Subsidieregeling innovatie bewegingsonderwijs

[Regeling vervalt per 01-07-2026.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-09-2021 t/m 31-03-2022

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 16 juli 2021, nr. PO/ 28571561, houdende regels voor subsidieverstrekking ten behoeve van impuls en innovatie in het bewegingsonderwijs (Subsidieregeling impuls en innovatie bewegingsonderwijs)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 70 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 67 van de Wet primair onderwijs BES;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1 De Minister kan subsidie verstrekken aan een bevoegd gezag voor het inhuren of aanstellen van een procesbegeleider voor de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 voor een of meer scholen voor het stimuleren van en het bieden van ondersteuning bij de duurzame verankering van:

    • a. een aanbod van ten minste twee lesuren bewegingsonderwijs per schoolweek per groep in voorbereiding op de wettelijke verplichting in 2023; of

    • b. als de school reeds twee lesuren bewegingsonderwijs per schoolweek per groep verzorgt, extra lesuren bewegingsonderwijs bovenop de minimale twee lesuren of van beweging in brede zin in het onderwijsprogramma.

  • 2 Het bevoegd gezag huurt de procesbegeleider in of stelt deze aan om:

    • a. de betreffende school te helpen om de minimale twee lesuren bewegingsonderwijs per schoolweek per groep duurzaam te verankeren, indien subsidie wordt aangevraagd op grond van het eerste lid, onderdeel a;

    • b. de betreffende school te helpen om een of meer extra lesuren bewegingsonderwijs per schoolweek per groep te organiseren bovenop de minimale twee lesuren of de kinderen op een uitnodigende manier te laten bewegen gedurende de schooldag, indien subsidie wordt aangevraagd op grond van het eerste lid, onderdeel b;

    • c. het ontstaan van een regionale vakgroep te stimuleren om de kwaliteit en samenwerking te vergroten;

    • d. indien nodig met de betreffende gemeente in overleg te gaan over oplossingen voor problemen met beschikbaarheid van accommodaties vanuit bestaande mogelijkheden; en

    • e. indien nodig de professionalisering van de vakleerkrachten te bevorderen.

  • 3 Een bevoegd gezagsorgaan kan per school slechts eenmaal subsidie aanvragen voor elk van de twee categorieën als bedoeld in het eerste lid onderdeel a en b.

Artikel 4. Subsidieplafond en maximale hoogte subsidie

  • 2 De subsidie bedraagt maximaal € 25.000,00 per bevoegd gezag, indien voor één school subsidie wordt aangevraagd.

  • 3 Indien voor meerdere scholen subsidie wordt aangevraagd, ontvangt het bevoegd gezag een extra subsidie van maximaal € 15.000,00 per extra deelnemende school tot een maximum van € 85.000,00 per bevoegd gezag.

  • 4 Voor subsidieontvangers op Bonaire, Sint Eustatius of Saba worden de subsidiebedragen omgerekend in dollars tegen de vastgestelde wisselkoers op het moment van de subsidievaststelling.

  • 5 Indien het bevoegd gezag zowel een subsidieaanvraag doet voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, als voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, kan het subsidiebedrag voor beide aanvragen gezamenlijk niet meer bedragen dan de maximumbedragen, bedoeld in het tweede en derde lid.

  • 6 De Minister verstrekt subsidie voor loonkosten tot een maximum uurtarief van € 90,00, inclusief overhead en BTW.

Artikel 5. Wijze van verdeling beschikbare middelen

  • 1 Indien een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen toe te wijzen, worden de binnengekomen aanvragen ten laste van het subsidieplafond door middel van loting gerangschikt.

  • 2 Na binnenkomst van de aanvragen wordt eerst de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, verdeeld en vervolgens de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b.

  • 3 Indien een subsidieplafond toereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen toe te wijzen, worden de middelen toegevoegd aan het andere onderdeel en wordt de subsidie verdeeld over de aanwezige resterende aanvragen. Indien het resterende subsidieplafond daarvoor ontoereikend is, worden de binnengekomen aanvragen in dat onderdeel wederom gerangschikt door middel van loting.

  • 4 Aanvragen die na het einde van een aanvraagtijdvak worden ingediend, worden afgewezen.

  • 5 Indien het tweede aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onderdeel b, wordt opengesteld, hebben bevoegd gezagsorganen aan wie na het eerste aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onderdeel a, geen subsidie werd verstrekt voorrang. Het eerste lid is daarbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Verplichting subsidie

De subsidieontvanger is verplicht desgevraagd alle benodigde informatie te verstrekken ten behoeve van beleidsonderzoek door de Minister.

Artikel 7. Aanvraag subsidie

  • 2 Het activiteitenplan bestaat uit een beschrijving van het doel waarvoor subsidie wordt aangevraagd en de begroting bestaat uit een specificatie van het aantal uren en het tarief waarvoor een procesbegeleider zal worden ingezet.

  • 3 Per bevoegd gezag kan per aanvraagtijdvak eenmaal een aanvraag worden ingediend voor subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a en eenmaal voor subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b.

  • 4 De subsidieaanvragen kunnen worden ingediend in het tijdvak van:

    a. 1 september 2021 tot en met 30 september 2021; en, indien na de subsidieverstrekking naar aanleiding van het eerste tijdvak nog een bedrag als bedoeld in artikel 4, eerste lid, resteert, van

    b. 15 februari 2022 tot en met 15 maart 2022.

  • 5 Voor het aanvraagtijdvak bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, kan een bevoegd gezag alleen een aanvraag indienen voor het inhuren of aanstellen van een procesbegeleider ten behoeve van andere scholen dan waarvoor een aanvraag is ingediend in het eerste tijdvak bedoeld in het vierde lid, onderdeel a.

  • 6 Het bevoegd gezag dient de aanvraag in met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat op de website www.dus-i.nl beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 8. Subsidievaststelling, betaling en verantwoording

  • 1 De subsidie wordt direct vastgesteld op uiterlijk:

  • 2 De Minister bepaalt in de beschikking het betaalritme.

  • 4 De subsidieontvanger toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

Artikel 9. Besteding subsidie

Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten in lijn met de doelstellingen zoals beschreven in artikel 3.

Artikel 10. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2021 en vervalt met ingang van 1 juli 2026.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling innovatie bewegingsonderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Naar boven