm Bestuurlijke Strafbeschikking milieu

  • RVO Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

  • OM Openbaar Ministerie

  • AIB Algemeen interventiebeleid van de NVWA

2.2. Wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

In het domein meststoffen gelden voornamelijk nationale regels. Deze zijn deels opgesteld ter uitwerking van Europese bepalingen in de Nitraatrichtlijn. De derogatie is gebaseerd op een EU-beschikking die specifiek aan Nederland is verleend.

De wettelijke basis voor het specifiek interventiebeleid meststoffen is:

3. Werkwijze

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het Algemeen interventiebeleid van de NVWA (AIB). Bij het beoordelen van de op te leggen interventie wordt rekening gehouden met de ernst van het gevaar (of risico op gevaar) voor de volks- en diergezondheid of het milieu, de mate van herstelbaarheid van de overtreding en of er sprake is van opportunistisch, calculerend en/of bewust risiconemend gedrag.

Overtredingen van de regelgeving binnen het domein meststoffen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de volks- en diergezondheid of het milieu. De meeste overtredingen van de regelgeving in dit domein zijn daarom ingedeeld in klasse B. Een sanctionerende interventie is reeds bij een eerste overtreding passend.

In de bijlage zijn de bepalingen van de geldende regelgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventie is alleen mogelijk na akkoord door of namens het afdelingshoofd. De onderbouwing om af te wijken wordt vastgelegd.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Sanctionerende interventie

Bestuursrecht

De Meststoffenwet wordt merendeels via het bestuursrecht gehandhaafd. Voor deze onderdelen van het domein meststoffen heeft de NVWA een inspectietaak en geen interveniërende. Bestuurlijke interventies vinden plaats door RVO. In deze gevallen maakt de NVWA een RvB op. Deze wordt ter afdoening aangeboden aan RVO. Dit is met name het geval voor wat betreft het niet-naleven van de verantwoordingsplicht, de administratieve voorschriften, vervoersvoorschriften en bij het overschrijden van de gebruiksnormen. In de Bijlage M bij de URM (de zogenaamde feitcodelijst) staan, voor de bestuursrechtelijke afdoening door RVO, de overtredingen van de MW, UBM en de URM opgesomd met daarbij de forfaitaire boetebedragen voor de administratieve verplichtingen en vervoersvoorschriften (tertiaire boetes). De boetes / boetebedragen die opgelegd kunnen worden in het kader van de stelsels gebruiksnormen, verantwoordingsplicht, mestverwerkingsplicht en verantwoorde groei melkveehouderij zijn opgenomen in de MW zelf en worden uitgedrukt in een bedrag per kilogram fosfaat en stikstof.

Daarnaast rapporteert de NVWA het niet voldoen aan de derogatievoorwaarden aan RVO. Dit kan leiden tot het door RVO intrekken van de derogatievergunning waarmee de extra gebruiksruimte dierlijke meststoffen vervalt en het bedrijf voor het daaropvolgende jaar wordt uitgesloten van derogatie.

De afdoening van een overtreding van de regelgeving waarvoor de NVWA uitsluitend een inspectietaak heeft, maar geen interveniërende, is niet opgenomen in dit document. Daarvoor wordt verwezen naar het beleid van RVO hierover. Wel wordt door de NVWA conform het met RVO afgestemde beleid voor bepaalde overtredingen zelfstandig schriftelijke waarschuwingen afgegeven.

Relevante links

  • URM bijlage M, https://wetten.overheid.nl/BWBR0018989/2021-02-18#BijlageM

  • BSBM, feitcodeboekje, https://wetten.overheid.nl/BWBR0034494/2021-01-01#Bijlage

  • RVO site over marges en boetebeleid https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mest/controle-en-handhaving

Strafrecht in plaats van bestuursrecht

Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, legt de NVWA deze aan het Openbaar Ministerie (OM) voor. Dit volgt uit artikel 55 van de Meststoffenwet (MSW). Het OM beslist of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening. Strafrechtelijke afdoening is niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Meststoffenwet gestelde voorschriften noodzakelijk zijn. Hierbij worden vier criteria onderscheiden, die bepalend zijn voor de toedeling van feiten aan het strafrecht. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel invoering gebruiksnormen worden vier criteria die bepalend zijn voor de toedeling van feiten aan het strafrecht, genoemd en op hoofdlijnen besproken. Het moet gaan om:

  • 1) Herhaalde overtredingen,

  • 2) Aanmerkelijke overtredingen

  • 3) Overtredingen gepleegd in georganiseerd verband

  • 4) Complexe of mogelijk frauduleuze constructies

Strafrecht

Strafrechtelijk wordt opgetreden tegen bijvoorbeeld het overschrijden van de productierechten, fosfaatrechten en het overtreden van het BGM en URGM (zoals het niet-emissiearm aanwenden van meststoffen en het niet telen van een vanggewas na mais op zand- of lössgronden). Inzake de Meststoffenwet, UBM en URM wordt eveneens strafrechtelijk opgetreden bij overtredingen van het verhandelen en/of gebruik van meststoffen die niet aan de kwaliteitseisen voldoen.

Als de overtreding niet afgedaan mag worden middels een BSBM (zie ook de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu en keurfeiten van het OM) dan wordt er een volledig proces-verbaal opgemaakt. Wanneer een verdachte verzet doet tegen een bestuurlijke strafbeschikking voor milieu of keurfeiten wordt het bevoegd gezag dat de strafbeschikking heeft uitgevaardigd daarvan door het CJIB op de hoogte gebracht. Dan wordt verzocht om een uitgewerkt proces-verbaal.

In de bijlage van het Specifiek interventiebeleid meststoffen zijn ook voor de overtredingen, die niet in bijlage M bij de URM zijn opgenomen, de specifieke interventies opgenomen. In deze bijlage zijn ook de overtredingen van het BGM en het URGM opgenomen waarvoor een proces-verbaal kan worden opgemaakt.

Corrigerende interventie

Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Dit gebeurt meestal door RVO waarbij de NVWA een adviserende rol heeft. Dat kan nuttig zijn zodra blijkt dat sanctionerende interventies (alleen) onvoldoende leiden tot naleving van de regelgeving. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden hiervan zijn het opleggen van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang, het opleggen van de verplichting tot vooraanmelding van mesttransporten.

Corrigerende interventies hebben als doel te bevorderen dat de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend beheerst zodat bestaande overtredingen worden beëindigd en nieuwe worden voorkomen. Een corrigerende interventie moet proportioneel zijn, toegesneden op de specifieke situatie van de overtreder. Een corrigerende interventie mag niet ingrijpender voor de overtreder zijn dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Overgaan tot ingrijpender corrigerende interventies, zoals het schorsen of intrekken van een vergunning of erkenning is mogelijk indien gemotiveerd kan worden waarom een minder ingrijpende corrigerende interventie onvoldoende effect heeft gehad of zal hebben.

Specifieke corrigerende interventie

Als een of meer overtredingen worden geconstateerd die in ernst, aantal en tijdsbestek een corrigerende interventie rechtvaardigen wordt met een specifieke corrigerende interventie in het bedrijfsproces ingegrepen. Dit ingrijpen kan betrekking hebben op:

  • a. beëindiging van een overtreding of

  • b. voorkoming van nieuwe overtredingen.

Aan een specifieke corrigerende interventie kan een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang worden verbonden.

Als opnieuw overtredingen worden geconstateerd wordt opnieuw een corrigerende interventie ingezet als ernst, aantal en tijdsbestek van de overtreding(en) dit rechtvaardigt. Zo nodig met ingrijpender maatregelen of een hogere dwangsom.

Generieke corrigerende interventie

Mocht de overtreder, ondanks één of meer specifieke corrigerende interventies, nieuwe overtredingen blijven begaan die in ernst, aantal en tijdsbestek ingrijpen rechtvaardigen, kan worden overgegaan tot een generieke corrigerende interventie. Hiertoe kan ook meteen worden overgegaan als er weliswaar nog geen (herhaalde) specifieke corrigerende interventie is opgelegd, maar er op voorhand aanwijzingen zijn dat deze onvoldoende tot naleving zullen leiden.

Bij het bepalen van nut en noodzaak van een generieke interventie wordt integraal bekeken in hoeverre de overtreder ook andere wettelijke eisen naleeft waarop de NVWA toezicht houdt.

3.3. Herhaalde overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van een wettelijke norm over eenzelfde onderwerp wordt vastgesteld, waarvoor tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar reeds een interventie werd toegepast. Onder eenzelfde onderwerp als bedoeld in de vorige zin wordt in ieder geval verstaan:

  • verhandelen van meststoffen inclusief digestaat;

  • stelsel van productierechten.

Herinspectie

Na het constateren van een overtreding kan een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.

Verscherpt toezicht

Als bij meerdere opeenvolgende (her)inspecties blijkt dat overtredingen zich blijven voordoen, kan de NVWA, al dan niet in samenwerking met RVO, besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Dit wordt aan de overtreder medegedeeld. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert en, indien zij overtredingen constateert, naast sanctionerende interventies ook corrigerende interventies kunnen worden opgelegd door het OM dan wel RVO, die passend zijn om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Per overtreder wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Na afloop van een van tevoren vastgestelde periode wordt geëvalueerd of voortzetting van het verscherpt toezicht wenselijk is. Ook dit wordt gecommuniceerd met de overtreder.

3.4. Internettoezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld kort nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.

5. Diversen

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 17 juni 2014 vastgestelde Specifiek interventiebeleid meststoffen (IB02-SPEC 07, versie 01). Ten opzichte van versie 01 zijn de wettelijke normen en overtredingsklassen vollediger en eenduidiger geformuleerd. Bestaande regels in de bijlage met meerdere wettelijke normen zijn waar nodig uitgesplitst naar evenzovele regels, het hoofddocument en de bijlage ingericht volgens een uniforme opzet, geldend voor alle domeinen. In deze SPEC zijn geen zaken opgenomen die betrekking hebben op bijlage M of BSBM (feitcodeboekje). Ook bestuursrechtelijke zaken zoals gebruiksnormen, verantwoordingsplicht, mestverwerkingsplicht en verantwoorde groei melkveehouderij zijn niet opgenomen. Hiervoor verwijzen wij naar RVO. RVO publiceert ook de derogatievoorwaarden.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen (IB02-SPEC 07, versie 02)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 oktober 2021.

Bijlage

Bijlage bij IB02-SPEC 07, versie 02: Tabel Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen.

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

G.J.C.M. Bakker

inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Bijlage bij IB02-SPEC 07, versie 02: Tabel Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

ID regel

Normadressaat

Normbeschrijving

Wet- en regelgeving

Afwijking van de norm

Overtredingsklasse

Motivering overtredingsklasse

Interventie bij eerste overtreding

Interventie bij herhaalde overtreding

Doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid)

07R030210

Eenieder

Eenieder verhandelt alleen meststoffen die voldoen aan algemene eisen, landbouwkundige eisen, milieueisen, eisen zuiveringsslib, compost en herwonnen fosfaten, verpakking en etikettering en overige bepaling.

Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, artikel 4,

Meststoffenwet, artikel 4

Zwaarder en/of meer structureel karakter

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R030620

Eenieder

Eenieder verhandelt alleen meststoffen die voldoen aan algemene eisen, landbouwkundige eisen, milieueisen, eisen zuiveringsslib, compost en herwonnen fosfaten, verpakking en etikettering en overige bepaling.

Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, artikel 4,

Meststoffenwet, artikel 4

Licht en incidenteel van aard

C

(Risico op) ondermijnen van het systeem

(Risico op) gevaar voor het milieu

Schriftelijke waarschuwing

Proces-verbaal

Nvt

07R026610

Landbouwer

Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf gemiddeld in een kalenderjaar een groter aantal varkens te houden dan het op het bedrijf rustende varkensrecht.

Meststoffenwet, artikel 19, eerste lid

Zwaarder en/of meer structureel karakter

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R030720

Landbouwer

Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf gemiddeld in een kalenderjaar een groter aantal varkens te houden dan het op het bedrijf rustende varkensrecht.

Meststoffenwet, artikel 19, eerste lid

Licht en incidenteel van aard

C

(Risico op) ondermijnen van het systeem.

(Risico op) gevaar voor het milieu.

Schriftelijke waarschuwing

Proces-verbaal

Nvt

07R026710

Landbouwer

Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf gemiddeld in een kalenderjaar een groter aantal kippen en kalkoenen te houden dan het op het bedrijf rustende pluimveerecht.

Meststoffenwet, artikel 20, eerste lid

Zwaarder en/of meer structureel karakter

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R030820

Landbouwer

Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf gemiddeld in een kalenderjaar een groter aantal kippen en kalkoenen te houden dan het op het bedrijf rustende pluimveerecht.

Meststoffenwet, artikel 20, eerste lid

Licht en incidenteel van aard

C

(Risico op) ondermijnen van het systeem

(Risico op) gevaar voor het milieu

Schriftelijke waarschuwing

Proces-verbaal

Nvt

07R026810

Eenieder

Het is verboden anders dan op een bedrijf op enig moment een groter aantal varkens te houden dan overeenkomt met 3 varkenseenheden.

Meststoffenwet, artikel 19, tweede lid

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R026910

Eenieder

Het is verboden anders dan op een bedrijf op enig moment een groter aantal kippen en kalkoenen te houden dan overeenkomt met 250 pluimvee-eenheden.

Meststoffenwet, artikel 20, derde lid

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R027010

Eenieder

Onverminderd artikel 19 is het verboden op enig moment een groter aantal varkens te houden dan het door Onze Minister vastgestelde aantal.

Meststoffenwet, artikel 22, derde lid

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Rapport aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rapport aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Nvt

07R031210

Eenieder

Onverminderd artikel 20 is het verboden op enig moment een groter aantal kippen en kalkoenen te houden dan het door Onze Minister vastgestelde aantal.

Meststoffenwet, artikel 22, derde lid

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Rapport aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rapport aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Nvt

07R031310

Eenieder

Het is niet toegestaan binnen een bedrijf de varkenshouderij van een locatie gelegen buiten een concentratiegebied naar een locatie gelegen in een concentratiegebied te verplaatsen.

Meststoffenwet, artikel 26, zesde lid, onderdeel a

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R031410

Eenieder

Het is niet toegestaan binnen een bedrijf de kippen- of kalkoenenhouderij van een locatie gelegen buiten een concentratiegebied naar een locatie gelegen in een concentratiegebied te verplaatsen.

Meststoffenwet, artikel 26, zesde lid, onderdeel a

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R027210

Eenieder

Het is niet toegestaan binnen een bedrijf de varkenshouderij van een locatie gelegen in het ene concentratiegebied naar een locatie gelegen in het andere concentratiegebied te verplaatsen.

Meststoffenwet, artikel 26, zesde lid, onderdeel b

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R031610

Eenieder

Het is niet toegestaan binnen een bedrijf de kippen- of kalkoenenhouderij van een locatie gelegen in het ene concentratiegebied naar een locatie gelegen in het andere concentratiegebied te verplaatsen.

Meststoffenwet, artikel 26, zesde lid, onderdeel b

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R030410

Landbouwer

Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf in een kalenderjaar meer dierlijke meststoffen met melkvee, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, te produceren dan het op het bedrijf rustende fosfaatrecht.

Meststoffenwet, artikel 21b, eerste lid

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

Landbouwer

Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf in een kalenderjaar meer dierlijke meststoffen met melkvee, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, te produceren dan het op het bedrijf rustende fosfaatrecht.

Meststoffenwet, artikel 21b, eerste lid

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R030510

Landbouwer

Het is een landbouwer op zijn bedrijf verboden op enig moment meer melkvee te houden dan het door Onze Minister vastgestelde aantal.

Meststoffenwet, artikel 22a, derde lid

B

Rapport aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rapport aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Nvt

07R029810

Covergister

Een landbouwbedrijf, of een intermediar onderneming, die afvalstoffen/reststoffen gebruikt voor een bewerkingsprocédé (covergisting), waarvan het restproduct als meststof mag worden aangewend, mag uitsluitend afval- of reststoffen gebruiken die zijn aangewezen in artikel 4, onderdeel d, URM in samenhang met bijlage Aa, onder IV.

Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, artikel 4, onder d,

Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, artikel 4, eerste en tweede lid,

Meststoffenwet, artikel 5

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R029910

Covergister

Een landbouwbedrijf, of een intermediarbedrijf, die afvalstoffen/reststoffen gebruikt voor een bewerkingsprocédé (covergisting), waarvan het eindproduct als meststof mag worden aangewend, moet daarbij tenminste 50 gewichtsprocenten dierlijke meststoffen gebruiken (artikel 4, onderdeel d, URM in samenhang met bijlage Aa, onder IV).

Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, artikel 4, onder d,

Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, artikel 4, eerste en tweede lid,

Meststoffenwet, artikel 5

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt

07R030610

Eenieder

Het is verboden anders dan op een bedrijf op enig moment meer melkvee te houden dan overeenkomt met een jaarlijkse productie van dierlijke meststoffen door melkvee van 100 kilogram fosfaat.

Meststoffenwet, artikel 21b, derde lid

B

Ernstig (risico op) ondermijnen van het systeem

Ernstig (risico op) gevaar voor het milieu

Proces-verbaal

Proces-verbaal

Nvt